Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NIEDERLÄNDISCH
Handleiding
V-
LOAD Cutter
Megastar
110 / 110 H 1,20 / 110 H 1,70 / 145 / 145 H 1,20
145 H 1,70 / 170 / 170 H 1,20 / 195 / 195 H 1,20
Rev.3 / 11.19
Deze gebruikershandleiding voor de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht nemen!
Bewaren voor toekomstig gebruik!
Art.-nr. 98857
www.bvl-group.de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor BVL V-LOAD Cutter Megastar 110

  • Pagina 1 110 / 110 H 1,20 / 110 H 1,70 / 145 / 145 H 1,20 145 H 1,70 / 170 / 170 H 1,20 / 195 / 195 H 1,20 Rev.3 / 11.19 Art.-nr. 98857 Deze gebruikershandleiding voor de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht nemen! Bewaren voor toekomstig gebruik! www.bvl-group.de...
  • Pagina 2 Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Bedrijf: Grenzstraße 16 • D-48488 Emsbüren Postadres: Postfach 1154 • D-48488 Emsbüren Tel.: +49 (0)5903 951-0 Fax: +49 (0)5903 951-34 (kantoor) +49 (0)5903 951-37 (onderdelenmagazijn / service) Internet: http://www.bvl-group.de info@bvl-group.de E-mail: Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 3: Identificatiegegevens

    Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel.: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 Internet: http://www.bvl-group.de E-mail: info@bvl-group.de Onderdelenbestelling / service Adres zie adresgegevens van de fabrikant Tel.: + 49 (0) 5903 951-48 Fax: + 49 (0) 5903 951-37...
  • Pagina 4 Stuurt u ons uw suggesties a.u.b. per fax. Bernard van Lengerich Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Bedrijf: Grenzstraße 16 Postadres: Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel.: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 E-mail: info@bvl-group.de Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Toevoerleidingen tussen tractor en aanbouwapparaat ............39 Typeplaatje en CE-markering ....................39 Technische gegevens ......................40 4.5.1 Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar 110-195 ..........40 4.5.2 Gegevens over geluidsniveau ................. 44 Conformiteit .......................... 44 Vereiste uitrusting van de tractor ..................45 Opbouw en werking..................
  • Pagina 6 Inhoudsopgave Activeren van het hydrauliek-besturingsblok (via het bedieningspaneel) ......50 5.4.1 Elektrohydraulische besturingsblok ................ 50 Vorktanden .......................... 51 Snijbeugel ..........................51 Snijmessen .......................... 51 Afschuiver – hydraulisch ..................... 51 Afschuiver – hydraulisch ..................... 51 5.10 Hefmast ..........................52 5.11 Zijverschuiving ........................52 Ingebruikneming ....................
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 13.2.4 Werkelijk totaalgewicht van de combinatie tractor-machine ........83 13.2.5 Werkelijke belasting van de achteras van de tractor ..........83 13.2.6 Draagvermogens van de op de tractor gemonteerde banden ........ 83 13.2.7 Tabel 13.3 Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met gekoppelde machines ......85 13.3.1 Combinatiemogelijkheden van koppel- en trekinrichtingen ........
  • Pagina 8: Gebruikshandleiding

    Gebruikshandleiding GEBRUIKSHANDLEIDING Het hoofdstuk gebruikersinstructies geeft u informatie over de omgang met de handleiding. DOEL VAN DE HANDLEIDING Deze handleiding:  beschrijft het bedienen, reinigen en onderhouden van het aanbouwapparaat;  geeft belangrijke aanwijzingen voor een veilige en efficiënte omgang met het aanbouwapparaat. Als u verdere vragen hebt, verzoeken wij u contact met ons op te nemen.
  • Pagina 9: Gebruikte Weergaven

    Gebruikshandleiding GEBRUIKTE WEERGAVEN Handelingsinstructies en reacties Werkzaamheden die in een vaste volgorde moeten worden uitgevoerd, zijn als genummerde handelingsinstructies weergegeven. Deze volgorde moet per se worden aangehouden. In sommige gevallen is de reactie van het aanbouwapparaat op de betreffende handelingsinstructie door een pijl gemarkeerd. Voorbeeld: 1.
  • Pagina 10: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor de exploitant en de bediener voor de veilige en storingsvrije werking van het aanbouwapparaat. Neem alle veiligheidsrichtlijnen uit deze handleiding in acht! De meeste ongevallen worden veroorzaakt, doordat de eenvoudigste veiligheidsregels niet worden nageleefd. Door het naleven van de veiligheidsrichtlijnen uit deze handleiding helpt u mee om ongevallen te voorkomen.
  • Pagina 11: Belangrijke Informatie

    Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING WAARSCHUWING duidt op mogelijk gevaar met een middelgroot risico, dat de zwaarste vorm van lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben, wanneer het niet wordt vermeden. Het negeren van de met 'WAARSCHUWING' gekenmerkte veiligheidsrichtlijnen leidt mogelijk tot gevaar voor de zwaarste vorm van lichamelijk letsel, eventueel met dodelijk gevolg.
  • Pagina 12: Veiligheidsbewust Werken

    Veiligheidsinstructies VEILIGHEIDSBEWUST WERKEN Het aanbouwapparaat is gebouwd volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen bij het gebruik van het aanbouwapparaat gevaren en schade ontstaan:  voor lijf en leven van de bediener of van derden; ...
  • Pagina 13: Organisatorische Maatregelen

