Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
Gebruikershandleiding
V-
MIX DRIVE
Maximus Plus 1S & 2S
Rev. 5 / 01-24
Printed in Germany – Vertaling van de originele gebruikershandlei-
ding Gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding vóór de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht
nemen!
Bewaren voor toekomstig gebruik!
Soort handboek
ebruikershandleiding
Machineaanduiding
MIX Drive
Machinenr.
14628
Machinetype
achine
Revisieversie
Naam klant
ernard van Lengerich
Toevoeging naam klant
aschinenfabrik GmbH & Co.
KG
Adres klant
renzstraße 16
Plaats klant
-48488 Emsbüren
Telefoon klant
49 (0) 5903 951-0
Fax klant
49 (0) 5903 951-34
E-mail klant
fo@bvl-group.de
Website klant
tp://www.bvl-group.de
Versie document
9-19
Postbus klant
ostfach 1154
Bouwjaar
019
Artikelnr. 120761
g
V-
1
m
1
B
M
G
D
+
+
in
ht
0
P
2
www.bvl-group.de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor BVL Maximus Plus 1S

  • Pagina 1 9-19 Postbus klant ostfach 1154 Bouwjaar MIX DRIVE Maximus Plus 1S & 2S Rev. 5 / 01-24 Artikelnr. 120761 Printed in Germany – Vertaling van de originele gebruikershandlei- ding Gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding vóór de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht...
  • Pagina 3: Algemene Aanwijzingen

    Postadres: Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 Internet: http://www.bvl-group.de E-mail: info@bvl-group.de Bestelling reserveonderdelen/service Voor het adres zie het adres van de fabrikant Tel.: +49 (0)5903 951-566 Fax: +49 (0)5903 951-37 Noodnr.:...
  • Pagina 4 Algemene aanwijzingen Formele gegevens van de gebruikershandleiding Documentnr.: 120761 Rev.: Opgesteld op: 01-2024  Copyright Bernard van Lengerich Maschinenfabrik GmbH & Co. KG, 2024 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, is uitsluitend toegestaan met toestemming van Bernard van Bernard van LengerichMaschinenfabrik GmbH &...
  • Pagina 5 Algemene aanwijzingen Aanwijzing: Registreer uw machine via het BvL serviceportaal of via het bij de machine bijgevoegde leveringsdocument. Voor niet geregistreerde machines kan de servicepartner geen garantieclaim indienen. Met de registratie van de machine wordt een juiste overdracht van de machine en van de gebruikershandleiding alsmede van de inbedrijfstelling gedocumenteerd.
  • Pagina 6: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Gebruikersinformatie ...................... 12 Doel van de gebruikershandleiding ..............12 De gebruikershandleiding bewaren ..............12 Plaatsvermelding in de gebruikershandleiding ........... 12 Gebruikte afbeeldingen .................. 13 Gebruikte begrippen ..................13 Veiligheidsinstructies ...................... 14 Veiligheidsbewust werken ................14 Organisatorische maatregelen ................. 15 2.2.1 Verplichting van de exploitant .................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Opbouw en functie ......................50 Overzicht van de bestuurderscabine ..............50 5.1.1 Cabinedeur ....................51 5.1.1.1 Gasdrukveer ....................51 5.1.1.2 Cabinedeur openen..................52 5.1.1.3 Cabinedeur sluiten..................53 5.1.1.4 Deurruit openen .................... 54 5.1.2 Bestuurdersstoel ................... 55 5.1.2.1 Mechanisch geveerde bestuurdersstoel ............56 5.1.2.2 Luchtgeveerde bestuurdersstoel (speciale uitvoering) ........
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 5.1.13 Informatie- en bedieningsterminal ..............88 5.1.13.1 Modus 1 – Laden ................... 89 5.1.13.2 Modus 2 – Voeren ..................91 5.1.13.3 Modus 3 – Transport ..................92 5.1.13.4 Modus 4 – Diagnose, instellingen en informatie ..........93 5.1.13.4.1 Basisscherm ....................93 5.1.13.4.1.1 Diagnose ......................
  • Pagina 9 Inhoudsopgave 5.4.1 Licht ......................130 5.4.1.1 Stand- of rijlicht in- en uitschakelen .............. 130 5.4.1.2 Knipperlicht, groot licht en lichtclaxon ............131 5.4.1.3 Waarschuwingsknipperlichten ............... 132 5.4.1.4 Werklampen ....................133 5.4.2 Zicht ......................134 5.4.2.1 Ruitenwissers ..................... 134 5.4.2.2 Spiegels ..................... 136 5.4.2.3 Camerasystemen ..................
  • Pagina 10 Inhoudsopgave 7.3.1 Verstoppingen verwijderen ................174 Transportritten ......................175 Reiniging, onderhoud en reparatie ................177 Reinigen ..................... 178 9.1.1 Algemene reiniging ..................179 9.1.2 Reiniging van de motorruimte van binnen en buiten ........180 9.1.2.1 De klep van de motorruimte en de motorafdekking van buiten reinigen ..... 181 9.1.2.2 De motorruimte van binnen reinigen ..............
  • Pagina 11 Inhoudsopgave Structuurvijzel .................... 220 9.6.1 Segmenten van de structuurvijzel bijslijpen ............ 221 9.6.2 Segmenten van de structuurvijzel vervangen ..........222 Toegang tot de mengkuip ................223 Montage en positionering van de mengschroeven ..........225 Snijmessen van de mengvijzel ..............226 9.9.1 Snijmessen slijpen..................
  • Pagina 12: Gebruikersinformatie

    Gebruikersinformatie Gebruikersinformatie Het hoofdstuk Gebruikersinformatie informeert u over de omgang met de gebruikershandleiding. Doel van de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding:  beschrijft de bediening, de reiniging, het onderhoud en de reparatie van de machine,  geeft belangrijke aanwijzingen voor een veilige en efficiënte omgang met de machine. Mocht u toch nog vragen hebben, neem dan contact met ons op.
  • Pagina 13: Gebruikte Afbeeldingen

    De oorzaak van een mogelijk letsel of schade aan de gezondheid. Fabrikant ... de firma Bernard van Lengerich Maschinenfabrik GmbH & Co. KG. … de zelfrijdende voermengwagen Maximus Plus 1S & 2S Machine V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 14: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor de exploitant en de operator voor een veilig en storingsvrij gebruik van de machine. Neem alle veiligheidsinstructies van deze gebruikershandleiding in acht! De meeste ongevallen gebeuren, omdat de eenvoudigste veiligheidsregels niet in acht worden genomen.
  • Pagina 15: Organisatorische Maatregelen

    Veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De gebruikershandleiding:  altijd bewaren op de plaats waar de machine wordt gebruikt,  moet te allen tijde voor de operator en het onderhoudspersoneel toegankelijk zijn. 2.2.1 Verplichting van de exploitant De exploitant is verplicht:  de nationale, algemeen geldende regelingen inzake de veiligheid op het werk, het voorkomen van ongevallen en de bescherming van het milieu in acht te nemen, ...
  • Pagina 16: Kwalificatie Van De Personen

    Veiligheidsinstructies 2.2.3 Kwalificatie van de personen Uitsluitend geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De exploitant moet duidelijk vastleggen welke personen verantwoordelijk zijn voor de bediening, het onderhoud en de reparatie. Een persoon die nog opgeleid wordt, mag uitsluitend onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken.
  • Pagina 17: Productveiligheid

    Veiligheidsinstructies Productveiligheid 2.3.1 Machine veilig bedienen De machine mag uitsluitend worden bediend door een persoon vanuit de bestuurdersplaats van de machine als zich geen personen bevinden binnen de gevarenzone van de machine. Zie hiervoor paragraaf 4.4 "Gevarenzone en gevaarlijke plekken", vanaf pagina 45. 2.3.2 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen ...
  • Pagina 18: Garantie En Aansprakelijkheid

    Veiligheidsinstructies Aan slijtage onderhevige delen vallen niet onder de garantie! Slijtagedelen zijn onder meer:  Messen met houders en bevestigingen  Mengvijzels, complete mengvijzels en delen van mengvijzels Mengvijzels  Breekbouten  Transportbanden  Banden  Lagers  Cardanassen  Mengkuipen en mengkuipbekledingen ...
  • Pagina 19: Fundamentele Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Fundamentele veiligheidsinstructies Fundamentele veiligheidsinstructies:  gelden altijd voor een veilig gebruik van de machine,  zijn samengevat in de onderstaande paragrafen. 2.4.1 Algemene instructies voor veiligheid en ongevallenpreventie  Neem behalve de veiligheidsinstructies van dit hoofdstuk ook de algemeen geldende nationale veiligheidsinstructies en de ongevallenpreventievoorschriften in acht.
  • Pagina 20: Hydraulische Installatie

    Veiligheidsinstructies Inzet van de machine  Maak u vóór het begin van de werkzaamheden vertrouwd met alle voorzieningen, bedieningselementen en functies van de machine! Tijdens de werkzaamheden is het daarvoor te laat.  Draag nauwsluitende kleding! Bij loszittende kleding is het gevaar groter dat de kleding door aandrijfassen wordt gegrepen of opgerold.
  • Pagina 21 Veiligheidsinstructies  Blokkeer geen bedieningselementen van de machine die dienen om componenten direct hydraulische of elektrische bewegingen te laten uitvoeren, bijv. inklap-, zwenk- of schuifbewegingen! De afzonderlijke beweging moet automatisch stoppen als u het betreffende bedieningselement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van voorzieningen: die continu zijn, die automatisch geregeld worden, waarvoor, afhankelijk van de functie, een zweefstand of een drukpositie vereist is.
  • Pagina 22: Elektrische Installatie

    Veiligheidsinstructies 2.4.3 Elektrische installatie  Koppel vóór alle werkzaamheden aan de elektrische installatie de minpool van de accu los.  Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Als u sterkere zekeringen gebruikt, kan de elektrische installatie vernield raken en bestaat er kans op brand. ...
  • Pagina 23: Banden

    Veiligheidsinstructies 2.4.5 Banden  Werkzaamheden aan de banden en de wielen mogen uitsluitend door vaklieden met passend montagegereedschap uitgevoerd worden.  Parkeer de machine op een veilige plek en beveilig de machine tegen onbedoeld omlaag bewegen en wegrollen (parkeerrem, wig) voordat u werkzaamheden aan de banden gaat uitvoeren. ...
  • Pagina 24: Voermengwagens

    Veiligheidsinstructies 2.4.6 Voermengwagens  Slechts één enkele persoon mag de voermengwagen bedienen.  Stuur andere personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de machine gaat bedienen.  Het is verboden: om personen te laten verblijven boven de voermengwagen, bijv. voor het handmatig beladen van de mengkuip vanuit een silo of een hooibodem! Als iemand zich boven de voermengwagen bevindt, bestaat het gevaar dat hij in de mengkuip valt, om op de bovenste rand van de mengbak te klimmen,...
  • Pagina 25: Reiniging, Onderhoud En Reparatie

    Veiligheidsinstructies 2.4.7 Reiniging, onderhoud en reparatie  Voer de voorgeschreven reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd op tijd uit (zie onderhoudsboekje).  Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u de machine gaat reinigen, onderhouden of repareren.  Aanwezige mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische of elektronische restenergieën kunnen plotselinge bewegingen van de machine veroorzaken.
  • Pagina 26: Instructies Voor Een Veilige Werkwijze En Belangrijke Informatie

    Veiligheidsinstructies Instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie De gebruikershandleiding bevat instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie. Signaalwoorden en symbolen dienen om instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie in één oogopslag te kunnen herkennen. 2.5.1 Instructies voor een veilige werkwijze Instructies voor een veilige werkwijze: ...
  • Pagina 27: Belangrijke Informatie

    Veiligheidsinstructies 2.5.2 Belangrijke informatie Belangrijke informatie:  bevat aanwijzingen voor een juiste omgang met de machine,  bevat tips voor een optimaal gebruik van de machine,  wordt gekenmerkt door de onderstaande symbolen. BELANGRIJK kenmerkt een verplichting tot een bijzonder gedrag of een activiteit voor een juiste omgang met de machine.
  • Pagina 28: Waarschuwingsborden

    Veiligheidsinstructies 2.6.1 Waarschuwingsborden Een waarschuwingsbord bestaat uit 2 pictogrammen: (1) Pictogram voor het beschrijven van de gevaarlijke situatie Het pictogram toont een illustratieve beschrijving van de gevaarlijke situatie binnenin een driehoekig veiligheidssymbool. (2) Pictogram voor het vermijden van de gevaarlijke situatie Het pictogram toont een illustratieve instructie om de gevaarlijke situatie te vermijden.
  • Pagina 29 Veiligheidsinstructies Bestelnummer en verklaring 72720 Waarschuwingsbord Lees de gebruikershandleiding en de veiligheidsinstructies goed door en neem deze in acht voordat u de machine in gebruik neemt! 72723 Waarschuwingsbord Gevaarlijke situatie door elektrische schok of verbrandingen, veroorzaakt door onbedoeld aanraken van elektrische hoogspanningsleidingen of door ongeoorloofd naderen van onder hoogspanning staande leidingen! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot...
  • Pagina 30 Veiligheidsinstructies 72732 Waarschuwingsbord Gevaar doordat de vingers en de hand gesneden of afgesneden worden, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende delen die aan het arbeidsproces deelnemen! Deze gevaarlijke situatie kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken.  Grijp nooit in de gevaarlijke plek, zolang de motor van de tractor loopt en de cardanas / hydraulische / elektronische installatie aangesloten is.
  • Pagina 31 Veiligheidsinstructies 72740 Waarschuwingsbord Gevaren bij ingrepen aan de machine, zoalsbijv. werkzaamheden voor het monteren, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, onderhouden en repareren, veroorzaakt door onbedoeld starten en wegrollen van de machine! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
  • Pagina 32 Veiligheidsinstructies 72747 Waarschuwingsbord Elektrische gevaren bij ingrepen aan de machine! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.  Beveilig de machine vóór alle ingrepen aan de machine tegen onbedoeld starten en onbedoeld wegrollen.  Lees afhankelijk van de ingreep de instructies in de desbetreffende hoofdstukken van deze gebruikershandleiding en neem deze in acht.
  • Pagina 33 Veiligheidsinstructies 89594 (alleen indien glijgoot aanwezig (optioneel)) Waarschuwingsbord Gevaar doordat het hele lichaam bekneld raakt of gestoten wordt, veroorzaakt door het feit dat iemand zich in de zwenkzone van zijwaarts bewegende delen van de machine bevindt! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
  • Pagina 34: Instructieborden

