Auteursrecht EG-Conformiteitsverklaring conform EG-machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A De fabrikant: Bernard van Lengerich Grenzstraße 16 D-48488 Emsbüren + 49 (0) 5903 951-0 verklaart hiermee dat het volgende product: Voermengwagen V-Mix Typeaanduiding: Fill Plus XLS Functie: De voermengwagen dient om voedermiddelen in de veehouderij fijn te snijden, homogeen te mengen, te snijden, zelfstandig te beladen, te transporteren en te verdelen.
Pagina 3
D-48488 Emsbüren Tel.: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 E-mail: info@bvl-group.de Deze gebruikershandleiding is bestemd voor de exploitant van de machine en zijn personeel. Deze bevat teksten, afbeeldingen en tekeningen die zonder uitdrukkelijke toestemming van Bernard van Lengerich noch volledig noch deels ...
Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave Pagina 4 Inhoudsopgave Algemene beschrijving ......................9 Aanwijzingen bij de gebruikershandleiding ............... 9 Gebruik van de gebruikershandleiding ..............9 Vormgeving van de gebruikershandleiding ............. 10 Verplichtingen van de exploitant ................10 Verplichtingen van de operator ................11 Eisen aan het personeel ..................
Pagina 5
Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave Pagina 5 Werkplatform en kijkvenster (optie) ................. 57 Stroblazer (optie) ..................... 58 Steunvoet ........................ 59 4.10 Voedingsleidingen tussen tractor en machine ............60 4.11 Stroom- en hydraulische besturing ................61 4.12 Reminstallatie ......................62 4.12.1 Hydraulische werkrem ................62 4.12.2 Hydraulische bedrijfsrem ................
Pagina 6
Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave Pagina 6 Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen (door vakgarage) ....91 6.7.1 Montageaanwijzingen voor de vakgarage ..........92 6.7.1.1 De cardanas aanbrengen .............. 93 Bedieningsconsole op tractor monteren ..............94 Montage van de bedieningshendel ................. 95 6.10 Display van de weeginrichting uitlijnen ..............
Pagina 7
Drijfwerk BvL 105926 ECS 1522 .............. 164 8.6.2 Drijfwerk BvL 0095277 PGA 2502 ............165 8.6.3 Vertragingskasten BvL 94954 & 94955 & 108143 (seciale uitvoering) ..166 8.6.4 Vertragingskast hydraulisch schakelbaar (optie) ........167 Toegang tot de mengkuip ..................168 Montage en positionering van de mengvijzels ............
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Aanwijzingen bij de gebruikershandleiding Pagina 9 Algemene beschrijving In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen bij deze gebruikershandleiding alsmede algemene veiligheidsinstructies voor de omgang met de voermengwagen V-Mix. In het verdere verloop wordt de voermengwagen V-Mix ook als machine aangeduid. Aanwijzingen bij de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding maakt centraal onderdeel uit van de gebruikersdocumentatie van de machine.
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Vormgeving van de gebruikershandleiding Pagina 10 Vormgeving van de gebruikershandleiding Veiligheidsrelevante aanwijzingen worden aangegeven met de betreffende symbolen en vetgedrukt. Opsommingen Opsommingen van eigenschappen in willekeurige, niet per se aan te houden volgorde worden aangegeven met een punt. Voorbeeld: ...
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Verplichtingen van de operator Pagina 11 Verplichtingen van de operator Alle personen, die belast zijn met werkzaamheden met/aan de machine, zijn verplicht om vóór begin van de werkzaamheden: de nationale, algemeen geldende regelingen inzake de veiligheid op het werk, het voorkomen van ongevallen en de bescherming van het milieu in acht te nemen, ...
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Kwalificatie van de personen Pagina 12 Kwalificatie van de personen Uitsluitend geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De exploitant moet duidelijk vastleggen welke personen verantwoordelijk zijn voor de bediening, het onderhoud en de reparatie. ...
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Richtings- en positieaanduidingen voor de machine Pagina 13 Richtings- en positieaanduidingen voor de machine Afb. 1-1: Positieaanduidingen voor de machine Pos. Benaming Pos. Benaming Voorkant Rechterkant Achterkant (laden) Linkerkant 1.10 Gevaren bij de omgang met de machine De machine is gebouwd volgens de nieuwste stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels.
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Juist gebruik Pagina 14 1.11 Juist gebruik De machine dient uitsluitend voor het gebruikelijke gebruik voor het klein maken, homogeen mengen, snijden, zelfstandig beladen, transporteren en verdelen van voedermiddelen in de veehouderij. De machine dient uitsluitend binnen de in hoofdstuk 3 "Technische gegevens" vermelde vermogensgrenzen te worden gebruikt.
Algemene beschrijving Hoofdstuk 1 Garantie en aansprakelijkheid Pagina 15 1.13 Garantie en aansprakelijkheid In principe gelden onze "Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden". Deze staan voor de exploitant van de machine op zijn laatst sinds afsluiting van het contract ter beschikking. Garantie- en aansprakelijkheidsclaims bij persoonlijke of materiële schade zijn uitgesloten, als ze resulteren uit een of meerdere van de volgende oorzaken: ...
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidssymbolen in deze gebruikershandleiding Pagina 16 Veiligheidsinstructies Veiligheidssymbolen in deze gebruikershandleiding GEVAAR "GEVAAR" geeft een direct dreigend gevaar aan dat ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg heeft. WAARSCHUWING "WAARSCHUWING" geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die ernstig lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Waarschuwings- en instructieborden op de machine Pagina 17 Waarschuwings- en instructieborden op de machine Op de machine zijn de volgende borden aangebracht: Waarschuwingsborden kenmerken gevaarlijke plekken op de machine en waarschuwen voor gevaren die in een bepaalde situatie of in samenhang met een bepaald gedrag kunnen optreden.
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 18 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers 3-10 Afb.2-3: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 87610 Het vereiste aandrijftoerental van de machine bedraagt 540 Alvorens de aftakas in te schakelen controleren, of het gekozen toerental en de draairichting van de aftakas van de tractor overeenkomen met het toegelaten toerental en de draairichting van de machine.
Pagina 19
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 19 3-10 Afb.2-4: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 72723 Voldoende afstand tot elektrische hoogspanningsleidingen aanhouden! Bij het gebruik van de machine dienen absoluut de minimum afstanden tot bovengrondse leidingen aangehouden te worden.
Pagina 20
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 20 3-10 Afb.2-5: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 85764 Schroeven regelmatig aandraaien. 88438 Tabel bandendruk 114918 Gevaar voor vallen, doordat personen op een treeplank of een platform meerijden! Deze gevaarlijke situatie kan zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Pagina 21
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 21 3-10 Afb.2-6: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 72735 Gevaar doordat personen snijwonden oplopen of doordat armen, handen of vingers door aangedreven werkgereedschappen afgesneden worden! Gevaar door scherpe / zich bewegende snijmessen. Er bestaat ook verwondingsgevaar, als de messen stil staan.
Pagina 22
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 22 3-10 Afb.2-7: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 85356 Gevaar door betreden van de laadschop! De laadschop en de mengkuip niet betreden. 72734 Gevaar doordat armen naar binnen getrokken of vastgegrepen worden door aangedreven werktuigen! Deze gevaarlijke situaties kunnen zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken.
Pagina 23
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 23 3-10 Afb.2-8: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 88323 Blokkogelkraan om de geopende doseerschuif te beveiligen tegen onbedoeld omlaag bewegen: Positie slot gesloten – Blokkogelkraan gesloten. ...
Pagina 24
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 24 3-10 Afb.2-9: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 103884 103549 103550 Smeer alle 2, (6), (10) lager- resp. smeerpunten van de as wekelijks of op zijn laatst na 50 uur door.
Pagina 25
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 25 3-10 Afb.2-10: Overzicht van de waarschuwings- en gebodsstickers Pos. Pictogram Beschrijving 99231 Aan de slag Checklist voor de inbedrijfstelling. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Pagina 26
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Positie van de waarschuwings- en gebodsstickers Pagina 26 In de afbeelding niet weergegeven waarschuwings- en instructieborden. Pos. Pictogram Beschrijving 72732 Gevaar doordat armen naar binnen getrokken of vastgegrepen worden door aangedreven werktuigen! Gevaar door bewegende snijmessen. Er bestaat ook verwondingsgevaar, als de messen stil staan.