    Veiligheidsinstructies ORGANISATORISCHE MAATREGELEN De handleiding:  altijd op de plek van gebruik van het aanbouwapparaat bewaren;  moet te allen tijde voor bedieners en onderhoudspersoneel toegankelijk zijn. 2.3.1 VERPLICHTING VAN DE EXPLOITANT De exploitant is verplicht:  de nationale, algemeen geldende regelingen met betrekking tot arbeidsbescherming, ongevallenpreventie en milieubescherming na te leven;...
  • Pagina 14: Verplichting Van De Bediener

    Veiligheidsinstructies 2.3.2 VERPLICHTING VAN DE BEDIENER Alle personen die met werkzaamheden met/aan het aanbouwapparaat belast zijn, verplichten zich vóór werkbegin om:  de nationale, algemeen geldende regelingen met betrekking tot arbeidsbescherming, ongevallenpreventie en milieubescherming na te leven; het hoofdstuk 'Veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 9 uit deze ...
  • Pagina 15 Veiligheidsinstructies Personen Voor het werk Geïnstrueerde Personen met speciaal opgeleide persoon vakspecifieke Werk persoon opleiding (professionele werkplaats) Verladen/transport Inbedrijfstelling Inrichten, uitrusten Bedrijf Reinigen en onderhouden Opsporen en verhelpen van storingen Afvalverwijdering Legende: X toegestaan -- niet toegestaan Een persoon die een specifieke taak op zich kan nemen en dit voor een specifiek gekwalificeerde firma mag uitvoeren.
  • Pagina 16: Doelmatig Gebruik

    Veiligheidsinstructies 2.3.4 DOELMATIG GEBRUIK De kuilbloksnijders uit de V-LOAD Cutter Megastar serie:  zijn uitsluitend bedoeld voor het snijden/uitnemen van kuilblokken uit platte voederkuilen, het transport en het plaatsen van kuilblokken van allerlei silages en in de veehouderij gebruikelijke voersoorten, als de substantie droge stoffen van het totale mengsel meer dan 30% bedraagt.
  • Pagina 17: Productveiligheid

    Veiligheidsinstructies PRODUCTVEILIGHEID 2.5.1 VEILIG BEDIENEN VAN HET AANBOUWAPPARAAT Het aanbouwapparaat mag alléén door één enkele persoon vanaf de bestuurdersplek van de tractor worden bediend, wanneer zich geen personen in het werkgedeelte van het aanbouwapparaat ophouden. Lees hiervoor ook hoofdstuk ‘Gevarenzone / werkgedeelte en gevaarlijke punten' op pagina 20.
  • Pagina 18: Bouwtechnische Veranderingen

    Veiligheidsinstructies 2.5.3 BOUWTECHNISCHE VERANDERINGEN  Voertuigen met een door de verantwoordelijke autoriteiten verstrekte bedrijfsvergunning of met een voertuig verbonden installaties en uitrustingen met een geldige bedrijfsvergunning of toestemming voor het wegverkeer volgens verkeersrechtelijke voorschriften, moeten zich in de door de goedkeuring of vergunning bepaalde toestand bevinden.
  • Pagina 19: Reserve- En Slijtagedelen Evenals Hulpstoffen

    Veiligheidsinstructies 2.5.4 RESERVE- EN SLIJTAGEDELEN EVENALS HULPSTOFFEN Aanbouwapparaatonderdelen die niet in onberispelijke toestand verkeren, moeten onmiddellijk vervangen worden. Gebruik hiervoor de originele onderdelen van de fabrikant of door de fabrikant vrijgegeven onderdelen, zodat de bedrijfsvergunning volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt. Bij gebruik van reserve- en slijtagedelen van andere fabrikanten is niet gewaarborgd dat deze geconstrueerd en geproduceerd zijn volgens de gestelde eisen voor belasting en veiligheid.
  • Pagina 20: Fundamentele Veiligheidsrichtlijnen

    Veiligheidsinstructies FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN Fundamentele veiligheidsrichtlijnen  gelden in principe voor de veilige werking van het aanbouwapparaat;  zijn in de volgende paragrafen samengevat. 2.6.1 GEVARENZONE / WERKGEDEELTE EN GEVAARLIJKE PUNTEN De gevarenzone is het gebied binnen en/of in de omgeving van het aanbouwapparaat, waarin gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van een persoon kunnen ontstaan.
  • Pagina 21: Algemene Veiligheids- En Ongevallenpreventierichtlijnen