    Veiligheidsinstructies 2.6.2 Instructieborden Een instructiebord bestaat uit een pictogram: (1) Pictogram met informatie over een vakkundige omgang met de machine. Het pictogram bevat de informatie in de vorm van een afbeelding of beschrijving of in de vorm van een tabel. Bestelnummer en verklaring 104714 Instructiebord...
  • Pagina 35 Veiligheidsinstructies 109615 Instructiebord Attentie! Beschadiging van het filter!  Om een beschadiging van het filter te voorkomen, mag het niet met perslucht worden gereinigd! 110458 Instructiebord Gegevens over het koelmiddel!  Voor het vullen van de airconditioning de aangegeven hoeveelheid koelmiddel gebruiken. 114779 Instructiebord Dit pictogram kenmerkt bevestigingspunten aan de machine voor...
  • Pagina 36: Plaatsing Van De Waarschuwings- En Instructieborden

    Veiligheidsinstructies 2.6.3 Plaatsing van de waarschuwings- en instructieborden De volgende afbeeldingen tonen de plaatsing van de waarschuwings- en instructieborden op de machine. 72732 72720 72723 72747 72740 72736 109618 110458 104703 72734 72734 89595 89595 72745 72745 72732 72732 72730 89595 72734 72730...
  • Pagina 37 Veiligheidsinstructies 72732 72734 88520 72730 72742 72730 85358 85203 85358 85204 Afb. 2-2: Waarschuwings- en instructieborden aan de rechter kant van de machine V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 38: Gevaren Bij Het Niet In Acht Nemen Van De Waarschuwings- En Instructieborden

    Veiligheidsinstructies 107040 114995 85204 72730 72730 72734 72730 72734 72742 72734 88520 88324 72732 Afb. 2-3: Waarschuwings- en instructieborden aan de linker kant van de machine Gevaren bij het niet in acht nemen van de waarschuwings- en instructieborden Als de waarschuwings- en instructieborden niet in acht worden genomen, kan dit: ...
  • Pagina 39: Ver- En Afladen

    Ver- en afladen Ver- en afladen Voor het verladen wordt de machine op een aanhanger gereden en op de aangegeven punten vastgesjord. Voor het afladen wordt de machine van de aanhanger gereden. Aan de machine zijn bevestigingspunten voor het vastsjorren aangegeven met het pictogram. V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 40: Productbeschrijving

    Productbeschrijving Productbeschrijving Dit hoofdstuk bevat:  omvangrijke informatie over de opbouw van de machine,  de benamingen van de afzonderlijke componenten en bedieningsdelen. Lees dit hoofdstuk bij voorkeur direct bij de machine. Zo kunt u zich het beste met de machine vertrouwd maken.
  • Pagina 41 Productbeschrijving Afb. 4-2: Gehele machine rechter kant machine Montageklep Rijlicht Uitwerpkap Motorruimte Buitenspiegel rechts (10) Dwarsafvoerband Werklampen (11) Tegenmes Uitkuilarm (12) Mengkuip Cabine Structuurvijzel met veiligheidsvoorziening V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 42 Productbeschrijving Afb. 4-3: Gehele machine linker kant machine (bestuurderskant) Mengkuip AdBlue-tank Werklampen Opstap Achteruitrijcamera Trap, daarachter: schakelkast Voertuigverlichting achter Hydraulische olietank Brandstoftank (10) Condensator + airconditioning Vertaling van de originele gebruikershandleiding V-MIX Drive Artikelnummer 120761...
  • Pagina 43: Juist Gebruik

    Productbeschrijving Juist gebruik De zelfrijdende voermengwagen Maximus Plus 1S & 2S:  is een verticaalmenger en dient uitsluitend om diervoeder via de structuurvijzel op te nemen en om diervoeder in de veehouderij fijn te snijden, homogeen te mengen, te transporteren en te verdelen, ...
  • Pagina 44: Veiligheids- En Beschermingsvoorzieningen

    Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen en de plaatsing van de correct gemonteerde en zich in de beschermende positie bevindende veiligheidsvoorzieningen. WAARSCHUWING Gevaren doordat personen bekneld raken, ingetrokken en vastgegrepen worden, kunnen ontstaan als tijdens het gebruik van de machine de bewegende delen van de machine niet zijn beveiligd! ...
  • Pagina 45: Gevarenzone En Gevaarlijke Plekken

    Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plekken De gevarenzone is de zone in en/of om een machine, waarin gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van een persoon kunnen ontstaan. In de gevarenzone mogen zich geen personen bevinden:  als de dieselmotor loopt, ...
  • Pagina 46: Gevarenzone Bordes

    Productbeschrijving 4.4.1 Gevarenzone bordes Levensgevaar door meerijden op het bordes achter de bestuurderscabine! GEVAAR Het meerijden op het bordes is verboden. Door vallen of beknelling dreigt direct ernstig letsel met mogelijk de dood tot gevolg. Voor het betreden van het bordes moet het volgende in acht worden genomen: ...
  • Pagina 47: Technische Gegevens

    Productbeschrijving Technische gegevens Eenhe Type 11-1S 13N-1S 13H-1S 15-1S 17-1S 19-2S 21-2S Inhoud: 11,2 12,2 13,2 14,2 16,2 18,6 20,2 Aantal koeien: 76-85 82-91 95-105 102-112 115-131 120-136 135-153 Motor: 4-cilinder FPT max. 128 kW / 174 pk Totale lengte: 6840 6970 7030...
  • Pagina 48: Elektrische Installatie

    Productbeschrijving 4.6.2 Elektrische installatie  Voertuigspanning: 24 V  Spanning cabine-stopcontacten: 12 V  2x 12 V – 110 AH Accu: Typeplaatje en CE-markering Typeplaatje en CE-markering De volgende afbeeldingen tonen de plaatsing van het typeplaatje, het chassisnr. (machinenummer) en de CE-markering.
  • Pagina 49: Conformiteit

    Productbeschrijving Conformiteit De machine voldoet aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de volgende richtlijnen en normen:  Machinerichtlijn 2006/42/EG  EMC-richtlijn 2014/30/EU  EN 349:1993+A1:2008  EN 703:2004+A1:2009  EN ISO 4254-1:2015  EN ISO 4413:2010  EN ISO 4414:2010 ...
  • Pagina 50: Opbouw En Functie

    Opbouw en functie Opbouw en functie Het volgende hoofdstuk bevat informatie over de opbouw van de machine en over de functies van de afzonderlijke componenten. De machines worden deels met speciale uitrustingen afgebeeld. Speciale uitrustingen zijn in deze gebruikershandleiding als zodanig gekenmerkt en zijn tegen meerprijs leverbaar. Overzicht van de bestuurderscabine Dit overzicht moet u helpen om zich snel met de bestuurderscabine vertrouwd te maken.
  • Pagina 51: Cabinedeur

    Opbouw en functie 5.1.1 Cabinedeur Als de cabinedeur tijdens het rijden open staat, bestaat levensgevaar doordat iemand GEVAAR per ongeluk uit de bestuurderscabine valt! Het rijden met de machine met geopende cabinedeur is verboden. WAARSCHUWING Kans op letsel voor personen of dieren als de cabinedeur onachtzaam wordt geopend en gesloten! Controleer of zich geen personen of dieren binnen het zwenkbereik van de cabinedeur bevinden voordat u de cabinedeur opent of sluit.
  • Pagina 52: Cabinedeur Openen

    Opbouw en functie 5.1.1.2 Cabinedeur openen Van buiten: Stuur personen of dieren uit het zwenkbereik van de cabinedeur. Open het deurslot (1) met de deursleutel. Duw het deurslot (1) in en open de deur. Afb. 5-4: Cabinedeur openen Van binnen: Stuur personen of dieren uit het zwenkbereik van de cabinedeur.
  • Pagina 53: Cabinedeur Sluiten

    Opbouw en functie 5.1.1.3 Cabinedeur sluiten WAARSCHUWING Als een deur niet goed is gesloten en tijdens het rijden plotseling open gaat, bestaat kans op letsel en ongevallen voor personen of dieren! Sluit de cabinedeur nooit onachtzaam en ongecontroleerd. WAARSCHUWING Gevaar door onbevoegd gebruik van de machine! Sluit het deurslot af als u de machine zonder toezicht achterlaat.
  • Pagina 54: Deurruit Openen

    Opbouw en functie 5.1.1.4 Deurruit openen WAARSCHUWING Kans op letsel voor personen of dieren als de deurruit onachtzaam wordt geopend en gesloten! Controleer of zich geen personen of dieren binnen het zwenkbereik van de deurruit bevinden voordat u de deurruit opent of sluit. WAARSCHUWING Als een deurruit niet goed gesloten is en tijdens het rijden plotseling open gaat, bestaat kans op letsel en ongevallen voor personen of dieren! ...
  • Pagina 55: Bestuurdersstoel

    Opbouw en functie 5.1.2 Bestuurdersstoel Afhankelijk van de uitvoering is de machine voorzien van een mechanisch geveerde of van een luchtgeveerde bestuurdersstoel. De bestuurdersstoel kan individueel aan de lichamelijke omstandigheden van de bestuurder worden aangepast. Aangepast kan worden:  de demping van de bestuurdersstoel via de gewichtsinstelling, ...
  • Pagina 56: Mechanisch Geveerde Bestuurdersstoel

    Opbouw en functie 5.1.2.1 Mechanisch geveerde bestuurdersstoel Afbeelding wijkt af van het origineel Afb. 5-10: Mechanisch geveerde bestuurdersstoel (1) Rugverlenging (hoofdsteun): Stel de rugverlenging in door deze omhoog te trekken of omlaag te duwen. Om de hoofdsteun te verwijderen, trekt u deze omhoog.
  • Pagina 57 Opbouw en functie (3) Rugleuninginstelling: Trek de vergrendelingshendel (1) omhoog en stel deze in door tegelijkertijd de rugleuning te be- /ontlasten.  Na het vergrendelen mag de rugleuning niet in een andere positie bewogen kunnen worden. Afb. 5-13: Rugleuninginstelling (4) Gewichtsinstelling: Klap de zwengel (1) naar buiten.
  • Pagina 58: Luchtgeveerde Bestuurdersstoel (Speciale Uitvoering)

    Opbouw en functie 5.1.2.2 Luchtgeveerde bestuurdersstoel (speciale uitvoering) Afb. 5-16: Luchtgeveerde bestuurdersstoel (1) Hoofdsteun: Verstel de hoofdsteun in hoogte door deze omhoog te trekken of omlaag te duwen. Verstel de helling van de hoofdsteun door deze te kantelen. Om de hoofdsteun te verwijderen, trekt u deze omhoog.
  • Pagina 59 Opbouw en functie (3) Lendensteun: Door het bedienen van de voorste (1) en achterste (2) schakelaar wordt de dikte van de welving in het onderste en bovenste gedeelte van de rugleuning individueel aangepast. Als de welving van de rugleuning bij het bedienen van de schakelaar op "+"...
  • Pagina 60 Opbouw en functie (8) Stoeldiepte-instelling Trek de knop (1) omhoog en stel de zitting in door deze tegelijkertijd naar voren of achteren te schuiven. Afb. 5-22: Stoeldiepte-instelling Vertaling van de originele gebruikershandleiding V-MIX Drive Artikelnummer 120761...
  • Pagina 61: Stuur

    Opbouw en functie 5.1.3 Stuur De positie van het stuur kan traploos in de hoogte en in helling worden ingesteld. Gevaar door kort afgeleid worden! GEVAAR Verstel nooit tijdens de rit de positie van het stuur (kans op ongevallen). De stuurkolom (2) wordt door veerdruk in een verticale positie gehouden.
  • Pagina 62: Overzicht Van Het Dashboard

    Opbouw en functie 5.1.5 Overzicht van het dashboard Dit overzicht moet u helpen om zich snel met de instrumenten, de waarschuwings- en controlelampjes en de bedieningselementen van het dashboard vertrouwd te maken. Afb. 5-25: Dashboard (1) Waarschuwings- en controlelampjes (5) Display (6) Display voor de temperatuur van de hydraulische (2) Snelheidsmeter olie...
  • Pagina 63: Instrumenten

    Opbouw en functie 5.1.5.1 Instrumenten De instrumenten in het dashboard geven de bedrijfstoestanden van de machine weer. 5.1.5.1.1 Snelheidsmeter Het display geeft de op dat moment gereden snelheid aan. Afb. 5-26: Snelheidsmeter 5.1.5.1.2 Display voor de brandstofvoorraad Het display geeft het huidige peil in de brandstoftank tussen E en F in de brandstoftank weer.
  • Pagina 64: Display