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Algemene veiligheidsinstructies Pagina 27 Algemene veiligheidsinstructies GEVAAR Gevaar voor personen en de machine! Behalve de veiligheidsinstructies van dit hoofdstuk dienen ook de algemeen geldende nationale veiligheidsinstructies en de voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht genomen te worden. ...
Pagina 28
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Algemene veiligheidsinstructies Pagina 28 GEVAAR Levensgevaar door elektrische spanning! Vóór alle werkzaamheden aan de elektrische installatie de minpool van de accu afklemmen. Als u sterkere zekeringen gebruikt, kan de elektrische installatie vernield raken en bestaat er kans op brand.
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 29 WAARSCHUWING Kans op letsel door ontbrekende veiligheidsuitrusting! Persoonlijke beschermingsmiddelen, veiligheidsschoenen, gehoorbescherming, handschoenen, veiligheidsbril, beschermende kleding en veiligheidshelm dragen. Voorgeschreven veiligheidsuitrustingen gebruiken. Veiligheidsinstructies voor het gebruik GEVAAR Gevaar voor personen! ...
Pagina 30
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 30 GEVAAR Gevaar voor personen en de machine bij het aan- en loskoppelen! Bij het gebruik van de steunvoorzieningen kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken of zich schuren. Tussen de tractor en de machine zijn er knel, kneus- en schuurplekken in de buurt van de koppelplekken.
Pagina 31
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 31 WAARSCHUWING Er kan gevaar voor personen ontstaan doordat voorwerpen in de gevarenzone van de cardanas vastgegrepen, naar binnen getrokken en naar buiten geslingerd worden! Vóór elke inzet van de machine controleren of de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen van de cardanas goed functioneren en compleet zijn.
Pagina 32
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 32 WAARSCHUWING Kans op letsel bij schade aan het remsysteem! Het remsysteem van de tractor moet overeenkomen met het remsysteem van de machine. Bij elke functiestoring aan de reminstallatie de tractor meteen stopzetten. De functiestoring onmiddellijk laten verhelpen.
Pagina 33
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 33 WAARSCHUWING Onjuiste bediening van de machine! Alleen gekwalificeerd personeel met bedieningsbevoegdheid mag de machine bedienen. Met de machine vertrouwd raken. Bevoegdheden en werkgebieden duidelijk vastleggen. Mogelijke gevaren aan de machine kennen. ...
Pagina 34
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor het gebruik Pagina 34 WAARSCHUWING Kans op beknelling aan draaiende/bewegende machineonderdelen! Machine pas starten als de bestaande veiligheidsvoorzieningen zijn gesloten/gemonteerd. Controleren dat zich geen personen in de gevarenzone, voornamelijk binnen het bereik van draaiende/bewegende onderdelen, bevinden. ...
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van Pagina 35 storingen Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van storingen GEVAAR Kans op letsel door onverwacht opnieuw inschakelen! De machine bij instel- en onderhoudswerkzaamheden, bij reparatie en het verhelpen van storingen uitschakelen en beveiligen tegen onverwacht opnieuw inschakelen.
Pagina 36
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van Pagina 36 storingen WAARSCHUWING Kans op letsel bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem! Kans op letsel bij schade aan het hydraulisch systeem! Bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen aan de hydraulische installatie van de tractor erop letten dat de hydraulische installatie aan de tractor en aan de machine drukloos is.
Pagina 37
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van Pagina 37 storingen WAARSCHUWING Kans op letsel bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden! De tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen beveiligen, voordat service- of onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitgevoerd worden. ...
Pagina 38
Veiligheidsinstructies Hoofdstuk 2 Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van Pagina 38 storingen afvalverwijdering contact op met de olieleverancier. Let erop dat er geen hydraulische olie in de grond of in het water terechtkomt. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Technische gegevens Hoofdstuk 3 Elektrische aansluitgegevens Pagina 40 Elektrische aansluitgegevens Elektrische installatie Accuspanning: 12 V DC Stekkerdoos voor verlichting: 7-polig Stekkerdoos bedieningsconsole: 3-polig (DIN 9680) Hydraulisch systeem Geen minerale olie met bio-olie mengen. Hydraulisch systeem maximaal toelaatbare bedrijfsdruk: 200 bar toegestane olievolumestroom: min.
Technische gegevens Hoofdstuk 3 Standaard uitvoering Pagina 41 Standaard uitvoering Type: Uitrusting 10-1S XLS – 12-1S Mechanische tweetraps steunvoet voor snel aan- en loskoppelen. Remas met vastzet-rem en hydraulische bedrijfsrem tot 8 km/uur. 17-2S XLS – 20-2S Verstelbare trekdissel voor boven- resp. onderaankoppeling naar keuze met DIN-trekoog. 24-2S XLS Trap voor observatie van het mengproces.
Technische gegevens Hoofdstuk 3 Typeplaatje en CE-markering Pagina 42 Typeplaatje en CE-markering De gehele markering bezit oorkondewaarde en mag niet gewijzigd of onherkenbaar worden gemaakt! Afb.3-1: Typeplaatje en CE-markering Pos. Benaming Chassisnummer. (machinenummer) (in het frame geslagen). Typeplaatje met CE-markering. Op het typeplaatje is aangegeven: ...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Voermengwagen V-Mix totaal Pagina 43 Opbouw en functie Voermengwagen V-Mix totaal De machine dient voor het oppakken, klein maken, mengen, transporteren en verdelen van voercomponenten in de veehouderij. De machine wordt via de trekdissel (f) aan de tractor gekoppeld. De aftakas van de tractor drijft de mengvijzel in de mengkuip (a) via de cardanas (h) mechanisch aan.
Pagina 44
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Voermengwagen V-Mix totaal Pagina 44 Afb.4-2: Voermengwagen V-Mix totaal Pos. Benaming Functie Onderstel Voermengwagen opnemen. Vastzetrem Machine beveiligen tegen wegrollen. Planeetdrijfwerk* Mengvijzel aandrijven. Afvoerband Klein gemaakte en gemengde voercomponenten naar de losopening transporteren. Losopening Voer lossen. Laadinrichting Gesneden voercomponenten in de mengkuip doen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Trekdissel en cardanas Pagina 45 Trekdissel en cardanas De trekdissel (b) verbindt de tractor met de voermengwagen en garandeert het transport van de voermengwagen. De cardanas (c) wordt aan de aftakas (a) van de tractor gekoppeld. De aftakas drijft via de cardanas de mengvijzel in de voermengwagen aan.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Trekdissel en cardanas Pagina 46 4.2.1 Bovenaankoppeling De trekinrichting (a) bestaat uit een trekoog 40 voor een penkoppeling. Afb.4-5: Bovenaankoppeling Pos. Benaming Functie Trekinrichting Tractor en machine verbinden. 4.2.2 Onderaankoppeling De trekinrichting (a) bestaat uit een trekoog (hitch-ring) voor een trekhaak (hitch-haak) of een trekpen (Piton-Fix).
