80
Instrumenten en bedieningsorganen
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt bij ingeschakeld grootlicht en
bij lichtsignaal. Groot licht/ dimlicht
3 85.
Mistlamp
> brandt groen.
Brandt bij ingeschakelde voorste
mistlampen 3 87.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Brandt bij ingeschakeld mistachter‐
licht 3 88.
Portier open
b brandt rood (type 1).
( brandt rood (type 2).
Brandt bij geopende portieren of een
geopende achterklep.
Tripcomputer
<Type 1>
<Type 2>
De boordcomputer voorziet de be‐
stuurder van rijgegevens, zoals de ri‐
jafstand voor de resterende brand‐
stof, omgevingstemperatuur, gemid‐
delde snelheid en rijtijd.
■ Type 1: telkens u de MODE-knop
van de instrumentengroep indrukt,
verandert het display in de onder‐
staande volgorde: