154
Klimaatregeling
Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters
Bij ingeschakelde koeling moet er mi‐
nimaal één luchtrooster geopend zijn
om te voorkomen dat de verdamper
door gebrek aan luchtcirculatie be‐
vriest.
De middelste uitstroomopening is niet
volledig gesloten.
Stel de richting van de luchtstroom in
door de lamellen te kantelen en te
draaien.
Druk op de afdekking van elke uit‐
stroomopening om de zij-uitstroom‐
openingen te openen en draai deze in
de gewenste richting.
Wanneer u geen luchtstroom wilt,
sluit de afdekking van de uitstroom‐
opening.
9 Waarschuwing
Geen voorwerpen bevestigen aan
de roosters van de ventilatieope‐
ningen. Kans op schade en letsel
in geval van een ongeluk.
Vaste luchtroosters
Er bevinden zich bovendien nog
luchtroosters onder de voorruit en de
voorportierruiten, alsook in de voe‐
tenruimte.