    Veiligheidsinstructies 2.6.2 ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN ONGEVALLENPREVENTIERICHTLIJNEN  Naast de veiligheidsrichtlijnen uit dit hoofdstuk ook de algemeen geldende nationale veiligheids- en ongevallenpreventie- voorschriften in acht nemen!  Bij werkzaamheden met/aan het aanbouwapparaat de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrusting dragen!  De aan het aanbouwapparaat aangebrachte waarschuwingen en instructies in acht nemen.
  • Pagina 22 Veiligheidsinstructies Montage / demontage van het aanbouwapparaat  Het aanbouwapparaat uitsluitend aan geschikte tractoren monteren!  Het aanbouwapparaat volgens de voorschriften aan de voorgeschreven inrichtingen monteren! Door het monteren van het aanbouwapparaat in de front- en/of  achteraanbouw van een tractor mogen de volgende waarden niet worden overschreden: ...
  • Pagina 23 Veiligheidsinstructies Gebruik van het aanbouwapparaat  Voor aanvang van de werkzaamheden met alle inrichtingen en WAARSCHUWING bedieningselementen van het aanbouwapparaat evenals met diens functies vertrouwd maken! Tijdens het gebruik is het hiervoor te laat.  Het aanbouwapparaat alleen in gebruik nemen als alle veiligheidsvoorzieningen functioneren en in hun beschermende positie zijn aangebracht! ...
  • Pagina 24 Veiligheidsinstructies Transporteren van het aanbouwapparaat (voorschriften voor de tractor)  Tijdens transporten op openbare wegen de desbetreffende nationale verkeersrechtelijke voorschriften naleven!  Voor transporten controleren:  De correcte aansluiting van de toevoerleidingen.  Het aanbrengen en aansluiten van een reglementaire lampenbalk als de lichtinstallatie van de tractor door het gemonteerde aanbouwapparaat wordt afgedekt.
  • Pagina 25: Hydraulische Installatie

    Veiligheidsinstructies 2.6.3 HYDRAULISCHE INSTALLATIE WAARSCHUWING De hydraulische installatie staat onder hoge druk.  Let op een correcte aansluiting van de hydraulische slangen!  Let er voor het aansluiten van de hydraulische slangen op, dat de WAARSCHUWING hydraulische installatie van de tractor en op het aanbouwapparaat drukloos is! ...
  • Pagina 26: Elektrische Installatie

    Veiligheidsinstructies  Hydraulische slangen bij zichtbare gebreken, beschadigingen en veroudering vervangen! Gebruik alléén originele hydraulische slangen!  De gebruiksduur van de hydraulische slangen mag de zes jaar niet overschrijden, inclusief een eventuele opslagperiode van ten hoogste twee jaar! Ook bij deskundige opslag en een toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan een natuurlijke veroudering.
  • Pagina 27: Reinigen En Onderhouden

    Veiligheidsinstructies 2.6.6 REINIGEN EN ONDERHOUDEN  De tractor beveiligen tegen onbedoeld starten en verrijden, WAARSCHUWING voordat het aanbouwapparaat gereinigd, onderhouden of gerepareerd wordt!  Afwachten tot alle onderdelen van het aanbouwapparaat alsook diens extra uitrustingen tot stilstand zijn gekomen!  Aanwezige mechanische of hydraulische restenergieën kunnen voor oncontroleerbare bewegingen van het aanbouwapparaat zorgen!
  • Pagina 28: Waarschuwingen En Instructies

    Veiligheidsinstructies WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES Op het aanbouwapparaat zijn de volgende instructies aangebracht:  Waarschuwingen markeren gevaarlijke punten op het aanbouwapparaat en waarschuwen voor gevaren die in een bepaalde situatie of als gevolg van bepaald gedrag kunnen optreden.  Instructies bevatten informatie over een verantwoorde omgang met het aanbouwapparaat.
  • Pagina 29 Veiligheidsinstructies Bestelnummers en uitleg Waarschuwingsinstructie 0072720 De handleiding en de veiligheidsinstructies lezen en in acht nemen, voordat het aanbouwapparaat in bedrijf wordt genomen! Pos 1 0072740 Gevaar bij ingrepen aan het aanbouwapparaat, zoals montage- en instelwerkzaamheden, het verhelpen van storingen, reinigen en onderhouden, veroorzaakt door onbedoeld starten en verrijden van de tractor! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met mogelijk...
  • Pagina 30 Veiligheidsinstructies 0072723 Voldoende afstand tot elektrische hoogspanningsleidingen aanhouden! Bij werking van het aanbouwapparaat in elk geval de minimale afstanden tot de blootliggende leidingen aanhouden. Nominale spanning (KV) minimumafstand (m) meer dan 1 - 110 meer dan 110 - 220 Pos 4 meer dan 220 - 380 Onbekende spanning 0072737...
  • Pagina 31 Veiligheidsinstructies 0072739 Gevaar door vallende onderdelen! Het oponthoud onder de opgetilde, onbeveiligde snijbeugel is verboden! Pos 8 0072745 Het oponthoud in de gevarenzone is alleen toegestaan bij geplaatste veiligheidssteun! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken. ...
  • Pagina 32: Instructies

    Veiligheidsinstructies 0072744 Gevaar door naar binnen trekken of gevangen raken voor armen, veroorzaakt door lopende aandrijfelementen! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken.  Veiligheidsinrichting bij lopende motor niet openen of verwijderen! Niet in draaiende aandrijvingen grijpen. Pos 11 ...
  • Pagina 33 Veiligheidsinstructies Bestelnummers en uitleg Instructie 0085203 Aanslagpunt Dit pictogram duidt op bevestigingspunten voor het bevestigen van aanslagmiddelen voor het ver- en uitladen van het aanbouwapparaat met een lastdrager. Pos 14 Aanslagmiddelen alleen aan de gekenmerkte bevestigingspunten aanbrengen. Bestelnummers en uitleg Instructie 0072746 Opgelet!
  • Pagina 34: Plaatsing Van De Waarschuwingen En Instructies

