Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opbouw en functie
5.1.3

Bestuurdersstoel

Afhankelijk van de uitvoering is de machine voorzien van een mechanisch geveerde of van een
luchtgeveerde bestuurdersstoel.
De bestuurdersstoel kan individueel aan de lichamelijke omstandigheden van de bestuurder worden
aangepast. Aangepast kan worden:
de demping van de bestuurdersstoel via de gewichtsinstelling,
de stoelhoogte via de hoogte-instelling,
de stoeldiepte via de lengte-instelling,
de lendensteun,
de hellingshoek van de rugleuning via de instelling voor de rugleuning.
WAARSCHUWING
Gevaar voor de spieren en de botten door een niet juist ingestelde bestuurdersstoel!
Stel de stoeldemping in op uw lichaamsgewicht voordat de machine in gebruik wordt
genomen. Zo wordt schade aan de gezondheid voorkomen.
GEVAAR
Gevaar door kort afgeleid worden!
Stel de bestuurdersstoel alleen bij stilstaande machine in, nooit tijdens een rit (kans op
ongevallen).
Zelfrijdende voermengwagen
Een juiste instelling van de bestuurdersstoel is vooral belangrijk om:
de bedieningselementen snel en gemakkelijk te kunnen bereiken,
o
een ontspannen, niet vermoeiende lichaamshouding in te kunnen nemen,
o
veilig te kunnen rijden.
o
Bestuurdersstoel aanpassen aan uw lichamelijke omstandigheden:
Stel de demping van de stoel niet te zacht in, omdat de stoel anders bij
o
drempels plotseling omhoog en weer omlaag kan komen.
Stel de stoelhoogte en stoeldiepte zo in dat het pedaal gemakkelijk kan worden
o
bereikt en zonder krachtinspanning helemaal kan worden ingetrapt.
Stel de lendensteun zo in dat een holle rug of een ronde rug wordt voorkomen.
o
Het is van wezenlijk belang dat uw hele rug, van het zitvlak tot schouderbladen,
helemaal tegen de rugleuning aan ligt.
Stel de hellingshoek van de rugleuning zo in dat het stuur met iets gebogen
o
armen wordt bereikt.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave