8 Alarmen en storingen
8 Alarmen en storingen
Er wordt onderscheiden tussen twee soorten van alarmen: Fysiologische alarmen
betreffen de beademing van de patiënt. Technische alarmen betreffen de configuratie
van het apparaat.
Bij de levering of wanneer het apparaat werd teruggezet, zijn alle fysiologische
alarmen gedeactiveerd. De technische alarmen zijn actief en kunnen niet
geconfigureerd worden.
8.1 Weergavevolgorde van alarmen
Alarmen zijn ingedeeld in de drie prioriteitsstanden laag
hoog
Wanneer meerdere alarmen gelijktijdig worden geactiveerd, wordt altijd het alarm
met de hoogste prioriteit eerst weergegeven.
Het alarm met een lagere prioriteit blijft behouden en wordt na het verhelpen van het
alarm met hogere prioriteit weer weergegeven.
8.2 Fysiologische alarmen deactiveren
De behandelende arts kan beslissen welke fysiologische alarmen geactiveerd,
gedeactiveerd of het geluid ervan uitgeschakeld worden.
Wanneer in de statusregel het symbool
alarmen door de behandelende arts gedeactiveerd.
Wanneer in de statusregel het symbool
fysiologische alarmen door de behandelende arts uitgeschakeld.
8.3 Geluidsuitschakeling van alarmen
1. Geluid van alarm gedurende 120 seconden uitschakelen: Alarmbevestigingstoets
indrukken.
De storing wordt verder in de statusregel weergegeven en de
alarmbevestigingstoets knippert tot de storing werd verholpen.
2. Het geluid van alle akoestische alarmsignalen gedurende 2 minuten uitschakelen:
Alarmbevestigingstoets
.
lang indrukken.
, gemiddeld
verschijnt, werden alle fysiologische
verschijnt, werd het geluid van alle
en
|
NL
31