Intraluminale lekkage of ballonlekkage
WAARSCHUWING. Intraluminale lekkage (tussen het lumen met de fysiologische zoutoplossing en
de infuuslumina) of ballonlekkage is een potentieel katheterdefect. Bij een dergelijk defect komt steriele
fysiologische zoutoplossing uit het koelcircuit in de patiënt terecht. Intraluminale lekkage of ballonlekkage
gaat gewoonlijk gepaard met een alarm betreffende vloeistofverlies nadat de zak met fysiologische
zoutoplossing is leeggeraakt en het systeem tot stilstand is gekomen. Onderzoek altijd alarmen over het
vloeistofpeil. Het koelcircuit is een gesloten lussysteem – alarmen over vloeistofverlies wijzen meestal op
een breuk ergens in deze gesloten lus. Controleer bij een alarm over vloeistofverlies de integriteit van de
katheter en de opstartkit (zie hieronder).
WAARSCHUWING. Als u opmerkt dat een zak met fysiologische zoutoplossing is leeggeraakt of dat zich
een luchtvalalarm voordoet, vervang de zak met fysiologische zoutoplossing dan pas nadat u de locatie
van het lek hebt geïdentificeerd en de juiste verhelpende maatregelen hebt getroffen. Controleer het
systeem op lekken in overeenstemming met de instructies in de onderstaande paragrafen Op lekken
van de opstartkit controleren en Op lekken van de katheter controleren. (Een lek kan uitwendig of
inwendig zijn.)
Als de zak met fysiologische zoutoplossing herhaaldelijk wordt vervangen zonder dat het lek of het verlies
van fysiologische zoutoplossing wordt onderzocht, kan dit leiden tot onvoorziene infusie van fysiologische
zoutoplossing in de patiënt. De infusie van fysiologische zoutoplossing heeft mogelijk de volgende
ongewenste effecten tot gevolg: plaatselijke zwelling die daaruit voortvloeiende plaatselijke weefsel-
beschadiging kan veroorzaken; systemische vloeistofoverbelasting die tot afhankelijk oedeem en daaruit
voortvloeiende huidafbraak kan leiden; vloeistofoverbelasting van inwendige organen, met daaruit
voortvloeiende overbelasting van de hersenen, de longen of het hart. In sommige gevallen leidt deze
vloeistofoverbelasting mogelijk tot levensbedreigende voorvallen.
Let op. De console geeft een alarm wanneer de zak met fysiologische zoutoplossing leeg is. De zak
moet helemaal leeg zijn en extra fysiologische zoutoplossing moet tussen de spike voor de fysiologische
zoutoplossing en de luchtval zijn leeggelopen zodat het peil van de fysiologische zoutoplossing in de
luchtval voldoende is gezakt dat het alarm wordt getriggerd.
Op lekken van de opstartkit controleren
1. Controleer de luchtval op condensatie. Als de luchtval tekenen van condensatie vertoont, neem de
luchtval dan af en breng hem opnieuw in de console in. In geval van een luchtvalalarm controleert
u of het luchtvalalarm na deze stap is opgeheven.
2. Controleer de baan van de fysiologische zoutoplossing vanaf de zak met fysiologische zoutoplossing
tot de console zorgvuldig op eventuele lekken. Ga na of er fysiologische zoutoplossing is op de vloer,
de console of het bed van de patiënt.
3. Als er fysiologische zoutoplossing op de vloer, de console of het bed van de patiënt is, controleer dan
of de luers op de katheter en de opstartkit geen barsten of beschadiging vertonen en of de
aansluitingen strak genoeg zitten om lekken te voorkomen.
4. Als u een lek in de opstartkit vindt, vervang de opstartkit dan en ga na of er ook een lek in de
katheter zit.
5. Als u geen lek in de opstartkit vindt, zit er waarschijnlijk een lek in de katheter. Onderzoek de
situatie nader.
Op lekken van de katheter controleren
1. Koppel de opstartkit los van de katheter. Plaats op aseptische wijze op de juiste manier een dop op
de katheter en de opstartkit.
2. Vul een steriele spuit van 10 ml met sliptip met steriele fysiologische zoutoplossing.
11