    Veiligheidsinstructies 2.7.3 PLAATSING VAN DE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES De volgende afbeeldingen tonen de indeling van de waarschuwingen en instructies op he aanbouwapparaat. De waarschuwingen die zich aan een kant van het aanbouwapparaat bevinden, zijn op dezelfde plekken ook aan de andere kant aangebracht. Afb.
  • Pagina 35: Gevaren Bij Negeren Van De Veiligheidsinstructies En Waarschuwingen

    Veiligheidsinstructies GEVAREN BIJ NEGEREN VAN DE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN WAARSCHUWINGEN Het negeren van de veiligheidsinstructies en waarschuwingen kan:  gevaren voor personen, milieu en het aanbouwapparaat veroorzaken, bijv.:  gevaar voor personen door onbeveiligde werkgedeelten;  falen van essentiële functies van het aanbouwapparaat; ...
  • Pagina 36: Ver- En Uitladen

    Ver- en uitladen VER- EN UITLADEN Ver- en uitladen met hijswerktuigen WAARSCHUWING Gevaren door bekneld raken of stoten voor personen kunnen ontstaan, wanneer het opgetilde aanbouwapparaat per ongeluk valt!  In elk geval de gekenmerkte bevestigingspunten voor het bevestigen van aanslagmiddelen voor het ver- en uitladen van het aanbouwapparaat met een hefwerktuig gebruiken.
  • Pagina 37: Productbeschrijving

    Productbeschrijving PRODUCTBESCHRIJVING Dit hoofdstuk bevat:  uitgebreide informatie over de opbouw van het aanbouwapparaat;  de omschrijvingen van de afzonderlijke modules en stelelementen. Dit hoofdstuk liefst direct bij het aanbouwapparaat lezen. Hierdoor kan de bediener zich het best vertrouwd maken met het aanbouwapparaat. De kuilbloksnijder TopStar Plus bestaat hoofdzakelijk uit een frame, vorktanden voor het dragen van het kuilblok, een met hydraulisch aangedreven snijmessen uitgeruste snijbeugel voor het snijden van het...
  • Pagina 38: Veiligheids- En Bescherminrichtingen

    Productbeschrijving VEILIGHEIDS- EN BESCHERMINRICHTINGEN Dit hoofdstuk bevat de indeling van de correct gemonteerde en operationeel gemaakte bescherminrichtingen. WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken en naar binnen trekken voor personen kunnen ontstaan, als tijdens de werking van het aanbouwapparaat bewegende delen ervan onbeveiligd zijn! ...
  • Pagina 39: Toevoerleidingen Tussen Tractor En Aanbouwapparaat

    Productbeschrijving TOEVOERLEIDINGEN TUSSEN TRACTOR EN AANBOUWAPPARAAT (1) Hydrauliekaansluiting "aanvoer" DN 15 rood (2) Hydrauliekaansluiting "terugloop" DN 15 blauw (3) Stroomtoevoer voor bedieningspaneel 3- polig Verlichtingsaansluiting 7-polig (optionele lampenbalk) Afb. 4.3-1 TYPEPLAATJE EN CE-MARKERING De volgende afbeeldingen tonen de positie van typeplaatje, aanbouwapparaatnummer en CE-markering.
  • Pagina 40: Technische Gegevens

    Productbeschrijving TECHNISCHE GEGEVENS 4.5.1 KUILBLOKSNIJDER V-LOAD CUTTER MEGASTAR 110-195 V-LOAD Cutter Megastar 110 Type 110 H 1,20 110 H 1,70 Inhoudsvermogen [m³] 1,65 1,65 1,65 Totale breedte [mm] : 2000 2000 2000 Totale diepte [mm] : 1250 1420 1420 Totale hoogte [mm] :...
  • Pagina 41 70 dB(A) Bedrijfsmiddelen:  hydrauliekolie ISO VG 46, HLP, DIN 51524 T2  smeervet BvL Farmgrease art.: 97905 Standaarduitrusting Basis-bedieningsapparaat, al naargelang uitvoering dw of ew Lengte aansluitslang 1,30 m Mechanische afschuifinrichting (alleen voor achter-aanbouw) Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 42 70 dB(A) Bedrijfsmiddelen:  hydrauliekolie ISO VG 46, HLP, DIN 51524 T2  smeervet BvL Farmgrease art.: 97905 Standaarduitrusting Basis-bedieningsapparaat, al naargelang uitvoering dw of ew Lengte aansluitslang 1,30 m Mechanische afschuifinrichting (alleen voor achter-aanbouw) Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 43 70 dB(A) Bedrijfsmiddelen:  hydrauliekolie ISO VG 46, HLP, DIN 51524 T2  smeervet BvL Farmgrease art.: 97905 Standaarduitrusting Basis-bedieningsapparaat, al naargelang uitvoering dw of ew Lengte aansluitslang 1,30 m Mechanische afschuifinrichting (alleen voor achter-aanbouw) Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 44: Gegevens Over Geluidsniveau