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 47 Mengkuip en mengvijzel In de mengkuip (a) bevindt zich de mengvijzel (b). De mengvijzel is voorzien van snijmessen. De snijmessen maken de toegevoerde voercomponenten klein en mengen ze tegelijkertijd. Tijdens het mengen transporteert de mengvijzel de voercomponenten eerst vanuit het midden van de mengkuip naar boven.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 48 4.3.1.1 Posities van de snijmessen De snijmessen kunnen in een agressieve positie (a) en in een degressieve positie (b) op de mengvijzel worden vastgeschroefd. De verstelbare snijmessen maken het mogelijk om het mengsysteem individueel aan de inzetomstandigheden en aan de structuur van de te mengen voercomponenten aan te passen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 49 4.3.1.2 Verlenging van de snijmessen (optie) Verlengingen (a) voor de snijmessen en een extra geleideplaat kunnen ervoor zorgen dat de verschillende voercomponenten gelijkmatiger afgevoerd worden. De verlengingen voor de snijmessen worden gemonteerd als de te mengen voercomponenten heel droog zijn en lange vezels hebben.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 50 4.3.2 Schakelmechanisme (optie) Met het extra aan de aandrijflijn van de mengvijzel bevestigde schakelmechanisme kan de mengvijzel naar keuze in de schakelstanden I of II aandrijven. Afb.4-12: Schakelmechanisme Pos. Benaming Functie Schakelmechanisme Mengvijzel in de schakelstanden I of II aandrijven.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 51 4.3.3 Overloopring De overloopring voorkomt ten dele dat structuurrijk voer tijdens het mengproces over de rand van de mengkuip heen geworpen wordt. Afb.4-13: Overloopring Pos. Benaming Functie Overloopring Het uitwerpen van structuurrijk voer tijdens voorkomen. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 52 4.3.4 Tegenmes Het tegenmes ondersteunt de mengvijzel bij het klein maken en mengen van de voercomponenten en werkt des te beter hoe verder de tegenmessen in de mengkuip steken. De tegenmessen kunnen in verschillende posities de mengkuip in gezwenkt worden. Het mechanische tegenmes wordt handmatig naar binnen of naar buiten gezwenkt en kan met behulp van de bout (b) in een van de drie mogelijke posities bevestigd worden.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Mengkuip en mengvijzel Pagina 53 4.3.5 Vultrechter (optie) Via de vultrechter kan mineraal- of krachtvoer of ander aanvullend voer gemakkelijk vanaf de grond in de mengkuip gedaan worden. Afb.4-16: Vultrechter Pos. Benaming Functie Vultrechter Mineraal-, krachtvoer en andere aanvullend voer in de mengkuip doen. 4.3.6 Vulbuis (optie) Door de vulbuis kunnen vloeibare componenten, zoals bijv.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Snij- en laadinrichting Pagina 54 Snij- en laadinrichting De snij-inrichting (a) snijdt het voer van boven naar beneden en duwt het daarbij in de laadinrichting (b). De snij-inrichting houdt het voer in de laadinrichting tot de laadinrichting omhoog is gegaan en het voer in de mengkuip heeft gedaan.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Losopening (optie) Pagina 55 Losopening (optie) Afhankelijk van de gekozen optie gaat het voer via de losopening aan de zijkant, de afvoerband aan de zijkant of via een dwarsafvoerband vooraan/achteraan naar de voertrog. De losvarianten verschillen van elkaar door: ...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Afvoerband Pagina 56 Afvoerband De klein gemaakte en gemengde voercomponenten worden door de losopening van de mengkuip (a) op de transportband (b) gelost. De transportband transporteert het voer naar de losopening (c). Afb.4-23: Afvoerband Pos. Benaming Functie Losopening mengkuip...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Werkplatform en kijkvenster (optie) Pagina 57 Werkplatform en kijkvenster (optie) De voermengwagen is uitgerust met een werkplatform (b) met ladder (c) en een kijkvenster (a). Vanaf het werkplatform kan de operator het mengproces veilig in het oog houden en zonodig ook heel kleine hoeveelheden voer bijvullen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Stroblazer (optie) Pagina 58 Stroblazer (optie) De stroblazer bevindt zich aan de voorkant of de achterkant van de voermengwagen. Met behulp van de stroblazer wordt het stro de stal in geblazen. Afb.4-25: Stroblazer Pos. Benaming Functie Stroblazer Klein gemaakt stro in de stal blazen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Steunvoet Pagina 59 Steunvoet De steunvoet dient ter ondersteuning van de afgekoppelde machine. Afb.4-26: Steunvoet mechanisch Afb.4-27: Steunvoet hydraulisch (optie) Pos. Benaming Functie Steunvoet Afgekoppelde machine ondersteunen. Trekdissel Steunvoet opnemen. Draadgat voor zwengel Zwengel opnemen als deze niet wordt gebruikt. Opname zwengel Zwengel voor het omhoog/omlaag bewegen opnemen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Voedingsleidingen tussen tractor en machine Pagina 60 4.10 Voedingsleidingen tussen tractor en machine De voedingsleidingen zorgen voor de hydraulische olie- en stroomvoorziening tussen tractor en aangekoppelde machine. Afb.4-28: Voedingsleidingen Pos. Benaming Functie Stroomvoorziening voor Stroomvoorziening met de bedieningsconsole verzorgen. bedieningsconsole 3-polig Verlichtingsaansluiting 7- Stroomvoorziening van de verlichting van de machine verzorgen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Stroom- en hydraulische besturing Pagina 61 4.11 Stroom- en hydraulische besturing Via het elektrohydraulische stuurblok worden afzonderlijke functies van de machine in- en uitgeschakeld. Via het elektromagnetische stroomregelventiel kan de bandsnelheid van de betreffende transportband traploos worden ingesteld. Afb.4-29: Elektrohydraulisch stuurblok Pos.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 62 4.12 Reminstallatie De reminstallatie van de machine kan bestaan uit: een hydraulische werkrem met vastzetrem voor een toegelaten max. snelheid van 8 km/uur (standaard uitvoering), een hydraulische bedrijfsrem met vastzetrem voor een toegelaten max. snelheid van meer dan 8 km/uur (in Duitsland niet toegestaan), ...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 63 4.12.3 Tweeleiding-bedrijfsremsysteem Het tweeleiding-bedrijfsremsysteem wordt via twee leidingen aan de tractor gekoppeld. Afb.4-31: Tweeleiding-bedrijfsremsysteem Pos. Benaming Functie Persluchtleiding verbinden. Voorraadleiding met koppelingskop (rood) Remleiding met Persluchtleiding verbinden. koppelingskop (geel) Systeem tegen vervuiling beschermen. Leidingfilter van de voorraadleiding Leidingfilter van de...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 64 4.12.3.1 Remkrachtregelaar Met de remkrachtregelaar kan de remwerking (remkracht) van de bedrijfsrem handmatig aan de actuele beladingstoestand van de machine aangepast worden. De volgende remwerkingen zijn mogelijk: Vollast = machine gevuld ...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 65 4.12.4 Eénleiding-bedrijfsremsysteem Het éénleiding-bedrijfsremsysteem wordt via een leiding aan de tractor gekoppeld. Afb.4-33: Eénleiding-bedrijfsremsysteem Pos. Benaming Functie Voorraadleiding met Persluchtleiding verbinden. koppelingskop (groen) Leidingfilter van de Systeem tegen vervuiling beschermen. voorraadleiding Aanhanger-remventiel met Remmen en remkracht regelen.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 66 4.12.4.1 Remkrachtregelaar Met de remkrachtregelaar kan de remwerking (remkracht) van de bedrijfsrem handmatig aan de actuele beladingstoestand van de machine aangepast worden. De volgende remwerkingen zijn mogelijk: Vollast = machine gevuld ...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Reminstallatie Pagina 67 4.12.5 Vastzetrem De aangetrokken vastzetrem beveiligt de losgekoppelde machine tegen onbedoeld wegrollen. Door de zwengel (a) te draaien, wordt de vastzetrem geactiveerd met behulp van spindel (b) en kabel (c). De zwengel (a) wordt uit de verstelpositie 180° verdraaid en bevindt zich dan in de rustpositie. Afb.4-35: Vastzetrem Pos.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Verkeerstechnische uitrustingen Pagina 68 4.13 Verkeerstechnische uitrustingen Verkeerstechnische uitrustingen zijn: de reminstallatie, de verlichtingsinstallatie, het snelheidsbord. De verlichtingsinstallatie wordt m.b.v. de stekker op de 7-polige stekkerdoos van de tractor aangesloten. Afb.4-36: Verkeerstechnische uitrusting Pos.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 69 4.14 Veiligheidsvoorzieningen 4.14.1 Nood-handbediening GEVAAR Gevaar door zich omlaag bewegende delen! De omhoog geheven machine resp. de omhoog geheven delen van de machine tijdens een nood-handbediening beveiligen tegen onbedoeld omlaag bewegen. Als de elektrische installatie uitvalt, kunnen de elektromagneten voor het schakelen van de weg- en meerwegventielen direct aan het elektrohydraulische stuurblok bediend worden met behulp van een nood-handbediening.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 70 4.14.2 Beschermingsafdekkingen cardanas De beschermingsafdekkingen aan de cardanas voorkomen dat iemand zijn hand kan steken in bewegende onderdelen van de machine. Afb.4-38: Beschermingsafdekkingen cardanas Pos. Benaming Functie Beschermbuis Aandrijfas opnemen en voorkomen dat iemand zijn hand erin steekt. Beschermstuk Breekbout en breekboutkoppeling opnemen en voorkomen dat iemand zijn hand erin steekt.
