1.
Bedrijfsmodus "Voeren " kiezen (zie
hoofdst. "Bedrijfsmodus "Voeren"",
pagina 77).
2.
Stuur personen of dieren uit de
gevarenzone van de dwarsafvoerband.
3.
Stel via de handgashendel het
motortoerental voor de dieselmotor in. Het
noodzakelijke motortoerental is afhankelijk
van het aandrijfvermogen dat voor de
machine benodigd is.
4.
Drijf de mengvijzels aan met de gewenste
aandrijftoerentallen (zie hoofdst.
"Aandrijftoerental van de mengvijzel
instellen", pagina 140).
5.
Verplaats de dwarsafvoerband eventueel
naar rechts of links (zie hoofdst.
"Dwarsafvoerband verschuiven naar rechts
(of links optioneel)", pagina 139).
6.
Schakel de dwarsafvoerband in de
gewenste aandrijfrichting in (zie hoofdst.
"Dwarsafvoerband in- en uitschakelen",
pagina 137).
7.
Open de doseerschuif langzaam tot het voer
gelijkmatig uit de losopening wordt
gedoseerd (zie hoofdst. "Doseerschuif voor
losopening openen en sluiten", pagina 136).
8.
Rijd met de gewenste, constante rijsnelheid
over de voertafel.
160
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
9.
Corrigeer eventueel de bandsnelheid voor
de dwarsafvoerband (zie hoofdst.
"Bandsnelheid voor de dwarsafvoerband
instellen", pagina 138).
10. Lossen van het voer onderbreken:
10.1 Sluit de doseerschuif.
10.2 Schakel de dwarsafvoerband pas uit
als er geen voer meer wordt gelost
11. Lossen van het voer stoppen als de
mengkuip leeg is:
11.1 Schakel eventueel korte tijd de
snelgang voor de mengvijzels in (zie
hoofdst. "Snelgang voor de mengvijzel
in- en uitschakelen", pagina 141).
11.2 Sluit de doseerschuif.
11.3 Schakel de dwarsafvoerband pas uit
als er geen voer meer wordt gelost.
12. Schuif de dwarsafvoerband weer in de
middelste positie (zie hoofdst.
"Dwarsafvoerband verschuiven naar rechts
(of links optioneel)", pagina 139).
Gebruik van de machine
Zelfrijdende voermengwagen