    Productbeschrijving 4.5.2 GEGEVENS OVER GELUIDSNIVEAU De werkplaatsspecifieke emissiewaarde (geluidsdrukniveau) is lager dan 70 dB(A), gemeten in de bedrijfstoestand bij gesloten cabine aan het oor van de tractorbestuurder. De hoogte van het geluidsdrukniveau hangt hoofdzakelijk af van de gebruikte tractor. CONFORMITEIT De fabrikant bevestigt dat het aanbouwapparaat aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoet: ...
  • Pagina 45: Vereiste Uitrusting Van De Tractor

    VEREISTE UITRUSTING VAN DE TRACTOR Voor doelmatig gebruik van het aanbouwapparaat moet de gebruikte tractor aan de volgende voorwaarden voldoen: Motorvermogen van de tractor Voor de vereiste vermogensbehoefte zie hoofdstuk ‘Technische gegevens' vanaf pagina 40. Elektronica Accuspanning:  12 V (Volt) Stopcontact voor verlichting ...
  • Pagina 46 Productbeschrijving Bediening via bedieningspaneel (standaarduitvoering) Vereiste Naar keuze: bedieningsapparaten  1 dubbel werkend bedieningsapparaat of  1 enkelvoudig werkend bedieningsapparaat en 1 drukloze terugloop (druk door ophoping in de terugloop max. 5 bar) Bediening rechtstreeks via de bedieningsapparaten van de tractor (speciale uitvoering) Hydraulische Vereiste bedieningsapparaten: componenten:...
  • Pagina 47: Opbouw En Werking

    OPBOUW EN WERKING Het volgende hoofdstuk bevat informatie over de opbouw van het aanbouwapparaat en de werking van de afzonderlijke componenten. De aanbouwapparaten zijn deels afgebeeld met speciale uitrustingen. Speciale uitrustingen (opties) zijn in deze handleiding gekenmerkt en tegen meerprijs leverbaar. BEDIENINGSPANEEL - ELEKTRONISCH Via het optioneel verkrijgbare elektronische bedieningspaneel kunnen de hydraulische functies van het aanbouwapparaat vanaf de...
  • Pagina 48: Mogelijke Schakelfuncties Van Het Bedieningspaneel

    Opbouw en werking 5.1.2 MOGELIJKE SCHAKELFUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL Schakelaarstand Schakelaarstand Schakelaarstand Symbool Links Midden Rechts Snijbeugel Neutraal-stand Snijbeugel omlaag bewegen Snijbeugel stopt in omhoog bewegen Kuilblok snijden actuele positie Hydraulische Neutraal-stand Hydraulische afschuiver Afschuiver stopt in afschuiver uitschuiven actuele positie inschuiven Hydraulische Neutraal-stand...
  • Pagina 49: Hydraulische Installatie

    HYDRAULISCHE INSTALLATIE Standaarduitrusting: Bediening via bedieningspaneel Alle hydraulische functies van het aanbouwapparaat worden via het bedieningspaneel (bedieningspaneel met bowdenkabels of elektronisch bedieningspaneel) geregeld. Hiertoe zijn de afzonderlijke hydrauliekcomponenten van het aanbouwapparaat aan het besturingsblok van het aanbouwapparaat aangesloten. De hydrauliek-installatie is operationeel wanneer: ...
  • Pagina 50: Activeren Van Het Hydrauliek-Besturingsblok (Via Het Bedieningspaneel)

    Opbouw en werking ACTIVEREN VAN HET HYDRAULIEK-BESTURINGSBLOK (VIA HET BEDIENINGSPANEE Via het bedieningspaneel worden commando's van het aanbouwapparaat aan het hydrauliek-besturingsblok gegeven, dat dan navenant de hydraulische functies van het aanbouwapparaat schakelt. De meeste functies worden via contactschakelaars bediend, d.w.z. een functie wordt slechts zo lang uitgevoerd als de schakelaar in de schakelaarstand wordt gehouden.
  • Pagina 51: Vorktanden

    VORKTANDEN Voor het insteken in de voederkuil en het uitnemen van het kuilblok is het aanbouwapparaat met 11 afzonderlijk vervangbare vorktanden uitgerust, die in koppelbussen onder aan het frame zijn gemonteerd.  De vorktanden voor gebruik controleren. Niet met verbogen/losse vorktanden werken. ...
  • Pagina 52: Hefmast

    Opbouw en werking 5.10 HEFMAST Optioneel kan het aanbouwapparaat met een hydraulische hefmast zijn uitgerust. De mast maakt een grotere uitneemhoogte van de kuilblokken mogelijk. De mast wordt door de bediener via het bedieningspaneel in- en uitgeschoven. Afb. 5.10-1 5.11 ZIJVERSCHUIVING Speciale uitvoering: Optioneel kan het aanbouwapparaat met een hydraulische zijverschuiving zijn uitgerust.
  • Pagina 53: Ingebruikneming

    INGEBRUIKNEMING Dit hoofdstuk bevat informatie over:  hoe het aanbouwapparaat in gebruik wordt genomen;  de controle of het aanbouwapparaat aan de tractor kan worden gemonteerd.  Voor de inbedrijfstelling van het aanbouwapparaat moet de bediener de handleiding gelezen en begrepen hebben. ...
  • Pagina 54: Tractor Tegen Onbedoeld Starten En Verrijden Beveiligen