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 71 4.14.4 Opbergplaats voor voedingsleidingen Als de machine niet wordt gebruikt, moeten de voedingsleidingen in de opbergplaats voor voedingsleidingen worden ondergebracht. Hierdoor wordt beschadiging van de voedingsleidingen voorkomen. Afb.4-40: Opbergplaats voor voedingsleidingen Pos. Benaming Functie Opbergplaats voor...
Pagina 72
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 72 Pos. Benaming Functie Afdekflap Voorkomen dat iemand zijn hand steekt in de losopening en de transportband. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 73 4.14.6 Veiligheidsvoorziening wiggen De wiggen dienen om voermengwagen te borgen tegen onbedoeld wegrollen. Afb.4-42: Veiligheidsvoorziening wiggen Pos. Benaming Functie Wiggen Wegrollen van de voermengwagen voorkomen. 4.14.7 Veiligheidsvoorziening vastzetrem De aangetrokken vastzetrem beveiligt de losgekoppelde machine tegen onbedoeld wegrollen. Door de zwengel (a) te draaien, wordt de vastzetrem geactiveerd met behulp van spindel (b) en kabel (c).
Opbouw en functie Hoofdstuk 4 Veiligheidsvoorzieningen Pagina 74 4.14.8 Veiligheidsvoorziening doseerschuif De blokkogelkraan (a) beveiligt de geopende doseerschuif (b) tegen onbedoeld neerlaten. Zodoende is een veilige toegang tot het reservoirs gegarandeerd om bv. verstoppingen los ter halen of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Afb.4-44: Veiligheidsvoorziening doseerschuif Pos.
Transport, opstellen en eerste ingebruikname Hoofdstuk 5 Veiligheidsinstructies Pagina 75 Transport, opstellen en eerste ingebruikname Veiligheidsinstructies GEVAAR Veiligheidsinstructies in acht nemen! De veiligheidsinstructies in het hoofdstuk 2 "Veiligheidsinstructies" en met name in het hoofdstuk 2.6 "Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van storingen"...
Pagina 76
Transport, opstellen en eerste ingebruikname Hoofdstuk 5 Transport en opstellen Pagina 76 Afb. 5-1: Bevestigingspunten aan de machine Gebodsborden op de machine: Markering van de bevestigingspunten aan de machine voor het aanbrengen van de sjormiddelen. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Transport, opstellen en eerste ingebruikname Hoofdstuk 5 Transport en opstellen Pagina 77 5.2.3 De losgekoppelde machine met behulp van een rangeervoertuig verplaatsen WAARSCHUWING Als de bedrijfsrem gedeactiveerd is en de machine tijdens het verplaatsen onbedoeld wegrolt, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Transport en opstellen Pagina 78 Inbedrijfstelling Vóór de inbedrijfstelling van de machine dient op het volgende te worden gelet. De machine uitsluitend met een tractor koppelen en transporteren, die hiervoor geschikt De tractor en de machine moeten voldoen aan de wettelijke nationale verkeersvoorschriften.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Wettelijke verkeersvoorschriften Pagina 79 Wettelijke verkeersvoorschriften Bij het gebruik van openbare wegen de betreffende nationale verkeersvoorschriften in acht nemen. 6.1.1 Wettelijke verkeersvoorschriften voor Duitsland De standaard machine: is een landbouwvoertuig, beschikt niet over een TÜV- rapport, ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Geschiktheid van de tractor controleren Pagina 80 Geschiktheid van de tractor controleren WAARSCHUWING Door ondoelmatig gebruik van de tractor kunnen storingen of breuk van onderdelen, ontoereikende stabiliteit en ontoereikende stuur- en remcapaciteit veroorzaakt worden, wat kan leiden tot een gevaar voor lichamelijk letsel! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Geschiktheid van de tractor controleren Pagina 81 6.2.1 Noodzakelijke uitrusting van de tractor 6.2.1.1 Motorvermogen van de tractor/elektronische installatie/hydraulisch systeem Voor een juist gebruik van de machine moet de gebruikte tractor aan de voorwaarden in hoofdst 3 "Technische gegevens voldoen. ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Berekenen van de werkelijke waarden Pagina 82 Berekenen van de werkelijke waarden Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor zoals aangegeven in de handleiding / op het kentekenbewijs moet groter zijn dan de som van: Leeggewicht van de tractor, ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Berekenen van de werkelijke waarden Pagina 83 6.3.1.1 Minimaal vereist ballast van de tractor Om een toereikende bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen moet de tractor minimaal beschikken over de volgende voorballast: Afb.6-2: Formule voor de berekening van de minimale vereiste ballast De cijferwaarde in de tabel in hoofdstuk 6.3.2 "Resultatentabel van de berekende waarden"...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Berekenen van de werkelijke waarden Pagina 84 6.3.2 Resultatentabel van de berekende waarden WAARSCHUWING Als de stabiliteit of de bestuurbaarheid/remvertraging van de tractor ontoereikend zijn, kunnen risico's ontstaan op beknelling, snijwonden, stoten, of gegrepen en naar binnen getrokken worden van personen! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met gekoppelde machines Pagina 85 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met gekoppelde machines WAARSCHUWING Er kan gevaar voor personen ontstaan, doordat storingen optreden of onderdelen breken, omdat als gevolg van ondoelmatig gebruik van de tractor de koppelinrichtingen tussen de tractor en de machine breken! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met gekoppelde machines Pagina 86 6.4.2 Werkelijke D -waarde berekenen voor de te koppelen combinatie WAARSCHUWING Er kan gevaar voor personen ontstaan, doordat storingen optreden of onderdelen breken, omdat als gevolg van ondoelmatig gebruik van de tractor de koppelinrichtingen tussen de tractor en de machine breken! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen Pagina 87 Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen 6.5.1 Machine beveiligen tegen wegrollen De machine beveiligen tegen wegrollen: op effen terrein met behulp van de vastzetrem of de wiggen, ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Aanbouwhoogte van de trekdissel aanpassen (door vakgarage) Pagina 88 Aanbouwhoogte van de trekdissel aanpassen (door vakgarage) De hoogte van de trekdissel aan het afzonderlijke tractortype aanpassen, als de aan de tractor vastgekoppelde voermengwagen op een effen ondergrond niet horizontaal uitgericht is. De machine werkt alleen dan optimaal, als ze in een horizontaal uitgerichte positie staat.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Aanbouwhoogte van de trekdissel aanpassen (door vakgarage) Pagina 89 6.6.1 Montageaanwijzingen voor de vakgarage Afb.6-7: Aanbouwhoogte aanpassen De voermengwagen op een effen, stabiele ondergrond neerzetten. De voermengwagen met de vastzetrem en/of wiggen beveiligen tegen wegrollen. De machine loskoppelen van de tractor. De tractor zo ver naar voren rijden, tot de koppelinrichting van de tractor vrijkomt van de trekinrichting van de trekdissel.
Pagina 90
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Aanbouwhoogte van de trekdissel aanpassen (door vakgarage) Pagina 90 Afb.6-8: Aanbouw haaks trekoog Indien nodig kan bij voorkeur bij onderaankoppeling een haaks trekoog (d) (accessoire) worden gemonteerd. Controleren of er in alle bedrijfstoestanden voldoende vrije ruimte rondom de cardanas is.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen (door vakgarage) Pagina 91 Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen (door vakgarage) WAARSCHUWING Als aan de cardanas verkeerde montages uitgevoerd of niet toegestane wijzigingen in de constructie aangebracht worden, kan gevaar ontstaan doordat personen naar binnen getrokken en vastgegrepen worden! ...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen (door vakgarage) Pagina 92 6.7.1 Montageaanwijzingen voor de vakgarage Als de cardanas voor het eerst gemonteerd wordt of als de trekker vervangen wordt, moet de overlapping van de profielbuizen worden gecontroleerd. Afb.6-10: Beschermstuk van de cardanas Het beschermstuk (a) dat zich aan de kant van de machine bevindt, moet de cardanasbescherming >...
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Lengte van de cardanas aan de tractor aanpassen (door vakgarage) Pagina 93 6.7.1.1 De cardanas aanbrengen Uit te voeren stappen: Beschermkap van het uiteinde van de aftakas aftrekken. Cardanas (a) aan de trekker aanbrengen. Nadat de cardanas vastgekoppeld is controleren of de beveiliging van de cardanas goed vastgeklikt zit.