    Opbouw en functie 5.1.5.1.3 Display (1) Tijd Geeft de tijd aan. De tijd wordt ingesteld door op de menu–knop te drukken en met de pijltjesknoppen naar de tijd te navigeren, op de OK–knop te drukken, met de pijltjesknoppen de tijd in te stellen en met de OK–knop te bevestigen.
  • Pagina 65: Toerenteller

    Opbouw en functie 5.1.5.1.5 Toerenteller Het display geeft het huidige motortoerental aan. Afb. 5-30: Toerenteller V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 66: Waarschuwings- En Controlelampjes

    Opbouw en functie 5.1.5.2 Waarschuwings- en controlelampjes De waarschuwings- en controlelampjes geven bepaalde functies resp. storingen weer. Enkele van de hier genoemde waarschuwings- en controlelampjes horen bij een bepaalde machine-uitvoering of zijn een bestanddeel van een speciale uitvoering. De bij de betreffende beschrijvingen en waarschuwingen behorende waarschuwings- en controlelampjes vindt u op de aangegeven pagina´s ( bijv.
  • Pagina 67: Controlelampjes Van De Verlichting En De Knipperlichten

    Opbouw en functie 5.1.5.2.2 Controlelampjes van de verlichting en de knipperlichten Dimlicht zie pagina Brandt als het dimlicht is ingeschakeld. Groot licht zie pagina Brandt als het groot licht ingeschakeld is of als de lichtclaxon wordt gebruikt. Knipperlichten zie pagina Knippert als de knipperlichten zijn ingeschakeld.
  • Pagina 68: Bedieningselementen

    Opbouw en functie 5.1.5.3 Bedieningselementen Combischakelaar voor knipperlicht, groot licht, zie pagina lichtclaxon, ruitenwisser/ruitensproeier voor en claxon 131/ 134  Knipper-, groot licht, lichtclaxon  Ruitenwissers/ruitensproeier voor  Claxon Waarschuwingsknipperlichten zie pagina Waarschuwingsknipperlichten aan/uit Rij- en standlicht zie pagina Rij- en standlicht aan/uit. Spiegelverwarming zie pagina Spiegelverwarming aan/uit.
  • Pagina 69: Overzicht Van De Bedieningsconsole

    Opbouw en functie 5.1.6 Overzicht van de bedieningsconsole Op de bedieningsconsole bevinden zich verschillende bedieningselementen en waarschuwingslampjes. Enkele van de genoemde bedieningselementen horen bij een bepaalde machine-uitvoering of zijn een bestanddeel van een speciale uitvoering. 5.1.6.1 Bedieningselementen Ruitenwissers zie pagina Schakelstand 0: Wissen uitschakelen.
  • Pagina 70 Opbouw en functie Keuzeschakelaar voor de bedrijfsmodi zie pagina 79 Bedrijfsmodi selecteren: = laden = voeren = transport = diagnosemodus Multifunctionele hendel zie pagina 84 Functies van de machine uitvoeren. Handgashendel voor dieselmotor zie pagina 72 Motortoerental van de dieselmotor instellen. (1) Mengvijzel zie pagina Mengvijzel in-/uitschakelen.
  • Pagina 71: Bewaking Van De Werking Van De Dieselmotor

    Opbouw en functie 5.1.7 Bewaking van de werking van de dieselmotor In dit hoofdstuk worden de verschillende displays en de waarschuwings- en controlelampjes beschreven die voor de bewaking van de werking van de dieselmotor op het dashboard of in de informatie- en bedieningsterminal kunnen verschijnen.
  • Pagina 72: Waarschuwingslampje Laadcontrole/Draaistroomgenerator

    Opbouw en functie 5.1.7.3 Waarschuwingslampje laadcontrole/draaistroomgenerator Als dit waarschuwingslampje brandt, worden de accu´s niet opgeladen. Het waarschuwingslampje gaat branden als het contact ingeschakeld wordt. Het moet weer uitgaan als de dieselmotor opgestart is. Als het waarschuwingslampje tijdens het rijden brandt, worden de accu's niet meer door de draaistroomgenerator opgeladen.
  • Pagina 73: Koelmiddelpeil

    Opbouw en functie 5.1.7.3.3 Koelmiddelpeil Als het waarschuwingslampje (1) in de stuurcabine brandt, is het koelmiddelpeil te laag. Het waarschuwingslampje in de stuurcabine begint te branden als het contact ingeschakeld wordt. Het moet weer uitgaan als de dieselmotor opgestart is. Er is sprake van een storing als: ...
  • Pagina 74: Indicatielampjes Regeneratie Uitlaatgasnabehandeling

    Opbouw en functie 5.1.7.5.1 Indicatielampjes regeneratie uitlaatgasnabehandeling De indicatielampjes (1) in het display in de stuurkolom geven de status voor de regeneratie van de uitlaatgasnabehandeling aan. Alleen het indicatielampje voor de actieve modus wordt weergegeven. Afb. 5-31: Display met indicatielampjes uitlaatgasnabehandeling Automatische regeneratie voorkomen De automatische regeneratie wordt onderdrukt.
  • Pagina 75: Bewaking Van De Werking Van De Dieselmotor Met De Elektronische Motorbesturing

    Opbouw en functie 5.1.8 Bewaking van de werking van de dieselmotor met de elektronische motorbesturing De werking van de dieselmotor wordt bewaakt door een elektronische motorbesturing om de dieselmotor in bepaalde situaties te beschermen tegen schade. Afhankelijk van de ernst van de herkende storing kan de dieselmotor met beperking doordraaien, waarbij het motorcontrolelampje permanent brandt of het waarschuwingslampje "STOP"...
  • Pagina 76: Controle- En Waarschuwingslampjes Voor De Bedrijfstoestanden Van De Hydraulische Installatie

    Opbouw en functie 5.1.9 Controle- en waarschuwingslampjes voor de bedrijfstoestanden van de hydraulische installatie 5.1.9.1 Waarschuwingslampje hydraulische olietemperatuur Als het waarschuwingslampje brandt, is de hydraulische olietemperatuur te hoog. Er is sprake van een storing als:  het waarschuwingslampje niet uitgaat nadat het contact een paar seconden ingeschakeld is, ...
  • Pagina 77: 5.1.10.1 Cabine Verwarmen Of Koelen

    Opbouw en functie 5.1.10.1 Cabine verwarmen of koelen WAARSCHUWING Gevaar voor verkoudheid door koude luchtstromen tijdens het koelen van de cabineruimte!  Stel de lucht in de cabine niet lager in dan ca. 5 - 8°C onder de buitentemperatuur.  Richt koude luchtstroom niet direct op het lichaam.
  • Pagina 78 Opbouw en functie Cabine verwarmen Draai aan de draairegelaar (3) om de gewenste temperatuur in te stellen. Draai de draairegelaar (3) naar rechts tot tegen de aanslag om het grootst mogelijke verwarmingsvermogen te behalen. Draai de ventilatieregelaar (1) in één van de standen 0 –...
  • Pagina 79: Bedrijfsmodi Selecteren

    Opbouw en functie 5.1.11 Bedrijfsmodi selecteren Het selecteren van de 4 mogelijke bedrijfsmodi "Laden", "Voeren", "Transport" en "Diagnose en instellingen" vindt plaats via de draaischakelaar "Bedrijfsmodi". Afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus verschijnt het basisscherm "Laden", "Voeren", "Transport" of "Diagnose en instellingen" op de informatie- en bedieningsterminal. In de geselecteerde bedrijfsmodus zijn de niet benodigde functies van de machine geblokkeerd.
  • Pagina 80: 5.1.11.1 Bedrijfsmodus "Laden

    Opbouw en functie 5.1.11.1 Bedrijfsmodus "Laden"  De Bedrijfsmodus "Laden" selecteren als voercomponenten via de structuurvijzel moeten worden opgenomen.  In de Bedrijfsmodus "Laden" bedrijfsmodus "Laden" kan de machine bij maximaal motortoerental van de dieselmotor (1800 omw./min.) met een rijsnelheid tussen 0 - 12 km/uur via het rijpedaal worden bewogen.
  • Pagina 81: 5.1.11.2 Bedrijfsmodus "Voeren

    Opbouw en functie 5.1.11.2 Bedrijfsmodus "Voeren"  Selecteer de Bedrijfsmodus "Voeren" als voer verdeeld moet worden.  In de Bedrijfsmodus "Voeren" is het motortoerental van de dieselmotor beperkt tot ca. 1800 omw./min., behalve bij de snelgang van de mengvijzel(s) (dan 2000 omw./min.). ...
  • Pagina 82: 5.1.11.3 Bedrijfsmodus "Transport

    Opbouw en functie 5.1.11.3 Bedrijfsmodus "Transport“  Kies bij transportritten de Bedrijfsmodus "Transport“bedrijfsmodus "Transport".  In de Bedrijfsmodus "Transport“ is het motortoerental van de dieselmotor beperkt tot ca. 1800 omw./min. (Eco-Mode: 1800 omw./min., die bij het bereiken van de gewenste rijsnelheid worden verlaagd (de precieze waarde is afhankelijk van de uitvoering).) ...
  • Pagina 83: 5.1.11.4 Bedrijfsmodus "Diagnose, Instellingen En Informatie

    Opbouw en functie 5.1.11.4 Bedrijfsmodus "Diagnose, instellingen en informatie"  Selecteer de bedrijfsmodus "Diagnose, instellingen en informatie" als een instelling moet worden gedaan en/of een storing moet worden gezocht. Zet de keuzeschakelaar (2) in positie "4" (Diagnose, instellingen en informatie). ...
  • Pagina 84: Multifunctionele Hendel

    Opbouw en functie 5.1.12 Multifunctionele hendel Dit hoofdstuk geeft de machinefuncties weer die met de multifunctionele hendel worden uitgevoerd.  De functie van de knoppen van de multifunctionele hendel is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus.  In de neutrale stand wordt de uitgevoerde functie gestopt. ...
  • Pagina 85: 5.1.12.1 Multifunctionele Hendel - Modus 1: Laden

    Opbouw en functie 5.1.12.1 Multifunctionele hendel – modus 1: Laden Afb. 5-48: Multifunctionele hendel – modus 1 (Laden) Laden aan/uit Laden omkeren Toerental elevator met 5% verhogen. Uitkuilarm omhoog bewegen Toerental elevator 5% verlagen. Uitkuilarm neerlaten Beschermkap open/dicht Rijrichting rijaandrijving Structuurvijzel omkeren (10) Knop aan de achterzijde (rood): Storingsbevestiging...
  • Pagina 86: 5.1.12.2 Multifunctionele Hendel - Modus 2: Voeren

    Opbouw en functie 5.1.12.2 Multifunctionele hendel – modus 2: Voeren Afb. 5-49: Multifunctionele hendel – modus 2 (Voeren) Voorkeuze schuif 1 Dwarsafvoerband naar rechts verschuiven Voorkeuze schuif 2 Uitkuilarm omhoog bewegen Voorkeuze schuif 3 Dwarsafvoerband naar links verschuiven Losopening openen/sluiten (10) Uitkuilarm neerlaten Dwarsafvoerband rechts lossen (11) Rijrichting rijaandrijving...
  • Pagina 87: 5.1.12.3 Multifunctionele Hendel - Modus 3: Transport

    Opbouw en functie 5.1.12.3 Multifunctionele hendel – modus 3: Transport Afb. 5-50: Multifunctionele hendel – modus 3 (Transport) Rijrichting rijaandrijving V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 88: Informatie- En Bedieningsterminal

    Opbouw en functie 5.1.13 Informatie- en bedieningsterminal De informatie- en bedieningsterminal met zijn schermen is als volgt opgebouwd. Afb. 5-51: Informatie- en bedieningsterminal Pos. Benaming Beschrijving Display Gekozen gedeelte weergeven. Selectieknoppen Functies selecteren resp. in-/uitschakelen en toerentalaanpassing in stappen van 5%. Modus 1, 2, 3: Toerental voermengwagen aanpassen.
  • Pagina 89: 5.1.13.1 Modus 1 - Laden

    Opbouw en functie 5.1.13.1 Modus 1 – Laden De selectie vindt plaats via de selectieknoppen en de draairegelaar. Afb. 5-52: Modus 1 – Laden Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel Geeft het toerental van de voermengwagen in % weer. Groen: Stoel is bezet. Stoelcontactschakelaar Rood: Stoel is niet bezet.
  • Pagina 90 Opbouw en functie Afb. 5-53: Modus 1 – Laden Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel aan/uit Mengvijzel in-/uitschakelen. Geeft aan of de snelgang van de mengvijzel is in- of uitgeschakeld. Mengvijzel snelgang Groen: Snelgang van de mengvijzel is ingeschakeld. Blauw: Snelgang van de mengvijzel is uitgeschakeld. Dieselverbruik Geeft het huidig verbruik van de dieselmotor weer.
  • Pagina 91: 5.1.13.2 Modus 2 - Voeren

    Opbouw en functie 5.1.13.2 Modus 2 – Voeren De selectie vindt plaats via de selectieknoppen en de draairegelaar. Afb. 5-54: Modus 2 – Voeren Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel Geeft het toerental van de voermengwagen in % weer. Stoelcontactschakelaar Groen: Stoel is bezet. Rood: Stoel is niet bezet.
  • Pagina 92: 5.1.13.3 Modus 3 - Transport

