36
Stoelen, veiligheidssystemen
Demonteren
Druk de vergrendelingen in en trek de
hoofdsteun omhoog.
Hoofdsteunen van achterbank
Hoogteverstelling
Hoofdsteun omhoogtrekken. Voor la‐
ger zetten de pal indrukken en de
hoofdsteun omlaagduwen.
Demonteren
Druk de vergrendelingen in en trek de
hoofdsteun omhoog.
Voorstoelen
Stoelpositie
9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
■ Met zitvlak zo ver mogelijk tegen de
rugleuning zitten. De afstand tot de
pedalen zo instellen dat de benen
bij het intrappen van de pedalen
licht gebogen zijn. De passagiers‐
stoel voorin zover mogelijk naar
achteren schuiven.
■ Met schouders zo ver mogelijk te‐
gen de rugleuning zitten. Stel de
hoek van de rugleuning zo in dat u
het stuurwiel gemakkelijk met licht
gebogen armen kunt vastpakken.
Bij het verdraaien van het stuurwiel,
contact blijven houden tussen
schouders en rugleuning. De rug‐
leuning mag niet te ver achterover‐
hellen. De aanbevolen hellings‐
hoek bedraagt maximaal ca. 25°.
■ Stuurwiel instellen 3 63.
■ Zithoogte zo instellen, dat u
rondom een goed zicht hebt en alle
instrumenten goed kunt aflezen.
Tussen hoofd en dakframe moet
minstens een handbreed tussen‐
ruimte zitten. Uw dijen dienen licht
op de zitting rusten, zonder druk uit
te oefenen.
■ Hoofdsteun instellen 3 35.
■ Hoogte veiligheidsgordel instellen
3 40.