De stroom niet uit de stekkerdoos voor de verlichting nemen. De 3-polige stekkerdoos alsnog aanbrengen als de tractor-niet over een 3-polige stekkerdoos beschikt. De firma BvL biedt een passende uitbreidingsset aan. Er is een constante stroomvoorziening nodig van 12 V. De 3-polige stekkerdoos moet minstens met een 16-A zekering beveiligd zijn.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Montage van de bedieningshendel Pagina 95 Montage van de bedieningshendel Afb.6-14: Montage van de bedieningshendel in de tractorcabine De houder (d) met de tas (b) op een geschikte plaats in de cabine van de tractor bevestigen. Houder met de tas is bevestigd. De bedieningshendel (a) van de bowdenkabel (c) in de tas (d) steken.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Display van de weeginrichting uitlijnen Pagina 96 6.10 Display van de weeginrichting uitlijnen De houder van de weeginrichting zodanig uitlijnen dat de weeginrichting vanuit de tractor bediend kan worden. Afb.6-16: Weeginrichting uitlijnen Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Positie van de snijmessen Pagina 97 6.11 Positie van de snijmessen De snijmessen kunnen in een agressieve positie (a) en in een degressieve positie (b) op de mengvijzel worden vastgeschroefd. De verstelbare snijmessen maken het mogelijk om het mengsysteem individueel aan de inzetomstandigheden en aan de structuur van de te mengen voercomponenten aan te passen.
Inbedrijfstelling Hoofdstuk 6 Beknopte handleiding Pagina 98 6.12 Beknopte handleiding Afb.6-18: Aan de slag Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bediening Hoofdstuk 7 Veiligheidsinstructies Pagina 99 Bediening De Machine mag alleen overeenkomstig het juiste gebruik worden gebruikt (zie hoofdstuk 1.11 "Juist gebruik"). Hierbij gelden telkens speciale voorschriften en veiligheidsinstructies voor de verschillende bedrijfsmodi van de machine. De machine wordt in de volgende bedrijfsmodi gebruikt: ...
Bediening Hoofdstuk 7 Bedienings- en controle-elementen Pagina 100 Bedienings- en controle-elementen 7.2.1 Bedieningsconsole De machine kan, afhankelijk van de geleverde variant, met verschillende bedieningsconsoles zijn uitgerust. De volgende afbeeldingen geven de mogelijke symbolen en de betekenis ervan weer. Via de bedieningsconsole kunnen de hydraulische functies van de machine vanaf de bestuurdersstoel van de tractor bediend worden, als de oliecirculatie tussen de tractor en de machine ingeschakeld is.
Bediening Hoofdstuk 7 Bedienings- en controle-elementen Pagina 101 Afb.7-1: Bedieningsconsole 7.2.1.1 Bedieningsconsole in-/uitschakelen Symbool Stand van de Functie tuimelschakelaar ON (AAN) Groen controlelampje brandt. OFF (UIT) Groen controlelampje brandt niet. 7.2.1.2 Bandsnelheid voor transportband instellen Symbool Stand van de Functie draairegelaar Bandsnelheid hoog UIT (vastgeklikt)
Bediening Hoofdstuk 7 Bedienings- en controle-elementen Pagina 103 7.2.1.7 Tegenmessen naar binnen/buiten zwenken Symbool Stand van de knop Functie omhoog Tegenmessen naar binnen zwenken. (vasthouden) omlaag Tegenmessen naar buiten zwenken. (vasthouden) 7.2.1.8 Stroblazer naar binnen/buiten zwenken Symbool Stand van de knop Functie Stroblazer in-/uitschakelen omhoog/omlaag...
Bediening Hoofdstuk 7 Bedienings- en controle-elementen Pagina 104 7.2.1.11 Snij- en laadinrichting naar binnen/buiten zwenken Symbool Stand van de Functie tuimelschakelaar Snij - en laadinrichting omhoog/omlaag bewegen. omhoog/omlaag (vasthouden) 7.2.1.12 Snij-inrichting naar binnen/buiten zwenken Symbool Stand van de Functie tuimelschakelaar omhoog/omlaag Snij-inrichting omhoog/omlaag bewegen (snijden).
Bediening Hoofdstuk 7 Bedienings- en controle-elementen Pagina 105 7.2.2 Weeginrichting De voermengwagen is leverbaar met verschillende weeginrichtingen. Deze weeginrichting kan zijn: een optel-weeginrichting voor het wegen van de voerhoeveelheden die in de kuip gevuld werden, een programmeerbare weeginrichting met de mogelijkheid om meerdere recepten op te slaan, ...
Bediening Hoofdstuk 7 Vereiste controles vóór en tijdens het gebruik Pagina 106 7.2.3 Camerasysteem De voermengwagen is voorzien van een camerasysteem. Onder de laadklep (a) is een camera gemonteerd, om bij het achteruit rijden een beter overzicht te hebben. Een tweede camera is aan een arm van de snij-inrichting (b) geïnstalleerd, om het snijproces in het oog te kunnen houden.
Pagina 107
Bediening Hoofdstuk 7 Vereiste controles vóór en tijdens het gebruik Pagina 107 Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 108 Machine aankoppelen 7.4.1 Trekdissel aankoppelen WAARSCHUWING Als de machine plotseling van de tractor losraakt, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! Controleren, of de koppelinrichting van de tractor toegelaten is voor het opnemen van het trekoog van de machine.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 109 7.4.1.1 Penkoppeling (optioneel) Voorwaarden: Geschiktheid van de tractor gecontroleerd (zie hoofdst. 6.2 "Geschiktheid van de tractor controleren"). Machine staat op een vlakke ondergrond. Steunvoet staat in steunstand (zie hoofdst. 7.4.5 "Steunvoet"). ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 110 7.4.1.2 Trekhaak (hitch-haak) en trekoog (hitch-ring) aankoppelen (optioneel) Voorwaarden: Geschiktheid van de tractor gecontroleerd (zie hoofdst. 6.2 "Geschiktheid van de tractor controleren"). Machine staat op een vlakke ondergrond. Steunvoet staat in steunstand (zie hoofdst. 7.4.5 "Steunvoet"). ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 111 7.4.1.3 Trekpen (Piton-Fix) en trekoog (hitch-ring) (optioneel) Voorwaarden: Geschiktheid van de tractor gecontroleerd (zie hoofdst. 6.2 "Geschiktheid van de tractor controleren"). Machine staat op een vlakke ondergrond. Steunvoet staat in steunstand (zie hoofdst. 7.4.5 "Steunvoet"). ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 112 7.4.2 Cardanas aankoppelen GEVAAR Er kunnen gevaren ontstaan doordat personen bekneld raken, als de tractor en de machine onbedoeld starten of wegrollen! De cardanas uitsluitend aan de tractor aankoppelen als de tractor en de machine beveiligd zijn tegen onbedoeld starten en wegrollen.
Pagina 113
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 113 Uitsluitend de meegeleverde cardanas resp. het meegeleverde type cardanas gebruiken. Bij het aankoppelen van de cardanas de meegeleverde gebruikershandleiding van de cardanas in acht nemen. Door een deskundig gebruik en onderhoud van de cardanas worden ernstige ongelukken voorkomen.
Pagina 114
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 114 componenten van de tractor of de machine vast komen te zitten. Cardanas wordt door ontbrekende vrije ruimte beschadigd. Cardanas kan in alle bedrijfstoestanden vrij draaien. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 115 7.4.3 Voedingsleidingen aankoppelen 7.4.3.1 Hydraulische slangleidingen aankoppelen WAARSCHUWING Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk uittreedt en in het lichaam dringt! Bij het aankoppelen van de hydraulische slangleidingen erop letten dat de hydraulische installatie aan de tractor en aan de machine drukloos is.
Pagina 116
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 116 Afb.7-7: Hydraulische aansluitingen aan de tractor Voorwaarden: De machine is beveiligd tegen wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). De tractor is beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen").
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 117 7.4.3.2 Hydraulische bedrijfsrem aankoppelen (optioneel) De hydraulische bedrijfsrem wordt op het speciale remventiel van de tractor aangesloten. Als de operator het rempedaal van de tractor intrapt, remt de machine af. De hydraulische bedrijfsrem (EU versie) is in Duitsland niet toegelaten. Afb.7-8: Hydraulische cilinder van de remas Afb.7-9: Hydraulische mof Voorwaarden:...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 118 7.4.3.3 Tweeleiding-bedrijfsremsysteem (rem- en voorraadleiding) aankoppelen (optioneel) WAARSCHUWING Als de reminstallatie niet correct functioneert, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! Bij het aankoppelen van de rem- en voorraadleiding erop letten dat: ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 119 7.4.3.4 Eénleiding-bedrijfsremsysteem (voorraadleiding) aankoppelen (optioneel) WAARSCHUWING Als de reminstallatie niet correct functioneert, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! Bij het aankoppelen van de voorraadleiding erop letten dat: ...