    Opbouw en functie 5.1.13.3 Modus 3 – Transport Afb. 5-55: Modus 3 – Transport Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel Geeft het toerental van de voermengwagen in % weer. Groen: Stoel is bezet. Stoelcontactschakelaar Rood: Stoel is niet bezet. Koelwatertemperatuur Geeft de huidige koelwatertemperatuur weer. Weergave Geeft de tijd en snelheid weer.
  • Pagina 93: 5.1.13.4 Modus 4 - Diagnose, Instellingen En Informatie

    Opbouw en functie 5.1.13.4 Modus 4 – Diagnose, instellingen en informatie 5.1.13.4.1 Basisscherm Het basisscherm in de modus Diagnose, instellingen en informatie toont alle functies die in deze modus mogelijk zijn. De selectie vindt plaats via de draairegelaar. Instellingen Informatie Afb.
  • Pagina 94: 5.1.13.4.1.1 Diagnose

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.1 Diagnose Afb. 5-57: Diagnose, instellingen en informatie - Diagnose Pos. Benaming Beschrijving Status rijaandrijving Naar het menu "Status rijaandrijving" gaan. Status I/Os Naar het menu "Status I/Os" gaan. Storingsmeldingen motor Naar het menu "Storingsmeldingen motor" gaan. Machinebesturing Naar het menu "Machinebesturing"...
  • Pagina 95: Status Rijaandrijving

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.1.1 Status rijaandrijving Afb. 5-58: Diagnose, instellingen en informatie – Diagnose – Ingangen rijaandrijving Pos. Benaming Beschrijving De sensor is in orde. Sensorstatus De sensor bevindt zich buiten het tolerantiebereik en meldt Storing een storing (bv. kabelbreuk). Opsomming Benaming van de sensor 5.1.13.4.1.1.2...
  • Pagina 96: Storingsmelding Motor

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.1.3 Storingsmelding motor Afb. 5-60: Diagnose, instellingen en informatie – Diagnose – Status rijaandrijving Pos. Benaming Beschrijving Storingscode Counter Geeft aan hoe vaak de storing is opgetreden. Failure Mode Identifier / Storingsmodus identificator De storingen kunnen met een storingscodelijst in leesbare tekst worden omgezet. 5.1.13.4.1.1.4 Machinebesturing Machinebesturing...
  • Pagina 97: Status Hydraulisch Oliefilter

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.1.5 Status hydraulisch oliefilter Afb. 5-62: Diagnose, instellingen en informatie – Diagnose – Status hydraulisch oliefilter Pos. Benaming Beschrijving Het filter werkt naar behoren. De drukverschilsensor aan het filter heeft een storing gemeld, Status d.w.z. het filter is evt. vervuild. Bij koude temperaturen en Storing verhoogd motortoerental kan de sensor eveneens een storing melden, alhoewel alles in orde is.
  • Pagina 98: 5.1.13.4.1.2 Instellingen

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2 Instellingen Afb. 5-63: Diagnose, instellingen en informatie - Instellingen Pos. Benaming Beschrijving Tijd Naar het menu "Tijd" gaan. Uitkuilautomatiek Naar het menu "Uitkuilautomatiek" gaan. Ventilatie-omkering Naar het menu "Ventilatie-omkering" gaan. Taal Naar het menu "Taal" gaan. Displayhelderheid Naar het menu "Displayhelderheid"...
  • Pagina 99: Tijd

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2.1 Tijd Tijd Afb. 5-64: Diagnose, instellingen en informatie – Instellingen – Tijd Pos. Benaming Beschrijving Tijd Tijd instellen. V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 100: Uitkuilautomatiek

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2.2 Uitkuilautomatiek De uitkuilautomatiek is af fabriek vooringesteld en dient alleen na overleg of door vakkundig personeel te worden gewijzigd. Afb. 5-65: Diagnose, instellingen en informatie – Instellingen – Uitkuilautomatiek Pos. Benaming Beschrijving Aan/Uit Uitkuilautomatiek in-/uitschakelen (indien aanwezig). Correctiefactor Reductie van de max.
  • Pagina 101: Automatische Ventilatie-Omkering

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2.3 Automatische ventilatie-omkering Afb. 5-66: Diagnose, instellingen en informatie – Instellingen – Automatische ventilatie-omkering (optioneel) Pos. Benaming Beschrijving Automatiek Aan/Uit Uitkuilautomatiek in-/uitschakelen (indien aanwezig). Interval in min. Interval aangeven, waarin het omkeren wordt herhaald. Omkeerduur in sec. Duur aangeven, hoe lang de ventilator in omgekeerde richting draait.
  • Pagina 102: Taal

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2.4 Taal Taal Afb. 5-67: Diagnose, instellingen en informatie – Instellingen – Taal Pos. Benaming Beschrijving Taalkeuze Kies de taal door op de encoder te drukken en eraan te draaien. Vertaling van de originele gebruikershandleiding V-MIX Drive Artikelnummer 120761...
  • Pagina 103: Parameters

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.2.5 Parameters Afb. 5-68: Diagnose, instellingen en informatie – Instellingen – Toerental voermengwagen Pos. Benaming Beschrijving Verlaagt bij ingeschakelde structuurvijzel het toerental van de mengvijzel met een vastgelegde waarde (aanduiding in procenten). Verlaging van het toerental Voorinstelling: van de voermengwagen bij draaiende structuurvijzel in 11 m3 : 0...
  • Pagina 104: 5.1.13.4.1.3 Informatie

    Opbouw en functie 5.1.13.4.1.3 Informatie Afb. 5-69: Diagnose, instellingen en informatie - Informatie Pos. Benaming Beschrijving Softwareversies Geeft de huidige softwareversies weer. Vertaling van de originele gebruikershandleiding V-MIX Drive Artikelnummer 120761...
  • Pagina 105: 5.1.13.5 Storingsaanwijzingen

    Opbouw en functie 5.1.13.5 Storingsaanwijzingen 5.1.13.5.1 Storing koelwater Afb. 5-70: Storing koelwater Pos. Benaming Beschrijving Tekort aan koelwater! Waarschuwing koelwater Te weinig koelwater in het systeem. 5.1.13.5.2 Storing, waarschuwing beschermkap De waarschuwing "Beschermkap structuurvijzel niet gesloten" verschijnt als u van modus 1 naar modus 2 of 3 wisselt, de beschermkap echter niet is gesloten.
  • Pagina 106: 5.1.13.5.3 Storing, Waarschuwing Positie Uitkuilarm - Uitkuilarm Te Hoog

    Opbouw en functie 5.1.13.5.3 Storing, waarschuwing positie uitkuilarm – Uitkuilarm te hoog De waarschuwing "Uitkuilarm niet in transportpositie" verschijnt als u van modus 2 naar modus 3 wisselt en de uitkuilarm niet in de transportpositie staat. Afb. 5-72: Voeren – Storing positie uitkuilarm - Uitkuilarm te hoog Pos.
  • Pagina 107: 5.1.13.5.4 Storing, Aanwijzing Positie Uitkuilarm - Uitkuilarm Te Laag

    Opbouw en functie 5.1.13.5.4 Storing, aanwijzing positie uitkuilarm – Uitkuilarm te laag De waarschuwing "Uitkuilarm niet in transportpositie" verschijnt als u van modus 2 naar modus 3 wisselt en de uitkuilarm niet in de transportpositie staat. Afb. 5-73: Voeren – Storing positie uitkuilarm - Uitkuilarm te laag Pos.
  • Pagina 108: 5.1.13.5.5 Storing, Waarschuwing Dwarsafvoerband Middenpositie

    Opbouw en functie 5.1.13.5.5 Storing, waarschuwing dwarsafvoerband middenpositie De waarschuwing "Dwarsafvoerband niet in middenpositie" verschijnt als u van modus 2 naar modus 1 of 3 wisselt en de dwarsafvoerband niet in de middelste stand staat. Afb. 5-74: Voeren – Storing dwarsafvoerband middenpositie Pos.
  • Pagina 109: 5.1.13.5.7 Storing, Aanwijzing Hc Burn-Off Scr Katalysator

    Opbouw en functie 5.1.13.5.7 Storing, aanwijzing HC Burn-Off SCR Katalysator 1800 omw./min. tot voltooid! Afb. 5-76: Storing HC-Burn-Off SCR Katalysator Pos. Benaming Beschrijving HC-restanten (waterstofrestanten) wegbranden. HC-Burn-Off SCR- De melding gaat uit als de procedure is voltooid. Dit kan tot 60 minuten Katalysator duren.
  • Pagina 110: 5.1.13.5.8 Adblue-Peil

    Opbouw en functie 5.1.13.5.8 AdBlue-peil Afb. 5-77: AdBlue-peil Pos. Benaming Beschrijving Deze weergave verschijnt en de signaalgever piept 1x per Reservelevel 1 minuut. AdBlue-peil Deze weergave verschijnt en de signaalgever piept Reservelevel 2 continu. Reservelevel 2: Het vermogen wordt verlaagd als niet onmiddellijk wordt getankt. Als de tank helemaal leeg wordt gereden, moet de storing door een dealer worden gereset! Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 111: Adblue-Kwaliteit Waarschuwingsniveau 1

    Opbouw en functie 5.1.13.5.9 AdBlue-kwaliteit waarschuwingsniveau 1 Storing Adblue- kwaliteit Verhelp de storing, anders volgt toerental- en vermogensverlaging! Afb. 5-78: AdBlue-kwaliteit waarschuwingsniveau 1 Pos. Benaming Beschrijving AdBlue-kwaliteit Aanwijzing, maar nog geen verlaging van het vermogen. waarschuwingsniveau 1 De storing moet door een dealer worden gereset! 5.1.13.5.10 AdBlue-kwaliteit waarschuwingsniveau 2 Storing Adblue-kwaliteit...
  • Pagina 112: Adblue-Kwaliteit Waarschuwingsniveau 3

    Opbouw en functie 5.1.13.5.11 AdBlue-kwaliteit waarschuwingsniveau 3 Storing Adblue-kwaliteit Dieselmotor bevindt zich in toerental- en vermogensverlaging! Toerental wordt naar stationair toerental verlaagd. Afb. 5-80: AdBlue-kwaliteit waarschuwingsniveau 3 Pos. Benaming Beschrijving AdBlue-kwaliteit De machine wordt stapsgewijs naar stationair toerental verlaagd. waarschuwingsniveau 3 De storing moet door een dealer worden gereset! 5.1.13.5.12 AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 1 Storing Adblue-...
  • Pagina 113: Adblue-Techniek Waarschuwingsniveau 2

    Opbouw en functie 5.1.13.5.13 AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 2 Storing Adblue-techniek Dieselmotor bevindt zich in toerental- en vermogensverlaging! Afb. 5-82: AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 2 Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing met vermogens- en toerentalverlaging die stapsgewijs wordt verhoogd. AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 2 Deze storing kan verschillende oorzaken hebben, bv. een drukdaling van het AdBlue.
  • Pagina 114: Adblue-Techniek Waarschuwingsniveau 3

    Opbouw en functie 5.1.13.5.14 AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 3 Storing Adblue-techniek Dieselmotor bevindt zich in toerental- en vermogensverlaging! Toerental wordt naar stationair toerental verlaagd. Afb. 5-83: AdBlue-techniek waarschuwingsniveau 3 Pos. Benaming Beschrijving De machine wordt stapsgewijs naar stationair toerental verlaagd. AdBlue-techniek Deze storing kan verschillende oorzaken hebben, bv. een drukdaling van waarschuwingsniveau 3 het AdBlue.
  • Pagina 115: Dieselmotor

    Opbouw en functie Dieselmotor 5.2.1 Dieselmotor starten WAARSCHUWING Kans op vergiftiging door uitlaatgassen, bij draaiende dieselmotor in niet geventileerde of gesloten ruimten etc.!  Verbind vóór het starten of latend draaien van de dieselmotor in een gesloten ruimte de uitlaat met een voorgeschreven ontluchtingssysteem. ...
  • Pagina 116 Opbouw en functie Voer alle vereiste controles vóór het starten van de dieselmotor uit. Steek de contactsleutel in het contact. Zet de handgashendel in de stationaire stand. Draai de contactsleutel in stand I.  De controlelampjes gaan branden. De informatie- en bedieningsterminal start op en afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus verschijnt het basisscherm "Laden", "Voeren", "Transport"...
  • Pagina 117: Dieselmotor Warm Laten Draaien

    Opbouw en functie 5.2.2 Dieselmotor warm laten draaien Gevaar voor motorschade! VOORZICHTIG  Laat de dieselmotor 1 - 2 minuten lang onbelast met een toerental tussen de 1000 - 1200 omw./min. warm draaien om voor een optimale smering van de dieselmotor te zorgen.
  • Pagina 118: Dieselmotor Met Een Starthulpaccu Starten

    Opbouw en functie 5.2.5 Dieselmotor met een starthulpaccu starten Explosiegevaar door accugassen, veroorzaakt door vonkvorming en open vuur in de GEVAAR buurt van de accu. Voorkom vonkvorming en open vlammen in de buurt van accu's.  Let erop dat de niet-geïsoleerde delen van de poolklemmen van de starthulpaccu elkaar niet aanraken.
  • Pagina 119: Dieselmotor Aanslepen

