Stel de Bluetooth-functie in.
Selecteer met knop MENU met draai‐
knop TUNE Menu Telefoon →
Bluetooth-instellingen en druk vervol‐
gens MENU in.
Om de Bluetooth-functie te activeren,
moet het Bluetooth-apparaat worden
geregistreerd/gekoppeld/gewist of de
Bluetooth-code worden gewijzigd;
kies Bluetooth met behulp van de
knop MENU met draaiknop TUNE en
gebruik vervolgens de knop MENU
met draaiknop TUNE om het gewen‐
ste item in te stellen.
Voor het instellen van de ringtone en
het volume ervan zoals gebruikt door
de Bluetooth-functie, gebruikt u de
knop MENU met draaiknop TUNE om
Geluid & Signaal te selecteren; stel
vervolgens de gewenste items in met
de knop MENU met draaiknop
TUNE.
■ Het is mogelijk om de ringtones die
u al hebt over te dragen naar het
infotainmentsysteem, afhankelijk
van de mobiele telefoon. Bij zo'n
mobiele telefoon is het niet mogelijk
om de geselecteerde ringtone te
gebruiken.
■ Bij mobiele telefoons die uw ringto‐
nes kunnen overdragen, is het vo‐
lume van de ringtone gebaseerd op
het volume zoals overgedragen
vanaf de mobiele telefoon. Pas het
ringtonevolume van de mobiele te‐
lefoon aan als dit volume te laag is.
Infotainmentsysteem
Als u de Bluetooth-instellingen weer
wilt initialiseren volgens hun stan‐
daardwaarden, gebruikt u de knop
MENU met draaiknop TUNE om het
eerste te herstellen item te selecteren
en kiest u vervolgens Ja met MENU.
145