    Ingebruikneming WAARSCHUWING Er kunnen gevaarlijke situaties voor personen ontstaan, als het werkgedeelte van het aanbouwapparaat vanuit de tractor niet goed kan worden overzien! De tractor evt. met spiegels uitrusten. Het werkgedeelte moet ook aan de aanbouwapparaatzijden vanaf de bestuurdersplek van de tractor goed zichtbaar zijn.
  • Pagina 55: Aanbouwapparaat Monteren / Demonteren

    AANBOUWAPPARAAT MONTEREN / DEMONTEREN  Bij de montage/demontage van het aanbouwapparaat tevens het hoofdstuk 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' op pagina 20 in acht nemen.  Het aanbouwapparaat bij elke montage / demontage op zichtbare gebreken controleren! Hierbij het hoofdstuk ‘Verplichting van de bediener' op pagina 14 in acht nemen.
  • Pagina 56 Aanbouwapparaat monteren / demonteren WAARSCHUWING Er kunnen voor personen gevaren ontstaan, als de energievoorziening tussen tractor en aanbouwapparaat door beschadigde toevoerleidingen uitvalt! Bij het koppelen van de toevoerleidingen het verloop ervan controleren. De toevoerleidingen:  moeten tijdens het rijden door bochten zonder spanning, knikken of wrijving licht meegeven bij alle bewegingen;...
  • Pagina 57: Aanbouwapparaat Demonteren

    AANBOUWAPPARAAT DEMONTEREN WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken, snijden en stoten kunnen voor personen ontstaan, als gevolg van onvoldoende stabiliteit van het gedemonteerde aanbouwapparaat! Het lege aanbouwapparaat met volledig neergelaten snijbeugel  op een vlak, horizontaal oppervlak met een vaste ondergrond neerzetten.
  • Pagina 58: Hydraulische Slangen Vastkoppelen

    Aanbouwapparaat monteren / demonteren HYDRAULISCHE SLANGEN VASTKOPPELEN WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken, snijden en stoten kunnen voor personen ontstaan, als er storingen optreden als gevolg van onjuist aangesloten hydraulische slangen!  Bij het vastkoppelen van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen aan de hydraulische stekers letten.
  • Pagina 59: Hydraulische Slangen Afkoppelen

    1. De bedieningshendel/schakelaar op het bedieningsapparaat op de tractor in statio- nair (neutrale stand) zetten. 2. Stofkappen van de hydraulische stekers en hydraulische bussen verwijderen. 3. Indien noodzakelijk de hydraulische stekers van de hydraulische slangen en de hydraulische bussen reinigen, voordat deze aan elkaar worden gekoppeld.
  • Pagina 60: Instellingen

    Instellingen INSTELLINGEN Bij alle instelwerkzaamheden tevens de aanwijzingen uit de volgende hoofdstukken in acht nemen:  ‘Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20;  'Waarschuwingen en instructies' vanaf pagina 28. Het in acht nemen van deze instructies dient uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Gevaren door bekneld, vast, ingewikkeld of gevangen raken, scharen, snijden, afsnijden, naar binnen trekken en stoten kunnen bij instelwerkzaamheden ontstaan voor personen...
  • Pagina 61: Drukbegrenzingsklep Instellen

    DRUKBEGRENZINGSKLEP INSTELLEN GEVAAR Gevaren door snijden, afsnijden bestaan bij instelwerkzaamheden aan de drukbegrenzingsklep door scherpe, in werking zijnde snijmessen! Deze gevaren kunnen zware snijwonden, vooral aan vingers en handen, veroorzaken.  Bij instelwerkzaamheden aan de drukbegrenzingsklep bijzonder oplettend en voorzichtig zijn, omdat deze bij ingeschakelde hydrauliekoliecirculatie en, daaruit voortvloeiend, met aangedreven snijbeugel en lopende snijmessen worden uitgevoerd!
  • Pagina 62: Transporten

    Transporten TRANSPORTEN Een transport is een rit van of naar de gebruiksplek in beladen of onbeladen toestand.  Bij transporten tevens het hoofdstuk Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20 in acht nemen.  Let tijdens het transport op dat de lading niet wordt verloren. WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken en stoten kunnen voor personen ontstaan, als tractor en aanbouwapparaat door...
  • Pagina 63 WAARSCHUWING Gevaar voor vallen bij ongeoorloofd meerijden op het aanbouwapparaat! Het is verboden voor personen om op het aanbouwapparaat mee te rijden. Het aanbouwapparaat niet als hefplatform voor personen gebruiken. 1. Het aanbouwapparaat niet meer dan nodig heffen. Bij gebruik van een telescooplader moet de telescooparm ook volledig worden ingeschoven.
  • Pagina 64: Gebruik Van Het Aanbouwapparaat

    Gebruik van het aanbouwapparaat GEBRUIK VAN HET AANBOUWAPPARAAT Bij het gebruik van het aanbouwapparaat tevens de aanwijzingen uit de volgende hoofdstukken in acht nemen:  ‘Verplichting van de bediener' op pagina 14;  'Kwalificatie van personen' op pagina 14;  ‘Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20;...
  • Pagina 65: Kuilblok Snijden En Transporteren

    10.1.1 KUILBLOK SNIJDEN EN TRANSPORTEREN 1. De hydraulische afschuiver (optie) helemaal inschuiven. 2. Met de hydraulische zijverschuiving (optie) en de mast (optie) kan de uitneempositie exact worden vastgelegd. 3. De tanden van de kuilbloksnijder horizontaal, liefst in de volledige blokdiepte in de voederkuil steken. De snijbeugel moet zich hierbij boven de bovenkant van de ensilage bevinden! 4.
  • Pagina 66: Reinigen En Onderhouden

    Reinigen en onderhouden REINIGEN EN ONDERHOUDEN Bij het reinigen en onderhouden tevens de aanwijzingen uit de volgende hoofdstukken in acht nemen:  'Verplichting van de bediener' op pagina 14;  'Kwalificatie van personen' op pagina 14;  ‘Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20; ...
  • Pagina 67: Reinigen

    11.1 REINIGEN  Het aanbouwapparaat regelmatig en grondig reinigen. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming.  Het aanbouwapparaat na elke reiniging smeren, vooral na reiniging met een hogedrukreiniger, stoomreiniger of vetoplossende reinigingsmiddelen.  De wettelijke voorschriften m.b.t de omgang en de verwijdering van reinigingsmiddelen naleven.
  • Pagina 68: Smeren

    Reinigen en onderhouden 11.2 SMEREN  Alle lager- en smeerpunten volgens het smeerschema smeren.  Voor het smeren de smeernippels reinigen, zodat er geen vuil in het smeersysteem komt.  Milieuvriendelijke, biologisch afbreekbare oliën en vetten gebruiken als er smeermiddelen in het voer resp. de grond terecht kunnen komen! Vraag hierover informatie bij uw vakbedrijf voor landbouwmachines.
  • Pagina 69: Onderhoudsschema - Overzicht

    11.3 ONDERHOUDSSCHEMA – OVERZICHT  Onderhoudsintervallen na de eerst bereikte termijn uitvoeren.  Prioriteit hebben die periodes, loopprestaties of onderhoudsintervallen uit de mogelijk bijgeleverde documentatie van externe apparatuur. 11.4 SNIJMESSEN VAN DE SNIJBEUGEL  Slijp regelmatig de snijmessen van de snijbeugel. ...
  • Pagina 70: Snijmessen Vervangen

    Reinigen en onderhouden 11.4.1 SNIJMESSEN VERVANGEN WAARSCHUWING Gevaren door weg geslingerde slijpdeeltjes bestaan bij het slijpen van de snijmessen! Deze gevaren kunnen zeer ernstige verwondingen veroorzaken, met name van de ogen. Draag bij het slijpen van de snijmessen altijd een veiligheidsbril. Draag bij het slijpen van de snijmessen altijd snijvaste veiligheids- handschoenen.
  • Pagina 71 De messen van de snij-installatie zouden regelmatig gereinigd en gecontroleerd moeten worden. Botte messen in een professionele werkplaats laten slijpen. De punten van de beweegbare messen zouden minimaal zo lang moeten zijn als de vaste messen. Messen met kortere punten zijn versleten waardoor het aanbouwapparaat niet meer optimaal werkt.
  • Pagina 72: Kabels Naspannen - Snijbeugel

    Reinigen en onderhouden 11.5 KABELS NASPANNEN - SNIJBEUGEL  De spanning van de kabels moet om de 100 bedrijfsuren worden gecontroleerd.  De kabels zijn correct gespannen, als zij in de laagste positie van de snijbeugel ca. 2-3 cm zijwaarts bewogen kunnen worden. De kabels moeten zoveel mogelijk even strak gespannen zijn.
  • Pagina 73: Hydraulische Installatie

    11.6 HYDRAULISCHE INSTALLATIE WAARSCHUWING Gevaren door infecties kunnen voor personen ontstaan, als er onder hoge druk hydrauliekolie ontsnapt en het lichaam binnendringt! Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen  uitsluitend door een professionele werkplaats worden uitgevoerd.  Voor werkzaamheden aan de hydraulische installatie het aanbouwapparaat demonteren of de tractor uitschakelen en tegen onverwacht starten en verrijden beveiligen.
  • Pagina 74 Reinigen en onderhouden De kenmerking op de armatuur verschaft de volgende informatie: (1) kenteken van de fabrikant van de hydraulische slang (A1HF) (2) productiedatum van de hydraulische slang (07 / 10 = jaar/maand = oktober 2007) (3) Maximaal toegestane bedrijfsdruk (bijv.
  • Pagina 75: Onderhoudsintervallen

    11.6.2 ONDERHOUDSINTERVALLEN Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren: 1. alle componenten van de hydraulische installatie op dichtheid controleren; 2. indien nodig schroefverbindingen vastdraaien. Voor elke ingebruikname: 1. hydraulische slangen op zichtbare gebreken controleren; 2. Hydrauliekoliepeil controleren. evt. hydrauliekolie bijvullen; 3.
  • Pagina 76: In- En Uitbouw Van Hydraulische Slangen

    Reinigen en onderhouden 11.6.4 IN- EN UITBOUW VAN HYDRAULISCHE SLANGEN Bij in- en uitbouwen van hydraulische slangen in elk geval de volgende instructies in acht nemen:  Voor werkzaamheden aan de hydraulische installatie waarborgen dat de hydraulische installatie drukloos is. ...
  • Pagina 77: Bij Langer Niet-Gebruik