De stroom niet uit de stekkerdoos voor de verlichting nemen. De 3-polige stekkerdoos alsnog aanbrengen als de tractor-niet over een 3-polige stekkerdoos beschikt. De firma BvL biedt een passende uitbreidingsset aan. Er is een constante stroomvoorziening nodig van 12 V. De 3-polige stekkerdoos moet minstens met een 16-A zekering beveiligd zijn.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 121 7.4.4 Vastzetrem De aangetrokken vastzetrem beveiligt de losgekoppelde machine tegen onbedoeld wegrollen. Door de zwengel te draaien wordt de vastzetrem geactiveerd met behulp van spindel en kabel. Afb.7-11: Vastzetrem (verstelpositie) Afb.7-12: Vastzetrem (rustpositie) Voorwaarden: ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 122 7.4.5 Steunvoet 7.4.5.1 Steunvoet hydraulisch (optie) WAARSCHUWING Er kan gevaar voor derden ontstaan door beknelling van vingers of hand, als de steunvoet naar de transportpositie omhoog bewogen wordt! Personen uit de gevarenzone tussen de tractor en de machine wegsturen, voordat de hydraulische steunvoet omhoog bewogen wordt.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 123 7.4.5.1.2 Laten zakken WAARSCHUWING Er bestaat gevaar dat voeten bekneld raken, als de operator of een andere persoon met zijn voeten onder de omlaag bewegende steunvoet terecht komt! Bij het omlaag bewegen van de steunvoet erop letten dat men met zijn voeten voldoende veiligheidsafstand tot de steunvoet aanhoudt.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 124 7.4.5.2 Steunvoet mechanisch Afb.7-14: Mechanische steunvoet 7.4.5.2.1 Omhoog halen Voorwaarden: De machine is beveiligd tegen wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). Er bevinden zich geen personen in de gevarenzone. ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine aankoppelen Pagina 125 7.4.5.2.2 Laten zakken Voorwaarden: De machine is beveiligd tegen wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). Er bevinden zich geen personen in de gevarenzone. Steunvoet bevindt zich in transportstand (zie hoofdst.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 126 Machine bedienen GEVAAR Veiligheidsinstructies in acht nemen! De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 2 "Veiligheidsinstructies" , voornamelijk in hoofdstuk 2.5 "Veiligheidsinstructies voor het gebruik" in acht nemen. 7.5.1 Machine inschakelen Voorwaarden: Tractor en machine zijn beveiligen tegen wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen").
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 127 7.5.1.1 Functie van de machine controleren Voor de bediening van de afzonderlijke functies van de machine hoofdst. 7.2.1 "Bedieningsconsole" in acht nemen. Voorwaarden: Tractor en machine zijn gekoppeld, ingeschakeld en beveiligen tegen wegrollen. ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 128 7.5.2 Transportritten Een transportrit is een rit vanaf of naar de plaats van inzet van de beladen of onbeladen machine. GEVAAR Gevaar voor personen bij verboden meerijden! Het is verboden dat personen meerijden op de machine. WAARSCHUWING Er bestaat gevaar doordat personen bekneld raken, naar binnen getrokken, vastgegrepen of gestoten worden, als de tractor en de machine kantelen omdat ze niet...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 129 7.5.2.1 Transportrit uitvoeren Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Aftakas van de tractor is uitgeschakeld. Mengvijzel wordt niet aangedreven. Voedingsleidingen zijn op de juiste wijze aangesloten (zie hoofdst. 7.4.3 "Voedingsleidingen aankoppelen“).
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 130 7.5.3.1.2 Aanbeveling voor het verwerken van hooi, stro enz. Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Uit te voeren stappen: De aftakas aan de tractor inschakelen. De mengvijzel wordt aangedreven. Structuurrijke voercomponenten (hooi, stro enz.) toevoegen.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 131 7.5.3.2 Vóór het vullen Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld (zie hoofdst. 7.5.7 "Machine uitschakelen“). Aftakas van de tractor is uitgeschakeld. Uit te voeren stappen: Mengkuip op ongewenste voorwerpen controleren. Ongewenste voorwerpen eventueel uit de mengkuip verwijderen. Er bevinden zich geen ongewenste voorwerpen in de mengkuip.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 132 7.5.3.3 Machine vullen Als er veel langvezelig materiaal wordt gemengd, dan dient de kuip eerst alleen voor max. 2/3 te worden gevuld om te voorkomen dat er materiaal uit wordt gegooid. Nadat het materiaal fijn gesneden is, kan de mengkuip compleet gevuld worden.
Pagina 133
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 133 Achteruit naar de kuilvoersilo (b) toe rijden, zodat een ca. 35 cm dikke schijf afgesneden kan worden. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Pagina 134
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 134 Afb.7-16: Laadinrichting omlaag geklapt Afb.7-17: Snij-inrichting naar binnen gezwenkt De laadinrichting (c) helemaal omlaag klappen tot de machine iets omhoog komt. De stabiliteit van de machine wordt bij het snijden gegarandeerd. Tuimelschakelaar (zie hoofdst. 7.2.1.12 "Snij-inrichting naar binnen/buiten zwenken") omlaag duwen tot de snij-inrichting helemaal in de laadinrichting heeft gesneden.
Pagina 135
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 135 Afb.7-19: Laadhoeveelheid bereikt De stappen 1 tot 11 herhalen tot de gewenste vul- of laadhoeveelheid (d) is bereikt. Gewenste laadhoeveelheid is bereikt. Remwerking van de bedrijfsrem aan de remkrachtregelaar (a) met de hand aan de huidige beladingstoestand van de machine aanpassen.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 136 7.5.4 Mengen van de voercomponenten Het mengproces is sterk afhankelijk van de voercomponenten die gebruikt worden. Het soort en de structuur van de betreffende voercomponenten alsmede de gewenste snijlengte van het voermengsel bepalen de duur van het laatste mengproces. ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 137 Afb.7-21: Schakelstanden kiezen 7.5.4.1 Snel mengen door middel van het schakelmechanisme (optie) Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Aftakas van de tractor is uitgeschakeld. Machine is gevuld (zie hoofdst. 7.5.3.3 "Machine vullen“). ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 138 7.5.4.3 Gebruik van de tegenmessen 7.5.4.3.1 Mechanisch tegenmes Afb.7-22: Mechanisch tegenmes Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Machine is gevuld (zie hoofdst. 7.5.3.3 "Machine vullen“). Aftakas van de tractor is ingeschakeld.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 139 7.5.4.3.2 Hydraulisch tegenmes Afb.7-23: Hydraulisch tegenmes Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Machine is gevuld (zie hoofdst. 7.5.3.3 "Machine vullen“). Aftakas van de tractor is ingeschakeld. Uit te voeren stappen: De knop (zie hoofdst.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 140 7.5.5 Lossen van het voer WAARSCHUWING Er kan gevaar voor personen of dieren ontstaan, als de mengvijzel draait en daardoor voorwerpen uit de losopening of van de dwars-transportband af worden geslingerd! Personen wegsturen uit de gevarenzone van de losopening en / of de dwars- transportband, voordat de aftakas van de tractor ingeschakeld wordt.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 141 7.5.5.1 Transportband vooraan of achteraan Afb.7-24: Transportband vooraan Afb.7-25: Transportband achteraan Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Aftakas van de tractor is uitgeschakeld. Mengvijzel wordt niet aangedreven. ...
Pagina 142
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 142 De snelheid van de transportband, via de zwenkhendel (c) aan het stroomregelventiel of de draairegelaar (d) (zie hoofdst. 7.2.1.2 "Bandsnelheid voor transportband instellen") kiezen (optie). Afb.7-27: Zwenkhendel aan het stroomregelventiel voor Afb.7-28: Draairegelaar voor de bandsnelheid op de de bandsnelheid bedieningsconsole Doseerschuif met de knop (zie hoofdst.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 143 7.5.6 Verstoppingen verwijderen WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als: omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine zich onbedoeld omlaag bewegen of omlaag bewogen worden, bijv.