    Opbouw en functie 5.2.6 Dieselmotor aanslepen Het is niet mogelijk om de dieselmotor aan te slepen, omdat de machine met een hydrostatische rijaandrijving uitgerust is. 5.2.7 Dieselmotor afzetten Gevaar voor motorschade door oververhitting en snelle slijtage van VOORZICHTIG motorcomponenten na een langdurige hoge belasting van de dieselmotor! Laat de dieselmotor na een langdurige hoge belasting minstens nog 3 tot 5 minuten met een toerental van 1000 - 1200 omw./min.
  • Pagina 120: Werking Van De Dieselmotor Tijdens De Winter

    Opbouw en functie 5.2.8 Werking van de dieselmotor tijdens de winter WAARSCHUWING Kans op plotselinge verhoging van het toerental van de dieselmotor bij het gebruik van zogenaamde "motorstartsprays" ( bijv. startpilot)! Gebruik voor het opstarten van de dieselmotor nooit een motorstartspray. ...
  • Pagina 121: Rijaandrijving

    Opbouw en functie Rijaandrijving De machine is standaard uitgerust met een hydrostatische voorwielaandrijving. De 4-wielaandrijving is een speciale uitvoering. Met behulp van het rijpedaal kunt u de snelheid van de machine traploos verhogen of verlagen. Hoe dieper u het rijpedaal intrapt, hoe hoger de rijsnelheid wordt. De bereikbare rijsnelheid is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus (laden, voeren, transport), de positie van het rijpedaal (motortoerental), de rijweerstand en het verbruik van hydrostatisch vermogen voor de werkhydrauliek resp.
  • Pagina 122: Vooruit Rijden

    Opbouw en functie 5.3.1 Vooruit rijden Functie "Vooruit rijden" inschakelen: Schakel de parkeerrem uit. Duw de FNR-schakelaar (1) omhoog.  De functie "Vooruit rijden" is geactiveerd. Op het dashboard brandt het controlelampje "Rijrichting vooruit" (2). Controleer de gevarenzone van de machine. Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de machine voordat u vooruit gaat rijden.
  • Pagina 123: Achteruit Rijden

    Opbouw en functie 5.3.2 Achteruit rijden Gevaar voor personen of dieren als de machine achteruit rijdt! GEVAAR Controleer vóór het achteruit rijden de gevarenzone naast en achter de machine. Beweeg de machine alleen als zich geen personen of dieren in de gevarenzone van de machine bevinden.
  • Pagina 124: Kruipgang

    Opbouw en functie 5.3.3 Kruipgang  Om de kruipgang in te kunnen schakelen, moet modus 1 of 2 zijn geactiveerd.  Het snelheidsbereik kan traploos van 0-15 km/uur via de potentiometer (2) in het dashboard worden ingesteld.  Door de instelling op de potentiometer wordt de resolutie van het rijpedaal vergroot, daarom wordt over de gehele rijpedaalweg de ingestelde snelheid (bv.
  • Pagina 125: Machine Afremmen En Stop Zetten

    Opbouw en functie 5.3.4 Machine afremmen en stop zetten  De machine wordt tijdens het rijden afgeremd en stopgezet m.b.v. het rijpedaal en zonodig m.b.v. het rempedaal.  Het via het rempedaal geactiveerde remsysteem werkt op de vooras en op de achteras. Hiervoor zijn de voor- en de achteras voorzien van hydraulische remmen.
  • Pagina 126: Parkeerrem

    Opbouw en functie 5.3.5 Parkeerrem  De parkeerrem is een veerrem met veerremcilinder en een veer en werkt op de vooras. Om de parkeerrem los te halen, wordt hydraulische olie met een hydraulische oliedruk van ongeveer 30 bar in de veerremcilinder geperst. ...
  • Pagina 127: 4-Wielaandrijving In- En Uitschakelen (Optioneel)

    Opbouw en functie 5.3.6 4-wielaandrijving in- en uitschakelen (optioneel)  Om de achterasaandrijving in te kunnen schakelen, moet de vierwielbesturing zijn geactiveerd.  De achterasaandrijving kan alleen bij stilstand worden ingeschakeld. Als op deze knop wordt gedrukt, terwijl de machine nog rolt, dan knippert de knop "4-wielaandrijving" oranje (knippert met 1 Hz) tot de machine stilstaat en het ventiel voor de 4- wielaandrijving heeft geschakeld.
  • Pagina 128: Differentieelgrendel

    Opbouw en functie 5.3.7 Differentieelgrendel  De ingeschakelde differentieelgrendel zorgt ervoor dat het aandrijfwiel met de minder goede greep op de bodem niet slipt. Hierbij wordt de aandrijfeenheid vastgezet en de compensatie van het toerental voorkomen.  Als de aandrijfwielen op een losse ondergrond ongelijkmatig draaien, schakel dan de differentieelgrendel in.
  • Pagina 129: Besturing

    Opbouw en functie 5.3.8 Besturing De machine is standaard uitgerust met een besturing van de vooras. Een hydraulische besturing reduceert de kracht die nodig is om het stuur te bewegen als de machine stilstaat, bij het rangeren en bij lage rijsnelheden.
  • Pagina 130: Licht En Zicht

    Opbouw en functie Licht en zicht 5.4.1 Licht 5.4.1.1 Stand- of rijlicht in- en uitschakelen WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken op de weg door rijden met standlicht! Ga nooit rijden met standlicht. Het standlicht is niet fel genoeg om de weg voldoende te verlichten of om door andere verkeersdeelnemers gezien te worden.
  • Pagina 131: Knipperlicht, Groot Licht En Lichtclaxon

    Opbouw en functie 5.4.1.2 Knipperlicht, groot licht en lichtclaxon Knipperlicht, groot licht en lichtclaxon worden ingeschakeld via de combischakelaar.  De knipperinstallatie werkt alleen als het contact ingeschakeld is.  Het groot licht laat zich alleen inschakelen, als het rijlicht ingeschakeld is. ...
  • Pagina 132: Waarschuwingsknipperlichten

    Opbouw en functie 5.4.1.3 Waarschuwingsknipperlichten De waarschuwingsknipperlichten dienen om in een gevaarlijke situatie andere verkeersdeelnemers op uw machine te attenderen. Grote kans op ongevallen door een machine die op een openbare weg stil staat! GEVAAR Waarschuwingsknipperlichten en waarschuwingsdriehoek altijd gebruiken om andere verkeersdeelnemers op de stilstaande machine te attenderen.
  • Pagina 133: Werklampen

    Opbouw en functie 5.4.1.4 Werklampen  De werklampen kunnen alleen bij ingeschakeld standlicht of rijlicht worden ingeschakeld.  De werklampen worden uitgeschakeld als het standlicht wordt uitgeschakeld.  In de wegmodus worden de werklampen automatisch uitgeschakeld. WAARSCHUWING Kans op ongevallen voor andere verkeersdeelnemers door verblindende werklampen op de openbare weg! Gebruik de werklampen alleen als niemand kan worden verblind.
  • Pagina 134: Zicht

    Opbouw en functie 5.4.2 Zicht 5.4.2.1 Ruitenwissers De ruitenwissers bevinden zich aan de voorruit en aan de rechter zijruit. WAARSCHUWING Versleten of vuile ruitenwissers veroorzaken slecht zicht en verminderen de rijveiligheid!  Reinig vervuilde ruitenwisserbladen.  Vervang versleten ruitenwisserbladen op tijd. Beschadiging van de ruitenwissers en van de ruitenwissermotoren als de ruitenwissers VOORZICHTIG vastgevroren zijn!
  • Pagina 135 Opbouw en functie Ruitenwisser van de zijruit Ruitenwissers inschakelen Zet de tuimelschakelaar in stand (3). Schakel de ruitenwissers en de ruitensproeiervloeistof sproeien in Zet de tuimelschakelaar in stand (1). Ruitenwissers en ruitensproeiervloeistof sproeien Afb. 5-110: Tuimelschakelaar ruitenwissers zijruit uitschakelen Zet de tuimelschakelaar in stand (2). V-MIX Drive Vertaling van de originele gebruikershandleiding Artikelnummer 120761...
  • Pagina 136: Spiegels

    Opbouw en functie 5.4.2.2 Spiegels De machine is aan de linker- en rechterkant van de machine voorzien van twee grote buitenspiegels. Bovendien bevindt zich aan beide zijden van de machine een trottoirspiegel en aan de rechter zijde een dodehoekspiegel. Alle spiegels zijn standaard verwarmd. De buitenspiegel aan de rechter zijde is optioneel ook elektrisch verstelbaar.
  • Pagina 137: Camerasystemen

    Opbouw en functie Verwarming van de buitenspiegels inschakelen Zet de tuimelschakelaar "Spiegelverwarming" in stand "AAN" (2).  De spiegelverwarming is voor alle spiegels ingeschakeld en het controlelampje in de tuimelschakelaar brandt. Afb. 5-113: Tuimelschakelaar spiegelverwarming Verwarming van de buitenspiegels uitschakelen Zet de tuimelschakelaar "Spiegelverwarming"...
  • Pagina 138: Achteruitrijcamera

    Opbouw en functie 5.4.2.3.1 Achteruitrijcamera Bij het wisselen van rijrichting van "Vooruit" naar "Achteruit" verschijnt in het beeldscherm voor de camera automatisch het scherm van de achteruitrijcamera. machine De achteruitrijcamera maakt het mogelijk om het gevaarlijke gedeelte achter de te overzien. Gevaar voor andere personen/dieren/voorwerpen bij het achteruit rijden in het gedeelte GEVAAR achter de machine door ontbrekend direct zicht vanaf de bestuurdersplaats!
  • Pagina 139: Birdview-Systeem (Optie)

    Opbouw en functie Birdview-systeem (optie) 5.4.2.3.3 Het birdview-systeem biedt overzicht over de omgeving van de machine.  Het beeldscherm voor het birdview-systeem (1) wordt boven de bedieningsconsole (2) aan de rechter A-stijl gemonteerd.  Het voertuig wordt gestart: Het beeldscherm voor het birdview-systeem (1) toont een afbeelding van de machine en van de omgeving van de machine vanuit vogelperspectief.
  • Pagina 140: Uitkuilarm

    Opbouw en functie Uitkuilarm 5.5.1 Uitkuilarm omhoog/omlaag bewegen  Haal de multifunctionele hendel uit de neutrale stand en houd deze zo lang vast totdat de uitkuilarm de gewenste hoogte heeft bereikt om de uitkuilarm omhoog en omlaag te bewegen. Bij het loslaten van de multifunctionele hendel keert deze automatisch terug naar de neutrale stand.
  • Pagina 141: Uitkuilarm In De Transportpositie Zetten

    Opbouw en functie 5.5.2 Uitkuilarm in de transportpositie zetten Om de bedrijfsmodus "Transport" te kiezen, moet de uitkuilarm eerst tot op de vereiste minimale hoogte omhoog of omlaag worden bewogen. Alleen als de uitkuilarm zich op de vereiste minimale hoogte bevindt: ...
  • Pagina 142: Structuurvijzel En Transportelevator

    Opbouw en functie Structuurvijzel en transportelevator 5.6.1 Structuurvijzel en transportelevator in- en uitschakelen Het in-/uitschakelen van de structuurvijzel en van de transportelevator is alleen in modus 1 (Laden) mogelijk.  De aandrijvingen voor de structuurvijzel en de transportelevator zijn via de hydraulische besturing met elkaar verbonden.
  • Pagina 143: Aandrijftoerental Van De Structuurvijzel Instellen

    Opbouw en functie Structuurvijzel en transportelevator inschakelen: Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de structuurvijzel. Druk twee keer op knop (1).  Knop (1) brandt rood.  De structuurvijzel en de transportelevator zijn ingeschakeld en op het display worden de velden "Structuurvijzel en transportelevator"...
  • Pagina 144: Bandsnelheid Van De Transportelevator Instellen

    Opbouw en functie 5.6.3 Bandsnelheid van de transportelevator instellen Het instellen van de bandsnelheid van de transportelevator is alleen in modus 1 (Laden) mogelijk. Verlaag bij het opnemen van voercomponenten, waarbij veel stof kan vrijkomen, de bandsnelheid van de transportelevator. De bandsnelheid van de transportelevator kan via de multifunctionele hendel of via de Informatie- en bedieningsterminal worden ingesteld.
  • Pagina 145: Veiligheidsvoorziening Van De Structuurvijzel Openen/Sluiten

    Opbouw en functie 5.6.4 Veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel openen/sluiten Het openen/sluiten van de veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel is alleen in modus 1 (Laden) mogelijk. Gevaar voor personen en dieren door de scherpe randen van de structuurvijzel bij GEVAAR transportritten met een geopende veiligheidsvoorziening! Sluit de geopende veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel voordat u een transportrit start.
  • Pagina 146: Structuurvijzel En Transportelevator Omkeren

    Opbouw en functie 5.6.5 Structuurvijzel en transportelevator omkeren: Het omkeren van de structuurvijzel en van de transportelevator is alleen in modus 1 (Laden) mogelijk. Kies de aandrijfrichting "Omkeren" om opgenomen voercomponenten weer uit het gebied van de structuurvijzel en van de transportelevator te transporteren. Structuurvijzel omkeren: Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de structuurvijzel.
  • Pagina 147 Opbouw en functie Doseerschuif openen: Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de doseerschuif. Druk op de betreffende knop (1, 2, 3 of 4).  De knop brandt rood. Duw het duimwiel (5) zolang omhoog tot op het display (6) de gewenste doseeropening is bereikt ) 0 = schuif gesloten 50 = schuif half geopend 100 = schuif volledig geopend...
  • Pagina 148: Dwarsafvoerband

    Opbouw en functie Dwarsafvoerband 5.7.1 Dwarsafvoerband in- en uitschakelen Het in-/uitschakelen van de dwarsafvoerband is alleen in modus 2 (Voeren) mogelijk. De dwarsafvoerband kan in twee aandrijfrichtingen aangedreven worden. Afhankelijk van de aandrijfrichting wordt het voer aan de rechterkant of aan de linkerkant van de machine gelost.
  • Pagina 149: Bandsnelheid Voor De Dwarsafvoerband Instellen

    Opbouw en functie 5.7.1.1 Bandsnelheid voor de dwarsafvoerband instellen Het instellen van de bandsnelheid voor de dwarsafvoerband is alleen in modus 2 (Voeren) mogelijk.  De ingestelde snelheid van de band bepaalt de zijdelingse afstand (werpwijdte) waarop het voer naast de machine wordt gedeponeerd. Met de toenemende snelheid van de band wordt de zijdelingse afstand waarop het voer gelost wordt, groter.
  • Pagina 150: Dwarsafvoerband Verschuiven Naar Rechts Of Links (Optioneel)

    Opbouw en functie 5.7.2 Dwarsafvoerband verschuiven naar rechts of links (optioneel) Het verschuiven van de dwarsafvoerband is alleen in modus 2 (Voeren) mogelijk. Via de hydraulische zijverstelling van de dwarsafvoerband kan deze 300 mm naar rechts of links worden verschoven (speciale uitvoering). Dwarsafvoerband naar rechts verschuiven: Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de dwarsafvoerband.
  • Pagina 151: Bordes

    Opbouw en functie Bordes Levensgevaar door meerijden op het bordes achter de bestuurderscabine! GEVAAR Het meerijden op het bordes is verboden. Door vallen of beknelling dreigt direct ernstig letsel met mogelijk de dood tot gevolg. De operator mag zich alleen op het bordes (1) bevinden als hij kan garanderen dat niemand de machine beweegt.
  • Pagina 152: Mengvijzel

    Opbouw en functie Mengvijzel 5.9.1 Mengvijzel in- en uitschakelen Het in-/uitschakelen van de mengvijzel is alleen in de modus 1 (Laden) en modus 2 (Voeren) mogelijk. De mengvijzel kan via de keypad of via de informatie- en bedieningsterminal worden in-/uitgeschakeld. Mengvijzel via de keypad inschakelen: Druk op de keypad op de knop (1).
  • Pagina 153: Aandrijftoerental Van De Mengvijzel Instellen

    Opbouw en functie 5.9.2 Aandrijftoerental van de mengvijzel instellen Draai aan de draairegelaar (2) tot op het display de waarde (1) voor het gewenste aandrijftoerental (in %) wordt weergegeven.  Weergavewaarde 0% = mengvijzel blijft staan (0 omw./min.),  Displaywaarde 100 % = Mengvijzel wordt met het hoogst mogelijke toerental aangedreven.
  • Pagina 154: Snelgang Voor De Mengvijzel In- En Uitschakelen

    Opbouw en functie 5.9.3 Snelgang voor de mengvijzel in- en uitschakelen Het in-/uitschakelen van de snelgang voor de mengvijzel is alleen in de modus 1 (Laden) en modus 2 (Voeren) mogelijk. Om aan het eind van het voerproces de voerresten van de mengvijzel af te slingeren en de mengkuip volledig te ledigen, moet het aandrijftoerental van de mengvijzel in de bedrijfsmodus "Voeren"...
  • Pagina 155: Reinigingsmodus Voor De Mengvijzel Inschakelen

    Opbouw en functie 5.9.4 Reinigingsmodus voor de mengvijzel inschakelen Het inschakelen van de reinigingsmodus is alleen in modus 2 (Voeren) mogelijk. Voor het reinigen moet die mengvijzel draaien (zie hoofdstuk 5.9.1 "Mengvijzel in- en uitschakelen"). Door het inschakelen van de snelgang draait de dieselmotor 10 seconden lang met 2000 omw./min.
  • Pagina 156: Aandrijfrichting Van De Mengschroef Omkeren

    Opbouw en functie 5.9.5 Aandrijfrichting van de mengschroef omkeren Hoopt het voer zich bij de losopening op of wordt de mengvijzel mechanisch geblokkeerd, dan moet de aandrijfrichting van de mengvijzel worden omgekeerd. Druk op knop (1).  De mengvijzel stopt en start op tegen de klok in. Druk op knop (1) om het omkeren te beëindigen.
  • Pagina 157: Snijmessen Van De Mengvijzel

    Opbouw en functie 5.11 Snijmessen van de mengvijzel In de mengkuip worden de voercomponenten, die zich in de mengkuip bevinden, door de van snijmessen (2) voorziene, aangedreven mengvijzel (1) fijn gesneden en gemengd. Een afvoerarm (3) in het onderste deel van de mengvijzel zorgt ervoor dat de gemengde voercomponenten gelijkmatig afgevoerd worden.
  • Pagina 158: Overloopring

    Opbouw en functie Door het tegenmes (1) te gebruiken, kunnen de voercomponenten in de mengkuip nog fijner gesneden en sneller vermengd worden. Het tegenmes:  wordt bijv. gebruikt bij het fijn snijden en mengen van ronde of vierkante balen,  kan in verschillende posities de mengkuip in worden gedraaid, Afb.
  • Pagina 159: Weeginrichting

     een programmeerbare weeginrichting met de mogelijkheid om meerdere recepten op te slaan, inclusief USB-stick en PC-interface.  BvL Dairy Feeder met PDA en internetverbinding Afb. 5-157: Weegstaven Neem de meegeleverde gebruikershandleiding van de weeginstallatie in acht. Afb. 5-158: Weeginrichting...
  • Pagina 160: Inbedrijfstelling En Wettelijke Verkeersvoorschriften

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften Dit hoofdstuk bevat informatie over de inbedrijfstelling van de machine.  Voordat de machine in gebruik wordt genomen, moet de operator de gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen.  Iedere keer voordat de operator de machine in gebruik neemt, moet hij de machine op verkeersveiligheid en bedrijfsveiligheid controleren.
  • Pagina 161: Wettelijke Verkeersvoorschriften Voor Duitsland

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften 6.1.1 Wettelijke verkeersvoorschriften voor Duitsland Voor elke machine die over de openbare weg moet rijden, is een "Einzelbetriebserlaubnis" (vergunning voor specifieke voertuigen) vereist. Deze dient bij de keuringsinstantie na vertoon van een TÜV-keuringsrapport van de machine te worden aangevraagd. De machines mogen op de openbare weg alleen in bedrijf worden gesteld als u het volgende kunt aantonen: Machines 20 km/uur: Einzelbetriebserlaubnis.
  • Pagina 162: De Machine Beveiligen Tegen Onbedoeld Starten En Wegrollen

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften De machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Bij ingrepen aan de machine bestaat gevaar doordat personen bekneld raken, gestoten worden, schaaf- of snijwonden oplopen of doordat lichaamsdelen of kledingstukken meegetrokken, opgerold, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden: ...
  • Pagina 163: Gebruik Van De Machine

    Gebruik van de machine Gebruik van de machine Bij het gebruik van de machine moeten bovendien de aanwijzingen van de volgende hoofdstukken in acht genomen worden:  2.2.2 "Verplichting van de operator", op pag. 15,  2.2.3 "Kwalificatie van de personen", op pag. 16, ...
  • Pagina 164: Voermengwagen Beladen

    Gebruik van de machine Voermengwagen beladen WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen en naar binnen getrokken worden als de mengkuip ondeskundig wordt beladen en dit onbedoeld contact met de draaiende mengvijzel tot gevolg heeft! ...
  • Pagina 165: Aanbevolen Volgorde Bij Het Vullen

    Gebruik van de machine  Vul de mengkuip met behulp van het weegsysteem nauwkeurig. Het materiaal wordt in de mengbak gewogen. Als de vulhoeveelheid van een voercomponent is bereikt, kan de opgenomen voercomponent weer uit het gebied van de structuurvijzel en de transportelevator worden getransporteerd (zie hoofdst.
  • Pagina 166: Kuilvoer Uit De Sleufsilo Nemen

    Gebruik van de machine 7.1.2 Kuilvoer uit de sleufsilo nemen  Neem silage van boven naar beneden uit de kuilvoervoorraad van een berijdbare silo.  Zet de handgashendel op vollast, zodat de dieselmotor met nominaal toerental wordt aangedreven.  Bij een nominaal toerental van de dieselmotor (1800 omw./min.) wordt het hoogste aandrijfvermogen voor de structuurvijzel bereikt.
  • Pagina 167 Gebruik van de machine Kies de bedrijfsmodus "Laden" (zie hoofdst. 5.1.11.1 "Bedrijfsmodus "Laden"", pagina 80). Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de structuurvijzel. Open de veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel (zie hoofdst. 5.6.4 "Veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel openen/sluiten", pagina 145). Zet de structuurvijzel zo tegen de kuilvoervoorraad (Afb.
  • Pagina 168: Ronde Balen Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.3 Ronde balen opnemen  De ronde balen moeten op de vlakke voorkant liggen.  Verwijder de banden/netten/folie van de ronde balen.  Neem ronde balen van boven naar beneden op.  Stel bij het oppakken van hooi- of strobalen de handgashendel zo in dat de dieselmotor met een motortoerental van 1600 - 1800 omw./min.
  • Pagina 169: Vierkante Balen Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.4 Vierkante balen opnemen  Verwijder de banden/netten/folie aan de vierkante balen.  Neem vierkanten balen dwars op de persrichting op.  Stel bij het oppakken van hooi- of strobalen de handgashendel zo in dat de dieselmotor met een motortoerental van 1600 - 1800 omw./min.
  • Pagina 170: Gemalen Tarwe, Krachtvoer, Draft Enz. Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.5 Gemalen tarwe, krachtvoer, draft enz. opnemen  Verlaag bij het opnemen van voercomponenten, waarbij stof vrij kan komen (bijv. gemalen tarwe) het aandrijftoerental van de structuurvijzel en de bandsnelheid van de transportelevator. Kies de bedrijfsmodus "Laden" (zie hoofdst. 5.1.11.1 "Bedrijfsmodus "Laden"", pagina 80). Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de structuurvijzel.
  • Pagina 171: Voercomponenten Mengen

    Gebruik van de machine Voercomponenten mengen  De mengduur is afhankelijk van het soort en de structuur van de gebruikte voercomponenten en van de gewenste snijlengte van het voermengsel. Als structuurrijke voercomponenten gesneden moeten worden, wordt de mengduur langer.  Afhankelijk van de structuur van de voercomponenten kan het tegenmes in verschillende posities de mengkuip in gezwenkt worden.
  • Pagina 172: Voer Lossen

    Gebruik van de machine Voer lossen WAARSCHUWING Gevaren voor personen of dieren ontstaan, als er tijdens het lossen van het voer voorwerpen uit de losopening of van de dwars-transportband af worden geslingerd! Stuur personen of dieren uit de gevarenzone voordat u de losopening opent of de dwarsafvoerband inschakelt.
  • Pagina 173 Gebruik van de machine Kies de bedrijfsmodus "Voeren" (zie hoofdst. 5.1.11.2 "Bedrijfsmodus "Voeren"", pagina 81). Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de dwarsafvoerband. Stel via de handgashendel het motortoerental voor de dieselmotor in. Het noodzakelijke motortoerental is afhankelijk van het aandrijfvermogen dat voor de machine benodigd is. Drijf de mengvijzel met het gewenste aandrijftoerental aan (zie hoofdst.
  • Pagina 174: Verstoppingen Verwijderen

    Gebruik van de machine 7.3.1 Verstoppingen verwijderen WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden als:  omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine zich onbedoeld omlaag bewegen of omlaag bewogen worden,bijv. een geopende doseerschuif, Beveilig opgeheven machinedelen tegen onbedoeld omlaag bewegen voordat u in het gebied van deze machinedelen gaat werken.
  • Pagina 175: Transportritten

    Transportritten Transportritten Een transportrit is een rit vanaf of naar de plaats van gebruik van de machine in beladen of onbeladen toestand.  Neem bij transportritten bovendien het hoofdstuk 2.4 "Fundamentele veiligheidsinstructies" in acht, vanaf pagina 19.  Gebruik bij een normale rit over de weg niet de achterasaandrijving - dit leidt tot onaangenaam geluid en verhoogde slijtage van de banden.
  • Pagina 176 Transportritten WAARSCHUWING Door onjuist gebruik van de machine kan gevaar ontstaan als daardoor storingen of breuk van onderdelen, ontoereikende stabiliteit en ontoereikende stuur- en remcapaciteit optreden! Neem de maximale voertuigbelasting en de toegestane aslasten in acht. Rij eventueel alleen met gedeeltelijk gevulde machine. WAARSCHUWING Er bestaat gevaar dat iemand van de machine valt als deze persoon ongeoorloofd meerijdt! Het is verboden dat personen meerijden op de machine.
  • Pagina 177: Reiniging, Onderhoud En Reparatie

    Reiniging, onderhoud en reparatie Reiniging, onderhoud en reparatie Neem bij het reinigen, onderhoud en reparatie van de machine bovendien de aanwijzingen van de volgende hoofdstukken in acht:  2.2.2 "Verplichting van de operator", op pag. 15,  2.2.3 "Kwalificatie van de personen", op pag. 16, ...
  • Pagina 178: Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Reinigen  Controleer dagelijks de vervuiling aan de machine, voornamelijk aan koeler, motor en motorkap.  Verwijder eventuele voerresten en stofafzettingen van de koeler, motor en de motorkap (brandgevaar).  Reinig de vervuilde machine grondig. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming. ...
  • Pagina 179: Algemene Reiniging

    Reiniging, onderhoud en reparatie Algemene reiniging 9.1.1  Vuil, stof, voerresten enz. moeten regelmatig van de gehele machine worden verwijderd om een juiste werking van de machine veilig te stellen. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming.  Vooral de gebieden rondom de mineraalvoertrechter en de brandstoftank alsmede wielloop, kabelschachten en het chassis moeten worden gereinigd.
  • Pagina 180: Reiniging Van De Motorruimte Van Binnen En Buiten

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.1.2 Reiniging van de motorruimte van binnen en buiten Controleer na elk gebruik van de machine de motorruimte aan de binnen- en buitenkant en kijk of een reiniging nodig is. Neem de volgende hoofdstukken in acht. Brandwonden door hete koelmiddelen! GEVAAR Open nooit de klep van de motorruimte als er stoom of koelmiddel uitkomt.
  • Pagina 181: De Klep Van De Motorruimte En De Motorafdekking Van Buiten Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.1.2.1 De klep van de motorruimte en de motorafdekking van buiten reinigen  Zet de machine uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten en wegrollen.  Verwijder voerresten, stro, stof enz. van de motorafdekking en van de klep van de motorruimte. Afb.
  • Pagina 182: De Motorruimte Van Binnen Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.1.2.2 De motorruimte van binnen reinigen Gevaar door beweeglijke of hete motordelen in de motorruimte! GEVAAR Bij alle werkzaamheden aan de dieselmotor of in de motorruimte, bijv. controleren en bijvullen van bedrijfsvloeistoffen, kan letsel, brandwonden, kans op ongevallen of brand ontstaan! ...
  • Pagina 183 Reiniging, onderhoud en reparatie WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schaaf- of snijwonden oplopen, meegetrokken, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als de gevarenzones niet beveiligd zijn!  Monteer de veiligheidsvoorzieningen die voor reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine zijn verwijderd. ...
  • Pagina 184 Reiniging, onderhoud en reparatie 1. Zet de machine uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten en wegrollen. 2. Laat de machine vóór werkzaamheden aan of in de motorruimte afkoelen. 3. Open de klep van de motorruimte en de montagekleppen. Voor het openen van de klep motorruimte montagekleppen dienen de hoofdstukken...
  • Pagina 185: Combikoeler Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.1.3 Combikoeler reinigen 1. De combikoeler moet regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. 2. Zet de machine uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten en wegrollen. 3. Vóór werkzaamheden motorruimte de machine laten afkoelen. 4. Sluit de montageklep volgens hoofdst. 9.4.3.3. 5.
  • Pagina 186: Uitkuilarm Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.1.4 Uitkuilarm reinigen Gevaar door bekneld raken van het hele lichaam, veroorzaakt door de noodzaak om GEVAAR onder omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine te gaan staan! Deze gevaarlijke situatie kan zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. ...
  • Pagina 187: Smeren

    Reiniging, onderhoud en reparatie Smeren  Smeer alle lager- en smeerpunten volgens het smeerschema (zie onderhoudsboekje).  Verwijder het vuil van de smeernippels.  Gebruik milieuvriendelijke, biologisch afbreekbare oliën en vetten, smeermiddelen kunnen in het voer resp. in de grond terechtkomen! Inlichtingen zijn verkrijgbaar bij uw vakhandel voor landbouwmachines.
  • Pagina 188: Smeerpunten Aan De Uitkuilarm

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.1 Smeerpunten aan de uitkuilarm Afb. 9-16: Smeerpunten aan de uitkuilarm Hoeveel Pos. Smeerpunt Aantal Smeermiddel Activiteit Interval heid Scharnierpunt Total Nevastane Smeernippel om de 50 beschermkap 3 slagen XMF2 doorsmeren bedrijfsuren structuurvijzel 2x boven Total Nevastane Smeernippel om de 50 Keerrol elevatorband...
  • Pagina 189: Smeerpunten Aan De Dwarsafvoerband Achter

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.2 Smeerpunten aan de dwarsafvoerband achter Afb. 9-17: Smeerpunten aan de dwarsafvoerband achter Hoeveel Pos. Smeerpunt Aantal Smeermiddel Activiteit Interval heid Total Nevastane Smeernippel om de 25 Lagering voor aandrijfrol 3 slagen XMF2 doorsmeren bedrijfsuren Total Nevastane Smeernippel om de 25 Lagering voor keerrol...
  • Pagina 190: Smeerpunten Aan De Zij-Elevator

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.3 Smeerpunten aan de zij-elevator Afb. 9-18: Smeerpunten aan de zij-elevator Hoeveel Pos. Smeerpunt Aantal Smeermiddel Activiteit Interval heid Total Nevastane Smeernippel om de 25 Lagering voor keerrol 3 slagen XMF2 doorsmeren bedrijfsuren Total Nevastane Smeernippel om de 25 Lagering voor aandrijfrol 3 slagen...
  • Pagina 191: Smeerpunten Aan De Voor- En Achteras

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.4 Smeerpunten aan de voor- en achteras Afb. 9-19: Smeerpunten aan de voor- en achteras Hoeveel Pos. Smeerpunt Aantal Smeermiddel Activiteit Interval heid 1x links Total Nevastane Smeernippel om de 50 Fusee boven 3 slagen 1x rechts XMF2 doorsmeren bedrijfsuren...
  • Pagina 192: Andere Smeerpunten Aan De Machine

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.5 Andere smeerpunten aan de machine Afb. 9-20: Andere smeerpunten aan de machine Hoeveel Pos. Smeerpunt Aantal Smeermiddel Activiteit Interval heid Opnamecilinder aan de Total Nevastane Smeernippel om de 50 3 slagen uitkuilarm XMF2 doorsmeren bedrijfsuren Total Nevastane Smeernippel om de 50...
  • Pagina 193: Onderhoudsschema

    Reiniging, onderhoud en reparatie *De centrale smering/de centrale smeernippel bevindt zich naast de koeler van de hydraulische installatie. Onderhoudsschema  Neem het meegeleverde onderhoudsboekje in acht.  Voer de onderhoudswerkzaamheden altijd op tijd uit.  De aangegeven periodes, levensduur, kilometerstand of service-intervallen van de eventueel meegeleverde documentatie van derden hebben voorrang.
  • Pagina 194: Tanken

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.1 Tanken  Let op de brandstofpeilmeter. Ga op zijn laatst tanken als het peil het onderste derde heeft bereikt.  Neem bovendien de informatie over de dieselbrandstof in acht die in het hoofdstuk "Brandstoffen, smeer- en koelmiddelen" van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor staat.
  • Pagina 195: Adblue

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.2 AdBlue WAARSCHUWING Vermogensreductie door te laag AdBlue-peil en/of het niet in acht nemen van de storingenmeldingen en waarschuwingen!  Let op het AdBlue-peil.  Let op storingenmeldingen en waarschuwingen (zie hiervoor hoofdst. 5.1.13.5.6 - 5.1.13.5.14). Als de AdBlue-tank leeg wordt gereden, moet de vermogensreductie door een dealer worden LET OP gereset.
  • Pagina 196: Adblue Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.2.2 AdBlue bijvullen De AdBlue-tank is zo bemeten dat deze voldoende is voor twee dieseltankvullingen. Zodoende moet er bij elke tweede keer tanken ook AdBlue worden bijgevuld. De AdBlue-tank bevat ca. 43 liter. Zet de dieselmotor af. Schakel de ontsteking uit.
  • Pagina 197: Werkzaamheden In De Motorruimte

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3 Werkzaamheden in de motorruimte Gevaar door beweeglijke of hete motordelen in de motorruimte! GEVAAR Bij alle werkzaamheden aan de dieselmotor of in de motorruimte, bijv. controleren en bijvullen van bedrijfsvloeistoffen, kan letsel, brandwonden, kans op ongevallen of brand ontstaan! ...
  • Pagina 198: Klep Van De Motorruimte Openen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.1 Klep van de motorruimte openen Brandwonden door hete koelmiddelen! GEVAAR Open nooit de klep van de motorruimte als er stoom of koelmiddel uitkomt. Verbrandingsgevaar! Wacht totdat er geen stoom of koelmiddel meer uitkomt en laat de dieselmotor afkoelen voordat u de klep van de motorruimte opent.
  • Pagina 199: Klep Van De Motorruimte Sluiten

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.2 Klep van de motorruimte sluiten WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen als een niet op de juiste wijze gesloten klep van de motorruimte tijdens het rijden plotseling open gaat!  Controleer na het sluiten van de klep van de motorruimte altijd of deze goed vastzit en goed is gesloten.
  • Pagina 200: Montageklep Openen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.3 Montageklep openen Brandwonden door hete koelmiddelen! GEVAAR Open nooit de montageklep als er stoom of koelmiddel uitkomt. Verbrandingsgevaar! Wacht totdat er geen stoom of koelmiddel meer uitkomt en laat de dieselmotor afkoelen voordat u de montageklep opent. Zet de dieselmotor af.
  • Pagina 201: Dieselmotorolie

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4 Dieselmotorolie Het soort dieselmotorolie hangt af van exacte specificaties. Aanbevolen wordt "SAE 10W40" conform de specificatie "API CJ-4 / ACEA E9". Gevaar voor motorschade! VOORZICHTIG Gebruik alleen de voor de dieselmotor goedgekeurde dieseloliespecificaties. Neem hierbij de informatie over de dieselmotor in acht die in het hoofdstuk "Bedrijfsstoffen" van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor staat.
  • Pagina 202: Motoroliepeil Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4.1 Motoroliepeil controleren Het is normaal dat de dieselmotor motorolie verbruikt. Afhankelijk van de belasting van de dieselmotor kan het olieverbruik verschillend zijn.  Controleer het motoroliepeil dagelijks of aan het begin van elke werkdag  Wacht bij een warme dieselmotor 5 minuten, zodat de motorolie in de oliekuip terug kan stromen, en controleer daarna pas het oliepeil.
  • Pagina 203: Motorolie Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4.2 Motorolie bijvullen Vul de motorolie alleen in kleine hoeveelheden bij. Het motoroliepeil mag in geen geval boven de bovenste markering liggen. Anders kan de motorolie via de ontluchting van het carter aangezogen worden en door de uitlaatgasinstallatie in de atmosfeer terechtkomen.
  • Pagina 204: Motorolie Verversen En Filter Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4.3 Motorolie verversen en filter vervangen  Neem het hoofdstuk "Smeersysteem" van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor in acht.  Gooi afgewerkte olie en oude filters weg conform de afvalverwijderingsvoorschriften. Neem bij problemen met de afvalverwijdering contact op met de olieleverancier. Gevaar door bewegende of hete motordelen bij alle werkzaamheden aan de dieselmotor GEVAAR of in de motorruimte!
  • Pagina 205: Koelmiddel

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5 Koelmiddel Het koelsysteem is met een speciaal koelmiddel gevuld en biedt het hele jaar door bescherming tegen corrosie en schade aan de cilinderbussen. Het biedt antivriesbescherming tot -35 °C. Neem de verschillende informatie over het thema koelmiddel (koelvloeistof) in acht die in de betreffende hoofdstukken van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor staat.
  • Pagina 206: Koelmiddel Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5.2 Koelmiddel bijvullen Verbrandingen door onder druk explosief uittredende hete koelmiddelen! GEVAAR Open het deksel van het expansiereservoir voor het koelmiddel niet als de dieselmotor warm of heet is. Bij een warme of hete dieselmotor staat het koelsysteem onder druk. Open het deksel pas als de dieselmotor of het deksel is afgekoeld.
  • Pagina 207: Hydraulische Olie

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6 Hydraulische olie WAARSCHUWING Kans op uitglijden van personen als er olie uitstroomt tijdens het bijvullen of verversen van de olie!  Verwijder verse olievlekken onmiddellijk met bindmiddelen. De tank voor de hydraulische olie (2) bevindt zich aan de linkerkant van de machine, direct voor de mengkuip en is gevuld met 275 liter hydraulische olie.
  • Pagina 208: Hydraulische Oliepeil Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6.1 Hydraulische oliepeil controleren Controleer het peil van de hydraulische olie dagelijks of als het waarschuwingslampje "Peil hydraulische olie" brandt. Als het peil van de hydraulische olie bij de markering max staat, hoeft er geen hydraulische olie te worden bijgevuld.
  • Pagina 209: Hydraulische Olie Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6.2 Hydraulische olie bijvullen De eerste vulling van de hydraulische olietank vindt plaats met de hydraulische olie "Equivis ZS 46"conform de specificatie "DIN 51524 P3 HVLP": De gegevens van de hydraulische olie, waarmee de tank gevuld is, vindt u op de sticker naast de vulopening.
  • Pagina 210: Hydraulische Olie Verversen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6.3 Hydraulische olie verversen  Onderhoud conform het onderhoudsboekje.  Verwijder afgewerkte olie volgens de afvalverwijderingsvoorschriften. Neem bij problemen met de afvalverwijdering contact op met de olieleverancier!  Ververs de hydraulische olie bij een bedrijfstemperatuur van 40°C. Gevaar door contact met hydraulische olie! GEVAAR ...
  • Pagina 211 Reiniging, onderhoud en reparatie Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Laat de dieselmotor zolang draaien tot de temperatuur van de hydraulische olie ca. 40°C is. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Draai de olie-aftapslang op de aftapopening (2) en tap de olie af.
  • Pagina 212: Filterelementen Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6.4 Filterelementen vervangen  Controleer dagelijks het peil van de hydraulische olie bij koude of afgekoelde motor. Vervang de filterelementen (twee filters in de zuig-retourfilter, een retourfilter en twee drukfilters) elke keer als u de hydraulische olie ververst of om de 1000 bedrijfsuren. ...
  • Pagina 213 Reiniging, onderhoud en reparatie Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Open de onderhoudsklep (2). Open het deksel (4) om de druk af te laten. Draai de vier schroeven van het filterhuis van het zuig-/retourfilter (1) los en trek de beide filterelementen voorzichtig eruit.
  • Pagina 214: Centrale Smering (Optioneel)

