Afbeelding 7.3. Slang in afvoerkoppeling duwen
7. Zodra de connector goed in de koppeling zit, begint de koelvloeistof automatisch door de slang
te stromen.
8. Wacht tot de koelvloeistof niet langer stroomt. Koppel de afvoerslang los door op het metalen lipje
op de koppeling te drukken. Trek de afvoerslang voorzichtig weg.
9. Voer de gebruikte koelvloeistof af.
10. Veeg de koeltank goed droog. Voer een visuele inspectie uit van de geleegde koeltank op
verkleuringen of vreemde deeltjes.
11. Veeg de koeltank zorgvuldig af met ten minste 55% isopropylalcohol of een ander niet-corrosief
desinfecterend middel van ziekenhuiskwaliteit.
12. Spoel de koeltank met koelvloeistof. Spoel niet met fysiologische zoutoplossing.
13. Sluit de afvoerslang weer aan zoals beschreven in stap 4-7 en laat de voor de reiniging gebruikte
vloeistof weglopen. Voer de vloeistof af.
14. Spoel de koeltank met koelvloeistof. Raadpleeg tabel 7.1, 'Gepland onderhoud' op pagina 94.
15. Laat de koeltank na de reiniging leeg (als voorbereiding op verzending) of vul hem met koelvloeistof.
Raadpleeg tabel 7.1, 'Gepland onderhoud' op pagina 94 en 'De console gereedmaken voor
behandeling' op pagina 44 voor details.
16. Plaats het deksel weer op de koeltank.
17. Plaats de afvoerslang weer in de klem. Zet het voorpaneel weer op de console.
98