Pagina 144
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 144 Afb.7-30: Losopening Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). Aftakas van de tractor is ingeschakeld. Mengvijzel wordt aangedreven. Er bevinden zich gen personen en dieren in de gevarenzone. ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine bedienen Pagina 145 7.5.7 Machine uitschakelen Voorwaarden: De machine is ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen“). De machine is niet beladen. De veiligheidsvoorzieningen staan in de beschermingsstand ( bijv. afdekkingen zijn gemonteerd). De voedingsleidingen van de machine zijn aan de tractor aangekoppeld (zie hoofdst.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 146 Machine loskoppelen 7.6.1 Voedingsleidingen loskoppelen Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). Voedingsleidingen zijn verbonden met de tractor (zie hoofdst. 7.4.3 "Voedingsleidingen aankoppelen").
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 147 7.6.1.1 Hydraulische slangleidingen loskoppelen WAARSCHUWING Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk uittreedt en in het lichaam dringt! Bij het loskoppelen van de hydraulische slangleidingen erop letten dat de hydraulische installatie aan de tractor en aan de machine drukloos is.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 148 7.6.1.3 Tweeleiding-bedrijfsremsysteem (rem- en voorraadleiding) loskoppelen (optioneel) WAARSCHUWING Als de bedrijfsrem gedeactiveerd is en de machine wegrolt, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! ...
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 149 7.6.1.4 Eénleiding-bedrijfsremsysteem (voorraadleiding) loskoppelen (optioneel) WAARSCHUWING Als de bedrijfsrem gedeactiveerd is en de machine wegrolt, kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen of naar binnen getrokken worden! De bedrijfsrem van de machine wordt meteen geactiveerd, als de groene koppelingskop losgekoppeld is.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 150 7.6.1.5 Stroomvoorziening loskoppelen Afb.7-32: stroomvoorziening Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). Voedingsleidingen zijn verbonden met de tractor (zie hoofdst. 7.4.3 "Voedingsleidingen aankoppelen").
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 151 7.6.2 Cardanas loskoppelen WAARSCHUWING Er kan gevaar voor verbrandingen ontstaan, als hete componenten van de cardanas aangeraakt worden! Geen sterk verwarmde componenten van de cardanas aanraken (vooral geen koppelingen). Als de cardanas een langere tijd stilstaat, moet hij van tevoren gereinigd en gesmeerd worden.
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 152 7.6.3 Trekdissel loskoppelen WAARSCHUWING Er bestaat gevaar dat personen tijdens het loskoppelen bekneld raken, als de losgekoppelde machine onbedoeld wegrolt. De machine beveiligen tegen onbedoeld wegrollen, voordat de machine van de tractor losgekoppeld wordt! 7.6.3.1 Penkoppeling (optioneel)
Bediening Hoofdstuk 7 Machine loskoppelen Pagina 153 7.6.3.3 Trekpen (Piton-Fix) en trekoog (hitch-ring) loskoppelen (optioneel) Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Veiligheidsinstructies Pagina 154 Onderhoud en verzorging Om een probleemloos en juist gebruik van de machine te verkrijgen, zijn de in dit hoofdstuk behandelde verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk. Regelmatige verzorging en onderhoud verlengen de levensduur en verhogen het gebruik. Voor een veilig gebruik van de machine dienen de onderhoudswerkzaamheden regelmatig te worden uitgevoerd en de intervallen te worden aangehouden.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Reinigen Pagina 155 Reinigen De machine regelmatig en grondig reinigen. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming. De machine na de reiniging smeren, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger / stoomreiniger of vetoplossende middelen. ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoudstabel Pagina 156 Onderhoudstabel Machineonderdeel Uit te voeren werkzaamheden Interval Gehele machine Controleren of de machine zich een toestand bevindt en vóór elke schoon is. inbedrijfstelling Werking controleren. vóór elke inbedrijfstelling Visuele- en geluidscontrole van de lagers. vóór elke inbedrijfstelling Alle schroeven controleren en indien nodig aanhalen.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 157 Smeren Alle lager- en smeerpunten smeren volgens het smeerschema. Het vuil van de smeernippels verwijderen. Milieuvriendelijke, biologisch afbreekbare olie en vetten gebruiken op plaatsen waar smeermiddelen in het voer resp.in de grond terecht kunnen komen. Informatie hierover is verkrijgbaar bij de vakhandel voor landbouwmachines.
Pagina 158
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 158 Afb. 8-2: Smeernippel aan cardankoppeling voor drijfwerk Afb. 8-3: Smeernippel bovenste lager planeetdrijfwerk Pos. Machineonderdeel Aantal Activiteit Interval smeren 250 bedrijfsuren Smeernippel aan cardankoppeling voor drijfwerk Smeernippel bovenste lager planeetdrijfwerk smeren 50 bedrijfsuren Afb.
Pagina 159
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 159 Afb. 8-6: Smeernippel lagers aan dwars-transportband Afb. 8-7: Smeernippel aan draaipunt van laadklep Pos. Machineonderdeel Aantal Activiteit Interval Smeernippel lagers aan dwars-transportband smeren 25 bedrijfsuren Smeernippel aan draaipunt van laadklep smeren 50 bedrijfsuren Afb.
Pagina 160
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 160 Afb. 8-9: Smeernippel aan draaipunt van snijframe Afb. 8-10: Smeernippel aan omkeerhendel van de zijmessen Pos. Machineonderdeel Aantal Activiteit Interval Smeernippel aan draaipunt van snijframe smeren 50 bedrijfsuren Smeernippel aan omkeerhendel van de smeren 25 bedrijfsuren zijmessen...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 161 8.5.1.1 Ventrale smering van de snij-inrichting (optioneel) Optioneel is een centrale smering van de snij-inrichting via een smeermiddelpomp P203 voor meerleiding-smeersystemen mogelijk. Afb. 8-13: Centrale smering van de snij-inrichting Pos. Benaming Functie Smeermiddelpomp P203 Smeermiddel naar de snij-inrichting pompen.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Smeren Pagina 162 8.5.3 Breekbout van de breekboutkoppeling vervangen Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). Afb.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Olie verversen van het drijfwerk Pagina 163 Olie verversen van het drijfwerk WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen uitglijden, als er olie uitloopt tijdens het verversen van de olie! Verse olievlekken onmiddellijk met bindmiddelen verwijderen. ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Olie verversen van het drijfwerk Pagina 164 8.6.1 Drijfwerk BvL 105926 ECS 1522 Afb. 8-16: Olietank Afb. 8-17: Drijfwerk Voorwaarden: De machine is niet aan de tractor gekoppeld (zie hoofdst. 7.6 "Machine loskoppelen"). 18 Liter olie type SAE 80/85 (API GL5, VG 150) staat gereed.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Olie verversen van het drijfwerk Pagina 165 8.6.2 Drijfwerk BvL 0095277 PGA 2502 Afb. 8-18: Olietank Afb. 8-19: Drijfwerk Voorwaarden: De machine is niet aan de tractor gekoppeld (zie hoofdst. 7.6 "Machine loskoppelen"). 19 Liter olie type SAE 80/85 (API GL5, VG 150) staat gereed.
Hoofdstuk 8 Olie verversen van het drijfwerk Pagina 166 8.6.3 Vertragingskasten BvL 94954 & 94955 & 108143 (seciale uitvoering) 1. Richt de machine horizontaal uit. 2. Zet een opvangbak onder het drijfwerk (inhoud ca. 10 liter). 3. De olie-aflaatschroef (1) en het peilglas (2) losdraaien.
Olie type SAE 80/85 (API GL5, VG 150) staat gereed. Het olie verversen bij dit drijfwerk vindt plaats, zoals beschreven in hoofdst. 8.6.3 "Vertragingskasten BvL 94954 & 94955" met de stappen 1-10. Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Toegang tot de mengkuip Pagina 168 Toegang tot de mengkuip WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als: omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine zich onbedoeld omlaag bewegen of omlaag bewogen worden, bijv.
Pagina 169
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Toegang tot de mengkuip Pagina 169 Afb.8-23: Toegang tot de mengkuip Voorwaarden: De cardanas is aangekoppeld aan de aftakas van de tractor (zie hoofdst. 7.4.2 "Cardanas aankoppelen"). Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen"). Uit te voeren stappen: De doseerschuif, via die iemand in de mengkuip klimt, moet volledig worden geopend (zie hoofdst.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Montage en positionering van de mengvijzels Pagina 170 De afdekvoorziening (c) weer op de juiste wijze aan de mengkuip (a) bevestigen. 12.1 De afdekvoorziening (c) terug zwenken. 12.2 De afdekvoorziening (c) iets optillen om het plat ijzer van de afdekvoorziening in de houder (d) te kunnen steken.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snijmessen Pagina 171 Onderhoud van de snijmessen WAARSCHUWING Gevaar door weggeslingerde slijpdeeltjes bij het slijpen van de snijmessen! Dit gevaar veroorzaakt zeer ernstige verwondingen, vooral aan de ogen. WAARSCHUWING Bij montagewerkzaamheden aan scherpe snijmessen bestaat kans op snijwonden! ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snijmessen Pagina 172 8.9.1 Snijmessen slijpen Gebruik voor het slijpen van de snijmessen een haakse slijper met een waaierschijf. De snijmessen voorzichtig bijslijpen, zodat de messen niet al te zeer verhit worden. Als de snijmessen tijdens het slijpen van kleur veranderen: ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snijmessen Pagina 173 8.9.2 Snijmessen verdraaien/vervangen Om de snijmessen te zwenken / vervangen heeft is het volgende nodig: een moersleutel (sleutelwijdte 24), snijvaste veiligheidshandschoenen, randbescherming om de snijvlakken van de snijmessen tijdens de montagewerkzaamheden af te dekken.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 174 8.10 Onderhoud van de snij-inrichting WAARSCHUWING Bij montagewerkzaamheden aan de scherpe snij-inrichting bestaat kans op snijwonden! Deze gevaarlijke situatie kan ernstige snijwonden aan vingers of handen veroorzaken. WAARSCHUWING Kans op letsel door ontbrekende veiligheidsuitrusting! ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 175 8.10.1 Messen van de snij-inrichting slijpen Afb.8-27: Snij-inrichting slijpen Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen"). Oliecirculatie tussen tractor en machine is tot stand gebracht (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen").
Pagina 176
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 176 Afb.8-28: Snij-inrichting slijpen De punten van de bewegende messen moeten minstens zo lang zijn als de punten van de vaste messen, anders werkt de machine niet meer optimaal, omdat de messen versleten zijn.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 177 8.10.2 Messen van de snij-inrichting bijstellen Afb.8-29: Snij-inrichting bijstellen Voorwaarden: Tractor en machine zijn ingeschakeld (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen"). Oliecirculatie tussen tractor en machine is tot stand gebracht (zie hoofdst. 7.5.1 "Machine inschakelen").
Pagina 178
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 178 De 8 schroeven (b) losdraaien. Mesgeleidingen (e) verwijderen. Let op: het mes hangt alleen aan de meshouder (f). De 8 schroeven (a) losdraaien. Slijtrails (c) 180° draaien. Slijtrails (c) weer met de schroeven (a) vastdraaien. Mesgeleidingen (e) 180°...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 179 8.10.3 Hydraulisch systeem van de snij-inrichting Het stuurblok aan de snij-inrichting regelt de functies "Snijden" en "Voorwaarts bewegen" van de snij-inrichting. Met behulp van het overdrukventiel kan de bewegingsdruk van de snij-inrichting aan het drukniveau van de tractor worden aangepast.
Pagina 180
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Onderhoud van de snij-inrichting Pagina 180 Afb.8-31: Stuurblok van de snij-inrichting De stelschroef ca. een ½ omwenteling (komt overeen met ca. 15-20 bar) terugdraaien tot de messen weer duidelijk gaan bewegen. De messen bewegen weer. De borgmoer weer stevig vastdraaien.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Afvoerband Pagina 181 8.11 Afvoerband Controleer de spanning van de betreffende afvoerband vóór elke inbedrijfstelling. Een verkeerde spanning kan schade aan de afvoerband veroorzaken. Een correct gespannen afvoerband buigt in het midden 3 tot 5 cm door. Hierbij moet rekening worden gehouden met de omgevingstemperatuur.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Afvoerband Pagina 182 8.11.2 Afvoerband spannen/uitlijnen Afb.8-33: Afvoerband spannen/uitlijnen Voorwaarden: Tractor en machine zijn uitgeschakeld en beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie hoofdst. 6.5 "Tractor en machine beveiligen tegen onbedoeld starten en wegrollen"). ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Banden Pagina 183 8.12 Banden De bandendruk wekelijks controleren. Als de band tijdens het rijden te weinig lucht heeft, kunnen wij geen garantie verlenen. De wielmoeren om de 50 bedrijfsuren op vaste zitting controleren. De wielmoeren indien nodig aandraaien.
Pagina 184
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Banden Pagina 184 WAARSCHUWING Er kunnen gevaarlijke situaties voor personen ontstaan als de reparatiewerkzaamheden aan de banden en de wielen niet vakkundig uitgevoerd worden! Werkzaamheden aan de banden en de wielen mogen uitsluitend door vaklieden met passend montagegereedschap uitgevoerd worden.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Hydraulische installatie Pagina 185 8.13 Hydraulische installatie WAARSCHUWING Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk uittreedt en in het lichaam dringt! Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen uitsluitend door een vakgarage uitgevoerd worden.
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Hydraulische installatie Pagina 186 8.13.2 Inspectiecriteria voor hydraulische slangleidingen Hydraulische slangleidingen onmiddellijk vervangen, zodra een van de volgende gebreken vastgesteld werd: Beschadigingen van de buitenste laag tot aan de tussenvoering (bijv. door schuurplekken, snedes, scheuren). ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Hydraulische installatie Pagina 187 8.13.3 Monteren en demonteren van hydraulische slangleidingen Neem bij de montage en demontage van hydraulische slangleidingen absoluut de volgende aanwijzingen in acht: Alleen hydraulische slangleidingen van de fabrikant gebruiken. ...
Onderhoud en verzorging Hoofdstuk 8 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen Pagina 188 8.14 Aandraaimomenten voor schroefverbindingen Schroefdraad Sleutelwijdte Aandraaimomenten [Nm] afhankelijk van de kwaliteitsklasse van de [mm] schroeven/moeren 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5...
Verhelpen van storingen Hoofdstuk 9 Veiligheidsinstructies Pagina 189 Verhelpen van storingen Veiligheidsinstructies GEVAAR Veiligheidsinstructies in acht nemen! De veiligheidsinstructies in hoofdstuk 2.4 "Algemene veiligheidsinstructies" , voornamelijk in hoofdstuk 2.6 "Veiligheidsinstructies voor instelwerkzaamheden, onderhoud en het verhelpen van storingen" in acht nemen. Storingen in het arbeidsproces Bij storingen in het arbeidsproces van de machine de machine uitschakelen en storingen onmiddellijk verhelpen.
Verhelpen van storingen Hoofdstuk 9 Storingstabel Pagina 190 Storingstabel Storing Reden Oplossing Mengvijzel draait niet terwijl Schakelstanden van het Schakelstand I of II correct en duidelijk de aftakas aangedreven schakelmechanisme niet correct schakelen. wordt. geschakeld. Breekbout van de breekboutkoppeling Breekbout vervangen. voor het planeetdrijfwerk is gebroken.
Afvalverwijdering Hoofdstuk 10 Reparatie Pagina 191 Reparatie Om een probleemloos en juist gebruik van de machine te verkrijgen, zijn herstelwerkzaamheden evt. noodzakelijk resp. niet te voorkomen. Het gebruik van originele reserveonderdelen en slijtstukken alsmede goedgekeurde accessoires dient een veilig gebruik van de machine en beschermt personeel en milieu tegen niet te voorziene gevaren.
Bijlage Hoofdstuk 11 Schakelschema 1 Pagina 192 Bijlage 11.1 Schakelschema 1 Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bijlage Hoofdstuk 11 Schakelschema 2 Pagina 193 11.2 Schakelschema 2 Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bijlage Hoofdstuk 11 Schakelschema 3 Pagina 194 11.3 Schakelschema 3 Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bijlage Hoofdstuk 11 Schakelschema 4 Pagina 195 11.4 Schakelschema 4 Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...
Bijlage Hoofdstuk 11 XLS-schakelschema met stroblazer Pagina 196 11.5 XLS-schakelschema met stroblazer Stand: 08.2022 Vertaling van het origineel Gebruikershandleiding 118832 Bernard van Lengerich...