    11.7 BIJ LANGER NIET-GEBRUIK Bij langer niet-gebruik van het aanbouwapparaat op de volgende punten letten:  Het aanbouwapparaat reinigen. Lakschade bijwerken.   Het aanbouwapparaat conform het smeerschema smeren, de zuigerstangen van de hydraulische cilinders smeren.  Roestbeschermingsmaatregelen nemen, bijv. het aanbouwapparaat met roestbeschermingsolie inoliën.
  • Pagina 78: Aanhaalmomenten Voor Schroefverbindingen

    Reinigen en onderhouden 11.8 AANHAALMOMENTEN VOOR SCHROEFVERBINDINGEN Aanhaalmomenten [Nm] Sleutelwijdte in relatie tot de kwaliteitsklasse van de Schroefdraad schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18...
  • Pagina 79: Storingen

    Snijbeugel stuurt omlaag - Te geringe oliestroom Tractorvermogen verhogen. mes loopt niet Ten minste 25 l/min Regelkring van de Contact opnemen met BvL- messenaandrijving is klantenservice. belemmerd/verstopt Regelklep schakelt niet Contact opnemen met BvL- klantenservice. Mes loopt -...
  • Pagina 80 Liefst de volledige blokdiepte uitnemen. Voor het insteken van de tanden moet de snijbeugel boven de bovenste rand van de voederkuil staan. Aanzetbeweging van de Contact opnemen met BvL- snijbeugel te hoog ingesteld klantenservice. Kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Megastar...
  • Pagina 81: Belangrijke Informatie (Nl)

    Belangrijke informatie (NL) De ingebruikname van aanbouwapparatuur aan voor- en achterzijde mag niet leiden tot overschrijding van het toelaatbare totaalgewicht, de toelaatbare asbelastingen en de draagkracht van de banden van de tractor. De vooras moet altijd belast zijn met tenminste 20% van het leeggewicht van de tractor.
  • Pagina 82: Berekenen Van De Werkelijke Waarden

    Belangrijke informatie (NL) 13.2 BEREKENEN VAN DE WERKELIJKE WAARDEN Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor zoals aangegeven in de handleiding / op het kentekenbewijs moet groter zijn dan de som van:  Leeggewicht van de tractor,  Ballastmassa,  Draagvermogen door de gekoppelde machine. 13.2.1 VEREISTE GEGEVENS Afb.
  • Pagina 83: Minimumballast Van De Tractor

    13.2.2 MINIMUMBALLAST VAN DE TRACTOR Om een toereikende bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen moet de tractor minimaal beschikken over de volgende voorballast:         Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarde van de minimumballast V min 13.2.3 WERKELIJKE BELASTING VAN DE VOORAS VAN DE TRACTOR...
  • Pagina 84: Tabel

    Belangrijke informatie (NL) 13.2.7 TABEL WAARSCHUWING Als de stabiliteit of de bestuurbaarheid/remvertraging van de tractor ontoereikend zijn, kunnen risico's ontstaan op beknelling, snijwonden, stoten, of gegrepen en naar binnen getrokken worden van personen! U mag de machine alleen aan de tractor koppelen, indien: ...
  • Pagina 85: Voorwaarden Voor Het Gebruik Van Tractoren Met Gekoppelde Machines

    13.3 VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN TRACTOREN MET GEKOPPELDE MACHINES WAARSCHUWING Storingen of breuk van onderdelen bij afbreken van de koppelinrichtingen door onbeoogd gebruik van de tractor kunnen leiden tot risico op persoonlijk letsel! Let erop:  dat de koppelinrichting van de tractor voldoende toelaatbaar draagvermogen heeft voor de werkelijk te dragen last, ...
  • Pagina 86: Werkelijke D -Waarde Berekenen Voor De Te Koppelen Combinatie

    Belangrijke informatie (NL) 13.3.2 WERKELIJKE D -WAARDE BEREKENEN VOOR DE TE KOPPELEN COMBINATIE WAARSCHUWING Storingen of breuk van onderdelen bij afbreken van de koppelinrichtingen door onbeoogd gebruik van de tractor kunnen leiden tot risico op persoonlijk letsel! Bereken de werkelijke D -waarde van uw combinatie, bestaande uit tractor en machine, om te controleren of de koppelinrichting van uw tractor de vereiste D...
  • Pagina 87: Index

    INDEX Aanslagmiddelen ........................... 35 Afschuiver – hydraulisch ......................... 50, 51 Bedieningsapparaten ..........................45 Bedieningspaneel - elektronisch ......................46 Bedieningspaneel -mogelijke schakelfuncties ..................47 Bouwtechnische veranderingen ......................17 Elektrische installatie ..........................25 Gebruik van het aanbouwapparaat ....................... 22 Gemonteerde aanbouwapparaten......................25 Gevaar - betekenis ...........................8 Gevarenzone / werkgedeelte en gevaarlijke punten ................
  • Pagina 88 Index Reinigen en onderhouden ....................... 26, 65 Reserve- en slijtageonderdelen ......................18 Smeren ..............................67 Snijbeugel .............................. 50 Snijmessen ............................50, 68 Spiegels ..............................45 toevoerleidingen ............................ 38 Transporten ............................61 Transporteren van het aanbouwapparaat ..................... 23 Typeplaatje ............................38 veilig bedienen ............................

Inhoudsopgave