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.7 Centrale smering (optioneel) Machineschade! VOORZICHTIG Neem de documentatie van de centrale smering in acht! 9.4.7.1 Controleer het smeermiddelpeil Controleer het smeermiddelpeil dagelijks. Vul, indien nodig, smeermiddel bij. 9.4.7.2 Smeermiddel bijvullen Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen.
  • Pagina 215: Ventilatieomkering (Optioneel)

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.8 Ventilatieomkering (optioneel) Druk op de schakelaar (1).  Het waaierblad verandert de draairichting en blaast zodoende de lucht in plaats van deze aan te zuigen. Hierdoor worden de lamellen en het ventilatierooster schoon geblazen. Zie voor wijziging van de bijbehorende parameters het hoofdstuk 5.1.13.4.1.2.3 "Automatische ventilatie-omkering", pagina 101.
  • Pagina 216: Ruitenwisserbladen Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.9.2 Ruitenwisserbladen vervangen  Controleer regelmatig de toestand van de ruitenwisserbladen en vervang deze, indien nodig.  Als de ruitenwissers over de ruit schrapen, moeten deze worden vervangen als ze beschadigd zijn of worden gereinigd als deze vuil zijn. WAARSCHUWING Versleten of vuile ruitenwissers veroorzaken slecht zicht en verminderen de rijveiligheid! ...
  • Pagina 217: Luchtfilter

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.10 Luchtfilter Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht van de dieselmotor van stof, vuil- en roetdeeltjes, voorkomt een verhoogde slijtage van de dieselmotor en beschermt de motor tegen beschadigingen. Als het luchtfilter verstopt is, wordt het motorvermogen lager en de motorslijtage hoger. Beschadiging van het luchtfilterelement bij gebruik van perslucht of water! Let op ...
  • Pagina 218: Verse Luchtfilter

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.11 Verse luchtfilter Het verse luchtfilter reinigt de vuile buitenlucht voordat de lucht de bestuurderscabine in wordt geblazen. Als het verse luchtfilter in orde is, kan tot 150 liter lucht per minuut gereinigd worden. Als het filter verstopt is, wordt de hoeveelheid gereinigde lucht duidelijk minder en de luchtkwaliteit in de cabine wordt slechter.
  • Pagina 219: Daalblokkering Voor De Uitkuilarm

    Reiniging, onderhoud en reparatie Daalblokkering voor de uitkuilarm  Werkzaamheden onder de uitkuilarm mogen alleen bij ingeschakelde daalblokkering worden uitgevoerd. 9.5.1 Daalblokkering voor de uitkuilarm (met kogelkraan, standaard vanaf 01-2024) Daalblokkering inschakelen 1. Beweeg de uitkuilarm omhoog ( ) (zie hoofdst. Afb.
  • Pagina 220: Daalblokkering Voor De Uitkuilarm (Met Steun, Standaard Tot 12-2023)

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.5.2 Daalblokkering voor de uitkuilarm (met steun, standaard tot 12-2023) Beweeg de uitkuilarm omhoog (Afb. 9-55) (zie hoofdst. 5.5.1 "Uitkuilarm omhoog/omlaag bewegen", pag. 140). Plaats de steun (1) op de cilinder (Afb. 9-56). Borg de steun met de borgveer (2) zodat deze niet omlaag kan vallen.
  • Pagina 221: Segmenten Van De Structuurvijzel Bijslijpen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.6.1 Segmenten van de structuurvijzel bijslijpen WAARSCHUWING Gevaar door weggeslingerde slijppartikels tijdens het bijslijpen van de structuurvijzel! Dit gevaar veroorzaakt zeer ernstige verwondingen, vooral aan de ogen. Draag bij het naslijpen van de segmenten van de structuurvijzel altijd een veiligheidsbril. ...
  • Pagina 222: Segmenten Van De Structuurvijzel Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.6.2 Segmenten van de structuurvijzel vervangen Om de segmenten van de structuurvijzel te vervangen, heeft u het volgende nodig:  twee sleutels (sleutelmaat 17).  De segmenten van de structuurvijzel zijn bevestigd met zelfborgende schroeven van de sterkteklasse 8.8.
  • Pagina 223: Toegang Tot De Mengkuip

    Reiniging, onderhoud en reparatie Toegang tot de mengkuip Om onderhoud aan de snijmessen van de mengvijzel te kunnen uitvoeren, moet de mengkuip betreden worden. WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden als: ...
  • Pagina 224 Reiniging, onderhoud en reparatie Draai de mengvijzel zo dat de snijmessen van de losopening af zijn gericht. Open de doseerschuif van de losopening helemaal. Zet de dieselmotor af. Schakel de parkeerrem in. Trek de contactsleutel uit het contact. Schakel de accuhoofdschakelaar uit. Houd kinderen verwijderd van de machine.
  • Pagina 225: Montage En Positionering Van De Mengschroeven

    Reiniging, onderhoud en reparatie Montage en positionering van de mengschroeven Om een probleemloze werking van de voermengwagen te garanderen, moeten de mengvijzels bij de montage in bepaalde posities worden uitgelijnd. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat bij het mengen de afvoerarm en het begin van de vijzel tegelijkertijd draaien en zodoende een hoog draaimoment veroorzaken.
  • Pagina 226: Snijmessen Van De Mengvijzel

    Reiniging, onderhoud en reparatie Snijmessen van de mengvijzel  Slijp de snijmessen van de mengvijzel regelmatig. Door botte snijmessen is er een hoger aandrijfvermogen van de mengvijzel noodzakelijk en daardoor wordt ook het brandstofverbruik van de machine hoger.  Controleer de snijmessen dagelijks vanaf het bordes op zichtbare gebreken. Vervang beschadigde of versleten snijmessen op tijd.
  • Pagina 227: Snijmessen Verdraaien/Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.9.2 Snijmessen verdraaien/vervangen WAARSCHUWING Bij montagewerkzaamheden aan scherpe snijmessen bestaat kans op snijwonden! Deze gevaarlijke situatie kan ernstige snijwonden aan vingers of handen veroorzaken. Bij alle werkzaamheden aan de snijmessen snijvaste veiligheidshandschoenen dragen. Om de snijmessen te verdraaien/vervangen is het volgende nodig: ...
  • Pagina 228: Elevatorband

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10 Elevatorband  Controleer de spanning van de elevatorband vóór elke inbedrijfstelling. Een verkeerde spanning kan schade aan de elevatorband veroorzaken. Een correct gespannen afvoerband buigt in het midden 3 tot 5 cm door. Let hierbij op de omgevingstemperatuur.
  • Pagina 229: Controle Van De Spanning Van De Elevatorband

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10.1 Controle van de spanning van de elevatorband De spanning van de elevatorband dient vóór elk gebruik te worden gecontroleerd. Een verkeerde spanning kan schade aan de elevatorband veroorzaken.  Een correct gespannen afvoerband buigt in het midden 3 tot 5 cm door.
  • Pagina 230: Elevatorband Spannen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10.2 Elevatorband spannen 1. Het spannen van de elevatorband wordt uitgevoerd aan de "Elevatorspanning compleet" (1). 2. Aan linker kant moet "afdekplaat- kettingspanning" (2) worden gedemonteerd. 3. De schroeven (3) aan het spansegment links (5) en aan het spansegment rechts (6) moeten worden Afb.
  • Pagina 231: Elevatorband Afstrijker

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10.3 Elevatorband afstrijker  De afstrijker (1) van de elevatorband moet regelmatig worden gecontroleerd.  De afstrijker (1) moet op de elevatorband liggen.  De afstrijker (1) moet vrij om de schroef (2) kunnen worden bewogen. ...
  • Pagina 232: Lagering Van De Keerrol Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10.5 Lagering van de keerrol controleren  De lagering van de keerrol aan de uitkuilarm moet regelmatig worden gecontroleerd.  Een te grote speling van de lagers kan leiden tot grote schade aan de machine.  Om de speling van de lagers te controleren, wordt de as van de keerrol aan het lagerhuis met een Afb.
  • Pagina 233: Afvoerband

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.11 Afvoerband  Controleer de spanning van de betreffende afvoerband vóór elke inbedrijfstelling. Een verkeerde spanning kan schade aan de afvoerband veroorzaken. Een correct gespannen afvoerband buigt in het midden 3 tot 5 cm door. Let hierbij op de omgevingstemperatuur.
  • Pagina 234: Afvoerband Spannen/Uitlijnen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.11.2 Afvoerband spannen/uitlijnen Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Draai de contramoeren (2) los. Draai de spanbout (1) gelijkmatig vast:  zodat de transportband in het midden tussen 3 cm tot 5 cm doorbuigt, ...
  • Pagina 235: Parkeerrem Handmatig Loshalen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.12 Parkeerrem handmatig loshalen WAARSCHUWING Er bestaat gevaar dat personen bekneld raken of gestoten worden als de machine onbedoeld wegrolt. Beveilig de machine met de wiggen tegen wegrollen voordat u de parkeerrem loshaalt. Beveilig de machine met wiggen tegen wegrollen. Schroef de schroeven schoon.
  • Pagina 236: Machine Wegslepen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.13 Machine wegslepen  Sleep het voertuig alleen in geval van nood weg.  Sleep het voertuig alleen uit een gevaarlijke situatie weg (korte afstand).  Het mag alleen stapvoets worden afgesleept.  De motor kan niet in gang worden getrokken (hydrostatische rijaandrijving). Druk op de keypad op de knop "4-wielaandrijving"...
  • Pagina 237: Bedrijfsmodi In De Noodmodus Selecteren Als Een Sensor Defect Is

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.14 Bedrijfsmodi in de noodmodus selecteren als een sensor defect is U kunt de afzonderlijke bedrijfsmodi (Laden, Voeren, Transport) alleen selecteren als de machine voldoet aan de voorwaarden die voor de betreffende bedrijfsmodus gelden. Hiervoor worden de noodzakelijke voorwaarden via verschillende sensoren opgevraagd. Als de machine niet aan een voorwaarde voldoet, verschijnt een desbetreffende waarschuwing op de informatie- en bedieningsterminal.
  • Pagina 238: Banden

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.15 Banden  Controleer de bandendruk wekelijks. Als de band tijdens het rijden te weinig lucht heeft, kunnen wij geen garantie verlenen.  Controleer om de 50 bedrijfsuren of de wielmoeren nog goed vastzitten en haal deze indien nodig aan.
  • Pagina 239 Reiniging, onderhoud en reparatie WAARSCHUWING Er kunnen gevaarlijke situaties voor personen ontstaan als de reparatiewerkzaamheden aan de banden en de wielen niet vakkundig uitgevoerd worden!  Werkzaamheden aan de banden en de wielen mogen uitsluitend door vaklieden met passend montagegereedschap uitgevoerd worden. ...
  • Pagina 240: Hydraulische Installatie

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.16 Hydraulische installatie WAARSCHUWING Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk uittreedt en in het lichaam dringt!  Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen uitsluitend door een vakgarage uitgevoerd worden. ...
  • Pagina 241: Onderhoudsintervallen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.16.2 Onderhoudsintervallen  Neem de gegevens in het onderhoudsboekje in acht. Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren: Controleer alle componenten van de hydraulische installatie op dichtheid. Draai de schroefverbindingen indien nodig aan. Vóór elke inbedrijfstelling: Controleer de hydraulische slangleidingen op zichtbare gebreken.
  • Pagina 242: Montage En Demontage Van Hydraulische Slangleidingen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.16.4 Montage en demontage van hydraulische slangleidingen Neem bij de montage en demontage van hydraulische slangleidingen absoluut de volgende aanwijzingen in acht:  Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangleidingen van de fabrikant.  Let erop dat de slangleidingen schoon blijven. ...
  • Pagina 243: Aandraaimomenten Voor Schroefverbindingen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.17 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen Aandraaimomenten [Nm] afhankelijk van de kwaliteitsklasse Sleutelwijdte van de schroeven/moeren Schroefdraad [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18...
  • Pagina 244: Storingen

    Storingen Storingen Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden als: WAARSCHUWING  omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine zich onbedoeld omlaag bewegen of omlaag bewogen worden,bijv. een geopende doseerschuif, Beveilig omhoog geheven delen tegen onbedoeld omlaag bewegen voordat u in het werken van deze delen gaat werken.
  • Pagina 245: Eg-Conformiteitsverklaring

    Grenzstraße 16 D-48488 Emsbüren verklaart hiermee dat de onderstaand beschreven machine: Fabricaat: Zelfrijdende voermengwagen Type: Maximus Plus 1S & 2S voldoet aan de bepalingen van de volgende EG-richtlijnen:  Machinerichtlijn 2006/42/EG  EMC-richtlijn 2014/30/EU (Elektromagnetische compatibiliteit) Toegepaste normen en technische specificaties: ...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Maximus plus 2s

Inhoudsopgave