Inhoudsopgave
Advertenties
Verlichting
Rijverlichting ................................ 85
Binnenverlichting ......................... 88
Verlichtingsfuncties ...................... 89
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Bedieningen rijverlichting
Om de koplampen en de achterlich‐
ten aan of uit te zetten, draait u aan
het uiteinde van de combischakelaar.
De lichtschakelaar heeft drie standen
die de verschillende lichtfuncties als
volgt activeren:
OFF: alle lampen zijn uit.
8: de achterlichten, nummerplaat‐
verlichting en instrumentenpaneel‐
verlichting branden.
Verlichting
9: de koplampen en alle bovenge‐
noemde verlichting gaat branden.
De koplampen gaan automatisch uit
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, nadat het contactslot in de
stand LOCK is gedraaid.
Grootlicht
Om van dimlicht naar grootlicht om te
schakelen, duwt u tegen de hendel.
Om het dimlicht in te schakelen, duwt
u nogmaals tegen de hendel of u trekt
eraan.
85
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
