Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

NIEDERLÄNDISCH
Gebruikershandleiding
V-
MIX DRIVE
Maximus Plus 11-1S/13N-1S/13H-1S/15-1S
Rev. 4 /12.16
Art.nr. 107085
Printed
in
Germany
gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding vóór de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht nemen!
Bewaren voor toekomstig gebruik!
Machine
Zelfrijdende
voermengwagen
Machinenr.
102708
Machinetype
Maximus Plus 11-1S/13N-
1S/13H-1S/15-1S
Versie
1 / 09.15
Naam klant
Opgesteld
17-09-2015
Bestandsnaam
BA_Selbstfahrender_Voer
mengwagen_DE
Zusatz1
Machine
Zusatz2
Bouwjaar
GH
(deze handleiding)
PCS
Art.nr.
100690
Vertaling
van
op
de
originele
www.bvl-group.de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor BVL V-MIX DRIVE Maximus Plus 11-1S

  • Pagina 1 Zusatz1 Machine Zusatz2 Bouwjaar (deze handleiding) Art.nr. 100690 MIX DRIVE Maximus Plus 11-1S/13N-1S/13H-1S/15-1S Rev. 4 /12.16 Art.nr. 107085 Printed Germany – Vertaling originele gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding vóór de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht nemen! Bewaren voor toekomstig gebruik! www.bvl-group.de...
  • Pagina 2 Gebruikersinformatie EG-Conformiteitsverklaring Conform de EG-richtlijnen 2006/42/EG (MRL) De fabrikant: Bernard van Lengerich Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Grenzstraße 16 D-48488 Emsbüren verklaart hiermee dat de onderstaand beschreven machine: Fabricaat: Zelfrijdende voermengwagen Type: Maximus Plus 11-1S/13N-1S/13H-1S/15-1S voldoet aan de bepalingen van de volgende EG-richtlijnen: ...
  • Pagina 3 Postadres: Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel : +49 (0)5903 951-0 Fax : +49 (0)5903 951-34 Internet: http://www.bvl-group.de E-mail: info@bvl-group.de Bestelling reserveonderdelen/service Voor het adres zie het adres van de fabrikant Tel.: +49 (0)5903 951-48 Fax: + 49 (0) 5903 951-37...
  • Pagina 4 Stuur ons uw suggesties a.u.b. per fax toe. Bernard van Lengerich Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Bedrijf: Grenzstraße 16 Postadres: Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel : +49 (0)5903 951-0 Fax : +49 (0)5903 951-34 E-mail: info@bvl-group.de Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Gebruikersinformatie Inhoudsopgave Gebruikersinformatie Doel van de gebruikershandleiding De gebruikershandleiding bewaren Plaatsvermelding in de gebruikershandleiding Gebruikte afbeeldingen Gebruikte begrippen Veiligheidsinstructies Veiligheidsbewust werken Organisatorische maatregelen 2.2.1 Verplichting van de exploitant 2.2.2 Verplichting van de operator 2.2.3 Kwalificatie van de personen Productveiligheid 2.3.1 Machine veilig bedienen 2.3.2 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen...
  • Pagina 6 Gebruikersinformatie 5.1.1.3 Cabinedeur sluiten 5.1.1.4 Deurruit openen 5.1.2 Nooduitgang 5.1.3 Bestuurdersstoel 5.1.3.1 Mechanisch geveerde bestuurdersstoel 5.1.3.2 Luchtgeveerde bestuurdersstoel (speciale uitvoering) 5.1.4 Stuur 5.1.5 Startschakelaar 5.1.6 Overzicht van het dashboard 5.1.6.1 Instrumenten 5.1.6.1.1 Snelheidsmeter 5.1.6.1.2 Toerenteller 5.1.6.1.3 Tijd 5.1.6.1.4 Bedrijfsurenteller 5.1.6.1.5 Display voor de temperatuur van de hydraulische olie 5.1.6.1.6 Display voor de brandstofvoorraad 5.1.6.2 Waarschuwings- en controlelampjes...
  • Pagina 7 Gebruikersinformatie 5.1.14.2.4 Storing kap 5.1.14.3 Modus 2 – Voeren 5.1.14.3.1 Basisscherm 5.1.14.3.2 Dwarsafvoerband aan 5.1.14.3.3 Reinigingsmodus 5.1.14.3.4 Storing positie uitkuilarm 5.1.14.3.5 Storing dwarsafvoerband middelste stand 5.1.14.4 Modus 3 – Transport 5.1.14.4.1 Basisscherm 5.1.14.5 Modus 4 – Diagnose en instellingen 5.1.14.5.1 Basisscherm Dieselmotor 5.2.1 Dieselmotor starten...
  • Pagina 8 Gebruikersinformatie 5.8.1 Mengvijzels in- en uitschakelen (modus 1/2/3) 5.8.2 Aandrijftoerental van de mengvijzel instellen (modus 1/2/3) 5.8.3 Snelgang voor de mengvijzel in- en uitschakelen (modus 2) 5.8.4 Aandrijfrichting van de mengvijzel omkeren (modus 1/2/3) Mineraalvoer toevoeren (stopwormschroef in-/uitschakelen) 5.10 Snijmessen van de mengvijzel 5.11 Tegenmes 5.12...
  • Pagina 9 Gebruikersinformatie 9.4.7.2 Ruitenwisserbladen vervangen 9.4.8 Luchtfilter 9.4.9 Verse luchtfilter Steun voor uitkuilarm aanbrengen/verwijderen Structuurvijzel 9.6.1 Segmenten van de structuurvijzel bijslijpen 9.6.2 Segmenten van de structuurvijzel vervangen Toegang tot de mengkuip Snijmessen van de mengvijzel 9.8.1 Snijmessen slijpen 9.8.2 Snijmessen verdraaien/vervangen Afvoerband 9.9.1 Riemverbinding...
  • Pagina 10: Gebruikersinformatie

    Gebruikersinformatie Gebruikersinformatie Het hoofdstuk Gebruikersinformatie informeert u over de omgang met de gebruikershandleiding. Doel van de gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding:  beschrijft de bediening, de reiniging, het onderhoud en de reparatie van de machine,  geeft belangrijke aanwijzingen voor een veilige en efficiënte omgang met de machine. Mocht u toch nog vragen hebben, neem dan contact met ons op.
  • Pagina 11: Gebruikte Afbeeldingen

    Gebruikersinformatie Gebruikte afbeeldingen Handelingsinstructies en reacties Handelingen of werkzaamheden die in een aangegeven volgorde moeten worden uitgevoerd, worden als genummerde handelingsinstructies weergegeven. Houd deze volgorde absoluut aan. In sommige gevallen is de reactie van de machine op de betreffende handelingsinstructie door een pijl gemarkeerd. Voorbeeld: Handelingsinstructie 1 Reactie van de machine op handelingsinstructie 1...
  • Pagina 12: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor de exploitant en de operator voor een veilig en storingsvrij gebruik van de machine. Neem alle veiligheidsinstructies van deze gebruikershandleiding in acht! De meeste ongevallen gebeuren, omdat de eenvoudigste veiligheidsregels niet in acht worden genomen.
  • Pagina 13: Organisatorische Maatregelen

    Veiligheidsinstructies Organisatorische maatregelen De gebruikershandleiding:  altijd bewaren op de plaats waar de machine wordt gebruikt,  moet te allen tijde voor de operator en het onderhoudspersoneel toegankelijk zijn. 2.2.1 Verplichting van de exploitant De exploitant is verplicht:  om de nationale, algemeen geldende regelingen inzake de veiligheid op het werk, het voorkomen van ongevallen en bescherming van het milieu in acht te nemen, ...
  • Pagina 14: Kwalificatie Van De Personen

    Veiligheidsinstructies 2.2.3 Kwalificatie van de personen Uitsluitend geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De exploitant moet duidelijk vastleggen welke personen verantwoordelijk zijn voor de bediening, het onderhoud en de reparatie. Een persoon die nog opgeleid wordt, mag uitsluitend onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken.
  • Pagina 15: Productveiligheid

    Veiligheidsinstructies Productveiligheid 2.3.1 Machine veilig bedienen De machine mag uitsluitend worden bediend door een persoon vanuit de bestuurdersplaats van de machine als zich geen personen bevinden binnen de gevarenzone van de machine. Zie hiervoor hoofdstuk "Gevarenzone en gevaarlijke plekken", pagina 40. 2.3.2 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen ...
  • Pagina 16: Garantie En Aansprakelijkheid

    Veiligheidsinstructies 2.3.5 Garantie en aansprakelijkheid In principe gelden onze "Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden". Deze zijn uiterlijk op de dag, waarop het contract is afgesloten, aan de exploitant overhandigd. Garantie- en aansprakelijkheidsclaims bij letsel of materiële schade zijn uitgesloten als deze zijn terug te voeren naar één of meerdere van de volgende oorzaken: ...
  • Pagina 17 Veiligheidsinstructies Gebruik van de machine  Maak u vóór het begin van de werkzaamheden vertrouwd met alle voorzieningen, bedieningselementen en functies van de machine! Tijdens de werkzaamheden is het daarvoor te laat.  Draag nauwsluitende kleding! Bij loszittende kleding is het gevaar groter dat de kleding door aandrijfassen wordt gegrepen of opgerold! ...
  • Pagina 18: Hydraulische Installatie

    Veiligheidsinstructies 2.4.2 Hydraulische installatie De hydraulische installatie staat onder hoge druk.  Blokkeer geen bedieningselementen van de machine die dienen om componenten direct hydraulische of elektrische bewegingen te laten uitvoeren, bv. klap-, zwenk- of schuifbewegingen! De afzonderlijke beweging moet automatisch stoppen als u het betreffende bedieningselement loslaat.
  • Pagina 19: Elektrische Installatie

    Veiligheidsinstructies 2.4.3 Elektrische installatie  Koppel vóór alle werkzaamheden aan de elektrische installatie de minpool van de accu los!  Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Als u sterkere zekeringen gebruikt, kan de elektrische installatie vernield raken en bestaat er kans op brand! ...
  • Pagina 20: Banden

    Veiligheidsinstructies 2.4.5 Banden  Werkzaamheden aan de banden en de wielen mogen uitsluitend door vaklieden met geschikt montagegereedschap worden uitgevoerd!  Parkeer de machine op een veilige plek en beveilig de machine tegen onbedoeld omlaag bewegen en wegrollen (parkeerrem, wig) voordat u werkzaamheden aan de banden gaat uitvoeren! ...
  • Pagina 21: Voermengwagen

    Veiligheidsinstructies 2.4.6 Voermengwagen  Slechts één enkele persoon mag de voermengwagen bedienen!  Stuur andere personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de machine gaat bedienen!  Het is verboden: dat personen zich boven de voermengwagen bevinden, bv. om de mengkuip met de hand vanuit een silo of een hooizolder te vullen! Als iemand zich boven de voermengwagen bevindt, bestaat het gevaar dat hij in de mengkuip valt, om op de bovenste rand van de mengbak te klimmen,...
  • Pagina 22: Reiniging, Onderhoud En Reparatie

    Veiligheidsinstructies 2.4.7 Reiniging, onderhoud en reparatie  Voer de voorgeschreven reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd op tijd uit (zie onderhoudsboekje)!  Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u de machine gaat reinigen, onderhouden of repareren!  Aanwezige mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische of elektronische restenergieën kunnen plotselinge bewegingen van de machine veroorzaken! Houd tijdens de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden rekening met mogelijke restenergieën in de machine.
  • Pagina 23: Instructies Voor Een Veilige Werkwijze En Belangrijke Informatie

    Veiligheidsinstructies Instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie De gebruikershandleiding bevat instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie. Signaalwoorden en symbolen dienen om instructies voor een veilige werkwijze en belangrijke informatie in één oogopslag te kunnen herkennen. 2.5.1 Instructies voor een veilige werkwijze Instructies voor een veilige werkwijze: ...
  • Pagina 24: Belangrijke Informatie

    Veiligheidsinstructies 2.5.2 Belangrijke informatie Belangrijke informatie:  bevat aanwijzingen voor een juiste omgang met de machine,  bevat tips voor een optimaal gebruik van de machine,  wordt gekenmerkt door de onderstaande symbolen. BELANGRIJK kenmerkt een verplichting tot een bijzonder gedrag of een activiteit voor een juiste omgang met de machine.
  • Pagina 25 Veiligheidsinstructies Verklaring bij de waarschuwingsborden De volgende opsomming bevat:  in de rechter kolom alle op de machine aangebrachte waarschuwingsborden, in de linker kolom de volgende gegevens over het waarschuwingsbord rechts ernaast:  Het bestelnummer. De beschrijving van de gevaarlijke situatie, bv. "Gevaar door beknelling van vingers of hand, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende delen van de machine!"...
  • Pagina 26 Veiligheidsinstructies 72730 Waarschuwingsbord Gevaar door beknelling van vingers of hand, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende delen van de machine! Deze gevaarlijke situatie kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken.  Grijp nooit in de gevaarlijke plek zolang de dieselmotor loopt.
  • Pagina 27 Veiligheidsinstructies 72740 Waarschuwingsbord Gevaarlijke situaties bij ingrepen aan de machine, zoals bv. werkzaamheden voor het monteren, instellen, verhelpen van storingen, reiniging, onderhoud en reparatie, veroorzaakt door onbedoeld starten en wegrollen van de machine! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. ...
  • Pagina 28 Veiligheidsinstructies 85204 Waarschuwingsbord Er bestaat gevaar doordat het hele lichaam overreden wordt, veroorzaakt door onbedoeld wegrollen van de geparkeerde, onbeveiligde machine! Deze gevaarlijke situatie kan zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u de machine stopzet.
  • Pagina 29: Specificatie

    Veiligheidsinstructies 89594 Waarschuwingsbord Gevaar doordat het hele lichaam bekneld raakt of gestoten wordt, veroorzaakt door het feit dat iemand zich in de zwenkzone van zijwaarts bewegende delen van de machine bevindt! Deze gevaren kunnen zeer ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. ...
  • Pagina 30 Veiligheidsinstructies 88520 Waarschuwingsbord Gevaar door zich omlaag bewegende delen! Gevaar doordat de snij-inrichting zich onbedoeld omlaag beweegt.  Grijp niet in de geopende laadklep resp. klim niet via de laadklep in de mengkuip. 72733 Waarschuwingsbord Gevaar door bewegende delen! Gevaar door bewegende delen aan de motor en aandrijvingen. ...
  • Pagina 31: Instructieborden

    Veiligheidsinstructies 2.6.2 Instructieborden Een instructiebord bestaat uit een pictogram: (1) Pictogram met informatie over een juiste omgang met de machine. Het pictogram bevat de informatie in de vorm van een afbeelding of beschrijving of in de vorm van een tabel. Bestelnummer en verklaring 85203 Instructiebord...
  • Pagina 32: Plaatsing Van De Waarschuwings- En Instructieborden

    Veiligheidsinstructies 2.6.3 Plaatsing van de waarschuwings- en instructieborden De volgende afbeeldingen tonen de plaatsing van de waarschuwings- en instructieborden op de machine. 72733 72732 72730 72732 72745 72730 72734 72732 89595 72720 72740 72723 72747 72736 85764 88520 85204 72734 72734 72730 85764...
  • Pagina 33 Veiligheidsinstructies 72732 89595 72734 72730 72730 72730 89594 89596 72745 72742 85204 85764 72734 85203 85764 85203 Afb. 2-2: Waarschuwings- en instructieborden Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 34: Gevaren Bij Het Niet In Acht Nemen Van De Waarschuwings- En Instructieborden

    Veiligheidsinstructies Gevaren bij het niet in acht nemen van de waarschuwings- en instructieborden Als de waarschuwings- en instructieborden niet in acht worden genomen, kan dit:  gevaren voor personen, het milieu en de machine veroorzaken, zoals bv.: het in gevaar brengen van personen door niet beveiligde werkzones, het falen van belangrijke functies van de machine, het falen van voorgeschreven methodes voor onderhoud en reparatie, het in gevaar brengen van personen door mechanische en chemische inwerking,...
  • Pagina 35: Ver- En Afladen

    Ver- en afladen Ver- en afladen Voor het verladen wordt de machine op een aanhanger gereden en op de aangegeven punten vastgesjord. Voor het afladen wordt de machine van de aanhanger gereden. Aan de machine zijn bevestigingspunten voor het vastsjorren aangegeven met het pictogram.
  • Pagina 36: Productbeschrijving

    Productbeschrijving Productbeschrijving Dit hoofdstuk bevat:  omvangrijke informatie over de opbouw van de machine,  de benamingen van de afzonderlijke componenten en bedieningsdelen. Lees dit hoofdstuk bij voorkeur direct bij de machine. Zo kunt u zich het beste met de machine vertrouwd maken.
  • Pagina 37 Productbeschrijving Afb. 4-2: Totale machine Structuurvijzel met veiligheidsvoorziening Dosering bij dwarsafvoerband voor - dosering links. Mengkuip Hier: Afdekking en opbergruimte, omdat dwarsafvoerband achter. Werklampen Schakelkast Achteruitrijcamera Trap Dwarsafvoerband - dosering links (10) Hydraulische olietank Zijwaartse doseeropening (11) Buitenspiegel links (12) Trottoirspiegel Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 38: Gebruik Volgens De Voorschriften

    Productbeschrijving Gebruik volgens de voorschriften De zelfrijdende voermengwagen Maximus Plus 11-1S/13N-1S/13H-1S/15-1S:  is een verticaalmenger en dient uitsluitend om diervoeder via de structuurvijzel op te nemen en om diervoeder in de veehouderij fijn te snijden, homogeen te mengen, te transporteren en te verdelen, ...
  • Pagina 39: Veiligheids- En Beschermingsvoorzieningen

    Productbeschrijving Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen en de plaatsing van de correct gemonteerde en zich in de beschermende positie bevindende veiligheidsvoorzieningen. WAARSCHUWING Gevaren doordat personen bekneld raken, ingetrokken en vastgegrepen worden, kunnen ontstaan als tijdens het gebruik van de machine de bewegende delen van de machine niet zijn beveiligd! ...
  • Pagina 40: Gevarenzone En Gevaarlijke Plekken

    Productbeschrijving Gevarenzone en gevaarlijke plekken De gevarenzone is de zone in en/of om een machine, waarin gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van een persoon kunnen ontstaan. In de gevarenzone mogen zich geen personen bevinden:  als de dieselmotor loopt, ...
  • Pagina 41: Technische Gegevens

    Productbeschrijving Technische gegevens Type 11-1S 13N-1S 13H-1S 15-1S Inhoud: 11,2 12,2 13,2 14,2 Motor: 167 PK (123 kW) Turbodiesel common rail 3A Totale lengte: 7740 7850 7770 7900 Totale breedte mengkuip: 2400 2500 2400 2500 Totale breedte bij dosering aan één zijde: 2500 2550 2500...
  • Pagina 42 Productbeschrijving Standaard uitvoering Aandrijving en onderstel  Dieselmotor Cummins level 3A, 167 PK (123 kW), 4 cilinders Motor:  Geluidsdempende "Power-Pack" - behuizing  Hydrostatische voorwielaandrijving  Automotive rijmodus, Aandrijving: traploze snelheid 0 - 25 km/uur  Geveerde achteras  Geveerde stuuras voor, gelagerd d.m.v.
  • Pagina 43 Productbeschrijving Mengtechniek Mengkuip:  Mechanische tegenmessen  15 mm Power-mengvijzel incl. HARDOX-opnamelijsten en verstelbare messen  Verstelbare inductiegeharde messen op de mengvijzels  Opname van de vijzel van uiterst slijtvast staal Mengvijzel:  Toerental mengmodus 0 min-1 tot max. 30 min-1 ...
  • Pagina 44 Productbeschrijving Speciale uitvoering Aandrijving en onderstel:  4-wielaandrijving (inschakelbaar) incl. 4-wielbesturing  4-wielbesturing  TÜV-goedkeuring voor de openbare weg  Omkeerventilator voor motorkoeling (type Cleanfix)  Voorverwarming brandstof, hydraulische olie en koelater Banden bij vierwielaandrijving:  Voor: 435/50 R19,5  Achter: 435/50 R19,5 (machinehoogte + 150 mm) Cabine: Airconditioning...
  • Pagina 45 Productbeschrijving Mengtechniek:  Programmeerbare weeginrichting met PC-interface (zonder software)  Hydraulisch tegenmes  Mineralentrechter  Mineralentrechter met transportvijzel via hydraulische oliemotor Aardappelmes voor mengvijzel   Menghulpstuk voor mengvijzel  Inductiegeharde messen gecoat Lossen:  Extra EDS dosering rechts of links ...
  • Pagina 46: Typeplaatje En Ce-Markering Typeplaatje En Ce-Markering

    Productbeschrijving Typeplaatje en CE-markering Typeplaatje en CE-markering De volgende afbeeldingen tonen de plaatsing van het typeplaatje, het chassisnr. (machinenummer) en de CE-markering. De gehele markering bezit oorkondewaarde en mag niet gewijzigd of onherkenbaar worden gemaakt! Typeplaatje met CE-markering Chassisnr. (machinenummer) (in het frame geslagen) Afb.
  • Pagina 47: Conformiteit

    Productbeschrijving Conformiteit De machine voldoet aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de volgende richtlijnen en normen:  Machinerichtlijn 2006/42/EG  EMC-richtlijn 2004/108/EG  EN ISO 12100:2010  EN ISO 13857:2008  EN 349:1993+A1:2008  DIN EN ISO 4413:2011-04  DIN EN ISO 4254-1:2011-05 ...
  • Pagina 48: Opbouw En Functie

    Opbouw en functie Opbouw en functie Het volgende hoofdstuk bevat informatie over de opbouw van de machine en over de functies van de afzonderlijke componenten. De machines worden deels met speciale uitrustingen afgebeeld. Speciale uitrustingen zijn in deze gebruikershandleiding als zodanig gekenmerkt en zijn tegen meerprijs leverbaar. Overzicht van de bestuurderscabine Dit overzicht moet u helpen om zich snel met de bedieningselementen vertrouwd te maken.
  • Pagina 49: Cabinedeur

    Opbouw en functie 5.1.1 Cabinedeur GEVAAR Als de cabinedeur tijdens het rijden open staat, bestaat levensgevaar doordat iemand per ongeluk uit de bestuurderscabine valt! Het rijden met de machine met geopende cabinedeur is verboden. WAARSCHUWING Kans op letsel voor personen of dieren als de cabinedeur onachtzaam wordt geopend en gesloten! Controleer of zich geen personen of dieren binnen het zwenkbereik van de cabinedeur bevinden voordat u de cabinedeur opent of sluit.
  • Pagina 50: Cabinedeur Openen

    Opbouw en functie 5.1.1.2 Cabinedeur openen Van buiten: Stuur personen of dieren uit het zwenkbereik van de cabinedeur. Open het deurslot (1) met de deursleutel. Trek de vergrendeling (2) naar buiten en open de deur. Afb. 5-4: Cabinedeur openen Van binnen: Stuur personen of dieren uit het zwenkbereik van de cabinedeur.
  • Pagina 51: Cabinedeur Sluiten

    Opbouw en functie 5.1.1.3 Cabinedeur sluiten WAARSCHUWING Als een deur niet goed is gesloten en tijdens het rijden plotseling open gaat, bestaat kans op letsel en ongevallen voor personen of dieren! Sluit de cabinedeur nooit onachtzaam en ongecontroleerd. WAARSCHUWING Gevaar door onbevoegd gebruik van de machine! Sluit het deurslot af als u de machine zonder toezicht achterlaat.
  • Pagina 52 Opbouw en functie Alle ruiten van de bestuurderscabine kunnen in geval van nood als nooduitgang dienen en moeten met de noodhamer (1) worden ingeslagen. De noodhamer bevindt zich links naast de bestuurdersstoel. Afb. 5-8: Nooduitgang Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 53: Bestuurdersstoel

    Opbouw en functie 5.1.3 Bestuurdersstoel Afhankelijk van de uitvoering is de machine voorzien van een mechanisch geveerde of van een luchtgeveerde bestuurdersstoel. De bestuurdersstoel kan individueel aan de lichamelijke omstandigheden van de bestuurder worden aangepast. Aangepast kan worden:  de demping van de bestuurdersstoel via de gewichtsinstelling, ...
  • Pagina 54: Mechanisch Geveerde Bestuurdersstoel

    Opbouw en functie 5.1.3.1 Mechanisch geveerde bestuurdersstoel Afbeelding wijkt af van het origineel Afb. 5-9 (1) Gewichtsinstelling: Klap de zwengel (1) naar buiten. Stel het gewicht (bij onbelaste bestuurdersstoel) in door aan de zwengel te draaien.  Het gewicht wordt ingesteld, dit kan op het kijkvenster (2) worden afgelezen.
  • Pagina 55 Opbouw en functie (3) Rugleuninginstelling: Trek de vergrendelingshendel (1) omhoog en stel deze in door tegelijkertijd de rugleuning te be- /ontlasten.  Na het vergrendelen mag de rugleuning niet in een andere positie bewogen kunnen worden. Afb. 5-12: Rugleuninginstelling (4) Lendensteun: Draai het handwiel naar links of rechts.
  • Pagina 56: Luchtgeveerde Bestuurdersstoel (Speciale Uitvoering)

    Opbouw en functie 5.1.3.2 Luchtgeveerde bestuurdersstoel (speciale uitvoering) Afb. 5-15 (1) Hoogte-instelling: Duw de hendel (1) omhoog of omlaag. Laat de hendel aan de bovenste of onderste aanslag los! Om beschadigingen van de compressor te voorkomen, dient u de hendel max. 1 minuut te bedienen! ...
  • Pagina 57 Opbouw en functie (4) Lengte-instelling: Trek de vergrendelingshendel (1) omhoog en stel de stoel in door deze tegelijkertijd naar voren of achteren te schuiven.  Bij het loslaten van de hendel moet de stoel hoorbaar vastklikken. Kans op ongevallen! Bedien de vergrendelingshendel niet tijdens de rit! Afb.
  • Pagina 58 Opbouw en functie (7) Rugleuninginstelling: Trek de vergrendelingshendel (1) omhoog en stel deze in door tegelijkertijd de rugleuning te be- /ontlasten.  Na het vergrendelen mag de rugleuning niet in een andere positie bewogen kunnen worden. Afb. 5-20: Rugleuninginstelling (8) Lendensteun: Door het bedienen van de voorste (1) en achterste (2) schakelaar wordt de dikte van de welving in het onderste en bovenste gedeelte van de rugleuning...
  • Pagina 59: Stuur

    Opbouw en functie 5.1.4 Stuur De positie van het stuur kan traploos in de hoogte en in helling worden ingesteld. GEVAAR Gevaar door kort afgeleid worden! Verstel nooit tijdens de rit de positie van het stuur (kans op ongevallen). De stuurkolom (1) wordt door veerdruk in een verticale positie gehouden.
  • Pagina 60: Overzicht Van Het Dashboard

    Opbouw en functie 5.1.6 Overzicht van het dashboard Dit overzicht moet u helpen om zich snel met de instrumenten, de waarschuwings- en controlelampjes en de bedieningselementen van het dashboard vertrouwd te maken. Afb. 5-24: Dashboard Snelheidsmeter Bedrijfsurenteller Toerenteller Display voor de temperatuur van de hydraulische olie Tijd Display voor de brandstofvoorraad...
  • Pagina 61: Toerenteller

    Opbouw en functie 5.1.6.1.2 Toerenteller Het display geeft het huidige motortoerental aan. Afb. 5-26: Toerenteller 5.1.6.1.3 Tijd De tijd (1) wordt digitaal weergegeven. Afb. 5-27: Tijd/bedrijfsuren De tijd kan via de knoppen ( ) ingesteld worden. Afb. 5-28: Tijdinstelling 5.1.6.1.4 Bedrijfsurenteller De bedrijfsurenteller (2) telt de bedrijfsuren van de dieselmotor.
  • Pagina 62: Display Voor De Brandstofvoorraad

    Opbouw en functie Het display voor de temperatuur van de hydraulische olie geeft de temperatuur van de hydraulische olie weer. Wijzer in het koude bereik (40 - 50°C) Hoge belastingen van het hydraulisch systeem voorkomen. Wijzer in het normale bereik (80°C) De wijzer moet zich tijdens het gebruik van de machine in het middelste deel van de schaalverdeling bevinden.
  • Pagina 63: Waarschuwings- En Controlelampjes

    Opbouw en functie 5.1.6.2 Waarschuwings- en controlelampjes De waarschuwings- en controlelampjes geven bepaalde functies resp. storingen weer. Enkele van de hier genoemde waarschuwings- en controlelampjes horen bij een bepaalde machine-uitvoering of zijn een bestanddeel van een speciale uitvoering. De bij de betreffende beschrijvingen en waarschuwingen behorende waarschuwings- en controlelampjes vindt u op de aangegeven pagina´s ( bv.
  • Pagina 64: Controlelampjes Van De Licht- En Knipperinstallatie

    Opbouw en functie 5.1.6.2.2 Controlelampjes van de licht- en knipperinstallatie Dimlicht Brandt als het dimlicht is ingeschakeld. Groot licht pagina 126 Brandt als het groot licht ingeschakeld is of als de lichtclaxon wordt gebruikt. Knipperlichten pagina 126 Knippert als de knipperlichten zijn ingeschakeld. 5.1.6.2.3 Waarschuwings- en controlelampjes voor de rijaandrijving Rijrichting vooruit pagina 119...
  • Pagina 65: Waarschuwings- En Controlelampjes Voor De Motorfuncties

    Opbouw en functie 5.1.6.2.4 Waarschuwings- en controlelampjes voor de motorfuncties Luchtfilter pagina 193 Brandt als het luchtfilter is verstopt. Hydraulisch filter pagina 186 Brandt als het hydraulisch filter is vervuild of als de hydraulische olie de bedrijfstemperatuur nog niet heeft bereikt. 5.1.6.3 Bedieningselementen Combischakelaar voor knipperlicht, groot licht,...
  • Pagina 66: Overzicht Van De Bedieningsconsole

    Opbouw en functie 5.1.7 Overzicht van de bedieningsconsole Op de bedieningsconsole bevinden zich verschillende bedieningselementen en waarschuwingslampjes. Enkele van de genoemde bedieningselementen horen bij een bepaalde machine-uitvoering of zijn een bestanddeel van een speciale uitvoering. 5.1.7.1 Bedieningselementen Zwaailicht (optioneel) Zwaailicht aan/uit. Werklamp (optioneel) Werklamp aan/uit.
  • Pagina 67 Opbouw en functie NOODSTOP Werkhydrauliek wordt uitgeschakeld, rijaandrijving in noodmodus gezet. Parkeerrem pagina 122 Parkeerrem aan/uit. Keuzeschakelaar voor de bedrijfsmodi pagina 75 Bedrijfsmodi selecteren: = Uitkuileenheid = Ontladen = Transport = Diagnosemodus Vierwielbesturing (optioneel) pagina 124 Vierwielbesturing aan/uit. Multifunctionele hendel pagina 80 Functies van de machine uitvoeren.
  • Pagina 68 Opbouw en functie Blowerregelaar voor de ventilatie pagina 73 Blower voor de ventilatie trapsgewijs instellen. Temperatuurregelaar voor verwarming warm/koud pagina 73 Verwarmingsvermogen voor de verwarming instellen. Akoestische signaalgever Geeft een pieptoon af:  als de stuurmodus wordt gewisseld (middelste stand is bereikt).
  • Pagina 69: Bewaking Van De Werking Van De Dieselmotor

    Opbouw en functie 5.1.8 Bewaking van de werking van de dieselmotor In dit hoofdstuk worden de verschillende displays en de waarschuwings- en controlelampjes beschreven die voor de bewaking van de werking van de dieselmotor op het dashboard of in de info- en bedieningsterminal kunnen verschijnen.
  • Pagina 70: Koelmiddeltemperatuur

    Opbouw en functie 5.1.8.1.2 Koelmiddeltemperatuur Als het waarschuwingslampje in de stuurcabine brandt, is de koelmiddeltemperatuur te hoog. Het waarschuwingslampje in de stuurcabine begint te branden als het contact ingeschakeld wordt. Het moet weer uitgaan als de dieselmotor opgestart is. Er is sprake van een storing als: ...
  • Pagina 71: Bewaking Van De Werking Van De Dieselmotor Met De Elektronische Motorbesturing

    Opbouw en functie 5.1.9 Bewaking van de werking van de dieselmotor met de elektronische motorbesturing De werking van de dieselmotor wordt bewaakt door een elektronische motorbesturing om de dieselmotor in bepaalde situaties te beschermen tegen schade. Afhankelijk van de ernst van de herkende storing kan de dieselmotor met beperking doordraaien, waarbij het motorcontrolelampje permanent brandt of het waarschuwingslampje "STOP"...
  • Pagina 72: Controle En Waarschuwingslampjes Voor De Bedrijfstoestanden Van De Hydraulische Installatie

    Opbouw en functie 5.1.10 Controle en waarschuwingslampjes voor de bedrijfstoestanden van de hydraulische installatie 5.1.10.1 Waarschuwingslampje hydraulische olietemperatuur Als het waarschuwingslampje brandt, is de hydraulische olietemperatuur te hoog. Er is sprake van een storing als:  het waarschuwingslampje niet uitgaat nadat het contact een paar seconden ingeschakeld is, ...
  • Pagina 73: Cabine Verwarmen Of Koelen

    Opbouw en functie 5.1.11.1 Cabine verwarmen of koelen WAARSCHUWING Gevaar voor verkoudheid door koude luchtstromen tijdens het koelen van de cabineruimte!  Stel de lucht in de cabine niet lager in dan ca. 5 - 8°C onder de buitentemperatuur.  Richt koude luchtstroom niet direct op het lichaam.
  • Pagina 74 Opbouw en functie Cabine verwarmen Draai de waterklep (Afb. 5-34) met de klok mee om de gewenste temperatuur in te stellen. Draai de waterklep tot tegen de aanslag om het grootst mogelijke verwarmingsvermogen te verkrijgen. Draai de ventilatieregeling (Afb. 5-35) in één van de trappen 1 –...
  • Pagina 75: Bedrijfsmodi Selecteren

    Opbouw en functie 5.1.12 Bedrijfsmodi selecteren Het selecteren van de 4 mogelijke bedrijfsmodi "Laden", "Voeren", "Transport" en "Diagnose en instellingen" vindt plaats via de draaischakelaar "Bedrijfsmodi". Afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus verschijnt het basisscherm "Laden", "Voeren", "Transport" of "Diagnose en instellingen" op de info- en bedieningsterminal. In de geselecteerde bedrijfsmodus zijn de niet benodigde functies van de machine geblokkeerd.
  • Pagina 76: Bedrijfsmodus "Laden

    Opbouw en functie 5.1.12.1 Bedrijfsmodus "Laden"  De Bedrijfsmodus "Laden" selecteren als voercomponenten via de structuurvijzel moeten worden opgenomen.  In de Bedrijfsmodus "Laden" kan de machine bij maximaal motortoerental van de dieselmotor (2000 min-1) met een rijsnelheid tussen 0 - 12 km/uur via het rijpedaal worden bewogen.
  • Pagina 77: Bedrijfsmodus "Voeren

    Opbouw en functie 5.1.12.2 Bedrijfsmodus "Voeren"  Selecteer de Bedrijfsmodus "Voeren" als voer verdeeld moet worden.  In de Bedrijfsmodus "Voeren" is het motortoerental van de dieselmotor begrenst tot ca. 2000 min-1, behalve bij de snelgang van de mengvijzel(s).  In de Bedrijfsmodus "Voeren"...
  • Pagina 78: Bedrijfsmodus "Transport

    Opbouw en functie 5.1.12.3 Bedrijfsmodus "Transport“  Selecteer bij transportritten de Bedrijfsmodus "Transport“.  In de Bedrijfsmodus "Transport“ is het motortoerental van de dieselmotor begrenst tot ca. 1600 min-1.  In de Bedrijfsmodus "Transport“ kan de machine, afhankelijk van de uitvoering, met een rijsnelheid tussen 0 - 25 km/uur of 0 - 40 km/uur worden bewogen m.b.v.
  • Pagina 79: Bedrijfsmodus "Diagnose En Instellingen

    Opbouw en functie 5.1.12.4 Bedrijfsmodus "Diagnose en instellingen"  Selecteer de bedrijfsmodus "Diagnose en instellingen" als een instelling moet worden gedaan en/of een storing moet worden gezocht. Zet de draaischakelaar (1) in stand "4" (Diagnose en instellingen).  Het basisscherm "Diagnose en instellingen" (Afb. 5-50) verschijnt op de info- en bedieningsterminal (2).
  • Pagina 80: Multifunctionele Hendel

    Opbouw en functie 5.1.13 Multifunctionele hendel Dit hoofdstuk geeft de machinefuncties weer die met de multifunctionele hendel worden uitgevoerd.  De functie van de knoppen van de multifunctionele hendel is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus.  In de neutrale stand wordt de uitgevoerde functie gestopt. ...
  • Pagina 81: Multifunctionele Hendel - Modus1: Laden

    Opbouw en functie 5.1.13.1 Multifunctionele hendel – Modus1: Laden Afb. 5-51 Uitkuilarm neerlaten Rijrichting rijaandrijving Uitkuileenheid aan/uit Stopwormschroef aan/uit Beschermkap open/dicht Structuurvijzel omkeren Uitkuileenheid omkeren Uitkuilarm omhoog bewegen Knop aan de achterzijde (rood): Storingsbevestiging Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 82: Multifunctionele Hendel - Modus2: Voeren

    Opbouw en functie 5.1.13.2 Multifunctionele hendel – Modus2: Voeren Afb. 5-52 Dwarsafvoerband naar links verschuiven Uitkuilarm neerlaten Rijrichting rijaandrijving Voorkeuze dosering links Voorkeuze dosering in het midden Voorkeuze dosering rechts Losopening openen/sluiten Dwarsafvoerband rechts lossen Dwarsafvoerband links lossen (10) Dwarsafvoerband naar rechts verschuiven (11) Uitkuilarm omhoog bewegen (12) Knop aan de achterzijde (rood): Storingsbevestiging Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 83: Multifunctionele Hendel - Modus3: Transport

    Opbouw en functie 5.1.13.3 Multifunctionele hendel – Modus3: Transport Afb. 5-53 Rijrichting rijaandrijving Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 84: Display

    Opbouw en functie 5.1.14 Display Het display met de verschillende schermen is als volgt opgebouwd. Afb. 5-54: Display Pos. Benaming Beschrijving Display Gekozen gedeelte weergeven. Selectieknoppen Functies selecteren resp. in-/uitschakelen en toerentalverstelling in stappen van 5%. Draairegelaar Modus 1, 2, 3: Toerental menger verstellen. Modus 4: Navigatie draaien = navigeren erop drukken = selecteren...
  • Pagina 85: Alle Modi

    Opbouw en functie 5.1.14.1 Alle modi 5.1.14.1.1 Storing koelwater Afb. 5-55: Storing koelwater Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing koelwater Tekort aan koelwater! Te weinig koelwater in het systeem. Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 86: Storing Oliedruk

    Opbouw en functie 5.1.14.1.2 Storing oliedruk Afb. 5-56: Oliedruk Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing oliedruk Knippert bij een te lage/hoge oliedruk. Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 87: Modus 1 - Laden

    Opbouw en functie 5.1.14.2 Modus 1 – Laden 5.1.14.2.1 Basisscherm Het basisscherm in de modus Laden toont alle functies die in deze modus mogelijk zijn. De selectie vindt plaats via de selectieknoppen en de draairegelaar. Afb. 5-57: Laden – basisscherm Pos.
  • Pagina 88 Opbouw en functie Afb. 5-58: Laden – basisscherm Pos. Benaming Beschrijving Plus Toerental van de structuurvijzel verhogen (in stappen van 5%). Minus Toerental van de structuurvijzel verlagen (in stappen van 5%). Transportelevator Toerental van de transportelevator in % weergeven. Plus Toerental van de transportelevator verhogen (in stappen van 5%).
  • Pagina 89: Mengvijzel

    Opbouw en functie 5.1.14.2.2 Mengvijzel Met de draairegelaar het toerental instellen. Mengvijzel in-/ uitschakelen en omkeren via de selectieknoppen kiezen. Afb. 5-59: Mengvijzel Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel Toerental menger in % weergeven (groene achtergrond = functie ingeschakeld). Mengvijzel aan/uit Mengvijzel in-/uitschakelen. Mengvijzel omkeren Mengvijzel omkeren.
  • Pagina 90: Toevoervijzel

    Opbouw en functie 5.1.14.2.3 Toevoervijzel Het toerental van de toevoervijzel kan worden aangepast aan de snelheid van de mengvijzel. Door op de selectieknop 3 te drukken, wijzigt het toerental tussen 1 en 3, afhankelijk van hoe snel de toevoervijzel het materiaal uit de mineralentrechter naar het reservoir transporteert. Afb.
  • Pagina 91: Storing Kap

    Opbouw en functie 5.1.14.2.4 Storing kap De waarschuwing "Beschermkap structuurvijzel niet gesloten" verschijnt als u van modus 1 naar modus 2 of 3 wisselt, de beschermkap echter niet is gesloten. Afb. 5-61: Storing kap Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing kap Beschermkap structuurvijzel niet gesloten. Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 92: Modus 2 - Voeren

    Opbouw en functie 5.1.14.3 Modus 2 – Voeren 5.1.14.3.1 Basisscherm Het basisscherm in de modus Voeren toont alle functies die in deze modus mogelijk zijn. De selectie vindt plaats via de selectieknoppen en de draairegelaar. Afb. 5-62: Basisscherm Voeren Pos. Benaming Beschrijving Koelwatertemperatuur...
  • Pagina 93: Dwarsafvoerband Aan

    Opbouw en functie 5.1.14.3.2 Dwarsafvoerband aan Afb. 5-63: Dwarsafvoerband aan Pos. Benaming Beschrijving Dwarsafvoerband Toerental van de dwarsafvoerband in % weergeven. Plus Toerental van de dwarsafvoerband verhogen (in stappen van 5%). Minus Toerental van de dwarsafvoerband verlagen (in stappen van 5%). Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 94: Reinigingsmodus

    Opbouw en functie 5.1.14.3.3 Reinigingsmodus Voor het reinigen moet die mengvijzel draaien. Door het inschakelen van de snelgang draait de dieselmotor 10 seconden lang met 2200 omw./min. Afb. 5-64: Reinigingsmodus Pos. Benaming Beschrijving Mengvijzel Toerental menger in % weergeven. Mengvijzel aan/uit Mengvijzel in-/uitschakelen.
  • Pagina 95: Storing Positie Uitkuilarm

    Opbouw en functie 5.1.14.3.4 Storing positie uitkuilarm De waarschuwing "Uitkuilarm niet in transportpositie" verschijnt als u van modus 2 naar modus 3 wisselt en de uitkuilarm niet in de transportpositie staat. Afb. 5-65: Storing positie uitkuilarm Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing positie Uitkuilarm niet in transportpositie.
  • Pagina 96: Storing Dwarsafvoerband Middelste Stand

    Opbouw en functie 5.1.14.3.5 Storing dwarsafvoerband middelste stand De waarschuwing "Dwarsafvoerband niet in middenpositie" verschijnt als u van modus 2 naar modus 3 wisselt en de dwarsafvoerband niet in de middelste stand staat Afb. 5-66: Storing dwarsafvoerband middelste stand Pos. Benaming Beschrijving Waarschuwing...
  • Pagina 97: Modus 3 - Transport

    Opbouw en functie 5.1.14.4 Modus 3 – Transport 5.1.14.4.1 Basisscherm Afb. 5-67: Basisscherm Transport Pos. Benaming Beschrijving Koelwatertemperatuur Huidige koelwatertemperatuur weergeven. Kilometer Snelheid in km/uur weergeven. Tijd Tijd weergeven. Mengvijzel Toerental menger in % weergeven. Mengvijzel aan/uit Mengvijzel in-/uitschakelen. Mengvijzel omkeren Mengvijzel omkeren.
  • Pagina 98: Modus 4 - Diagnose En Instellingen

    Opbouw en functie 5.1.14.5 Modus 4 – Diagnose en instellingen 5.1.14.5.1 Basisscherm Het basisscherm in de modus Diagnose en instellingen toont alle functies die in deze modus mogelijk zijn. De selectie vindt plaats via de draairegelaar. Afb. 5-68: Basisscherm Diagnose en instellingen Pos.
  • Pagina 99 Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1 Diagnose Afb. 5-69: Diagnose Pos. Benaming Beschrijving Status rijaandrijving Naar het menu "Status rijaandrijving" gaan. Ingangen rijaandrijving Naar het menu "Ingangen rijaandrijving" gaan. Uitgangen rijaandrijving Naar het menu "Uitgangen rijaandrijving" gaan. Machinebesturing Naar het menu "Machinebesturing" gaan. Status hydraulisch oliefilter Naar het menu "Status hydraulisch oliefilter"...
  • Pagina 100: Status Rijaandrijving

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1.1 Status rijaandrijving Afb. 5-70: Status rijaandrijving Pos. Benaming Beschrijving Geen storing Geen storing in de "Status rijaandrijving" opgetreden. Rijmodus met lager mogen De machine loopt in de rijmodus met lager vermogen. Rijaandrijving geblokkeerd De rijaandrijving van de machine is geblokkeerd. Actief/storing Geeft de huidige status van de rijaandrijving weer.
  • Pagina 101: Ingangen Rijaandrijving

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1.2 Ingangen rijaandrijving Storing Afb. 5-71: Ingangen rijaandrijving Pos. Benaming Beschrijving Opsomming Benaming van de sensor De sensor is in orde. Storing De sensor bevindt zich buiten het tolerantiebereik en meldt een storing (bv. kabelbreuk). Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 102: Uitgangen Rijaandrijving

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1.3 Uitgangen rijaandrijving Afb. 5-72: Uitgangen rijaandrijving Pos. Benaming Beschrijving Opsomming Benaming van de sensor De sensor is in orde. Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 103: Machinebesturing

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1.4 Machinebesturing Afb. 5-73: Machinebesturing Pos. Benaming Beschrijving Opsomming Benaming van de machinebesturing. De machinebesturing is in orde. Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 104: Status Hydraulisch Oliefilter

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.1.5 Status hydraulisch oliefilter Afb. 5-74: Filter Pos. Benaming Beschrijving Opsomming Benaming van het filter. Het filter werkt naar behoren. Storing De drukverschilsensor aan het filter heeft een storing gemeld, d.w.z. het filter is evt. vervuild. Bij koude temperaturen en verhoogd motortoerental kan de sensor eveneens een storing melden, alhoewel alles in orde is.
  • Pagina 105: Instellingen

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2 Instellingen Afb. 5-75: Instellingen Pos. Benaming Beschrijving Tijd Naar het menu "Tijd" gaan. Uitkuilautomatiek Naar het menu "Uitkuilautomatiek" gaan. Ventilatie-omkering Naar het menu "Ventilatie-omkering" gaan. Taal Naar het menu "Taal" gaan. Displayhelderheid Naar het menu "Displayhelderheid" gaan. Vijzeltoerental Naar het menu "Vijzeltoerental"...
  • Pagina 106 Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.1 Tijd Afb. 5-76: uur Pos. Benaming Beschrijving Tijd Tijd instellen. Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 107: Uitkuilautomatiek

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.2 Uitkuilautomatiek De uitkuilautomatiek is af fabriek vooringesteld en dient alleen na overleg of door vakkundig personeel te worden gewijzigd. Afb. 5-77:Uitkuilautomatiek Pos. Benaming Beschrijving Aan/Uit Uitkuilautomatiek in-/uitschakelen (indien aanwezig) Correctiefactor Verlaging van de max. neerlaatsnelheid in %. Filter –...
  • Pagina 108 Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.3 Automatische ventilatie-omkering (opt.) Afb. 5-78:Ventilatie-omkering Pos. Benaming Beschrijving Automatiek Aan/Uit Uitkuilautomatiek in-/uitschakelen (indien aanwezig) Interval in min Interval, waarin het omkeren wordt herhaald. Omkeerduur in sec Duur, waarin de ventilatie omkeert Automatiek alleen in modus 1 Schakelt de functie alleen in modus 1 in.
  • Pagina 109 Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.4 Taal Afb. 5-79: Taal Pos. Benaming Beschrijving Taalkeuze Kies de taal, waarin u de encoder drukt en draait. Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 110: Displayhelderheid

    Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.5 Displayhelderheid Afb. 5-80: Displayhelderheid Pos. Benaming Beschrijving Balk Via de regelaar kunt u de displayhelderheid wijzigen door op de encoder te drukken en aan deze te draaien. Automatiek Uit: De automatiek is uitgeschakeld. Lichtsensor Levert de waarde van de lichtsensor. Achtergrondverlichting in % Toont de huidige achtergrondverlichting als procentuele waarde.
  • Pagina 111 Opbouw en functie 5.1.14.5.1.2.6 Mengertoerental Afb. 5-81: Mengertoerental Pos. Benaming Beschrijving Verlaging van het Verlaagt bij ingeschakelde structuurvijzel het toerental van de mengertoerental bij draaiende mengvijzel met een vastgelegde waarde (aanduiding in procenten). structuurvijzel Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 112: Dieselmotor

    Opbouw en functie Dieselmotor 5.2.1 Dieselmotor starten WAARSCHUWING kans op vergiftiging door uitlaatgassen, bij draaiende dieselmotor in niet geventileerde of gesloten ruimten!  Verbind vóór het starten of latend draaien van de dieselmotor in een gesloten ruimte de uitlaat met een voorgeschreven ontluchtingssysteem. ...
  • Pagina 113 Opbouw en functie Voer alle vereiste controles vóór het starten van de dieselmotor uit. Steek de contactsleutel in het contact. Zet de handgashendel in de stationaire stand. Draai de contactsleutel in stand I.  De controlelampjes beginnen te branden. De info- en bedieningsterminal start op en afhankelijk van de gekozen bedrijfsmodus verschijnt het basisscherm "Laden", "Voeren", "Transport"...
  • Pagina 114: Dieselmotor Warm Laten Draaien

    Opbouw en functie 5.2.2 Dieselmotor warm laten draaien LET OP Gevaar voor motorschade!  Laat de dieselmotor 1 - 2 minuten lang onbelast met een toerental tussen de 1000 - 1200 min-1 warm draaien om voor een optimale smering van de dieselmotor te zorgen.
  • Pagina 115: Ontluchten Na Tekort Aan Diesel

    Opbouw en functie 5.2.4 Ontluchten na tekort aan diesel Zet de dieselmotor af. Schakel de parkeerrem in. Trek de contactsleutel uit het contact. Demonteer de zijbeplating (1). Open het deurslot (2) met de deursleutel en open de klep van de motorruimte. Beveilig de geopende klep van de motorruimte met de klepsteun (3) tegen onbedoeld dichtvallen.
  • Pagina 116: Dieselmotor Starten Met Een Starthulpaccu

    Opbouw en functie 5.2.5 Dieselmotor starten met een starthulpaccu GEVAAR Explosiegevaar door accugassen, veroorzaakt door vonkvorming en open vuur in de buurt van de accu. Voorkom vonkvorming en open vlammen in de buurt van accu's.  Let erop dat de niet-geïsoleerde delen van de poolklemmen van de starthulpaccu elkaar niet aanraken.
  • Pagina 117: Dieselmotor Afzetten

    Opbouw en functie 5.2.7 Dieselmotor afzetten LET OP Gevaar voor motorschade door oververhitting en snelle slijtage van motorcomponenten na een langdurige hoge belasting van de dieselmotor! Laat de dieselmotor na een langdurige hoge belasting minstens nog 3 tot 5 minuten met een toerental van 1000 - 1200 min-1 lopen, zodat de hete delen van de dieselmotor kunnen afkoelen en er geen warmtestuwing in de motorruimte ontstaat.
  • Pagina 118: Rijaandrijving

    Opbouw en functie Rijaandrijving De machine is standaard uitgerust met een hydrostatische voorwielaandrijving. De 4-wielaandrijving is een speciale uitvoering. Met behulp van het rijpedaal kunt u de snelheid van de machine traploos verhogen of verlagen. Hoe dieper u het rijpedaal intrapt, hoe hoger de rijsnelheid wordt. De bereikbare rijsnelheid is afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus (laden, voeren, transport), de positie van het rijpedaal (motortoerental), de rijweerstand en het verbruik van hydrostatisch vermogen voor de werkhydrauliek resp.
  • Pagina 119: Vooruit Rijden

    Opbouw en functie 5.3.1 Vooruit rijden Functie "Vooruit rijden" inschakelen: Schakel de parkeerrem uit. Duw de FNR-schakelaar (7) omhoog.  De functie "Vooruit rijden" is geactiveerd. Op het dashboard brandt het controlelampje "Rijrichting vooruit" (Afb. 5-90/2). Controleer de gevarenzone van de machine. Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de machine voordat u vooruit gaat rijden.
  • Pagina 120: Achteruit Rijden

    Opbouw en functie 5.3.2 Achteruit rijden GEVAAR Gevaar voor personen of dieren als de machine achteruit rijdt! Controleer vóór het achteruit rijden de gevarenzone naast en achter de machine. Beweeg de machine alleen als zich geen personen of dieren in de gevarenzone van de machine bevinden.
  • Pagina 121: Machine Afremmen En Stoppen

    Opbouw en functie 5.3.3 Machine afremmen en stoppen  De machine wordt tijdens het rijden afgeremd en stopgezet m.b.v. het rijpedaal en zonodig m.b.v. het rempedaal.  Het via het rempedaal geactiveerde remsysteem werkt op de vooras en op de achteras.
  • Pagina 122: Parkeerrem

    Opbouw en functie 5.3.4 Parkeerrem  De parkeerrem is een veerrem met een veerremcilinder en een veer en werkt op de vooras. Om de parkeerrem los te halen, wordt hydraulische olie met een hydraulische oliedruk van ongeveer 30 bar in de veerremcilinder geperst. ...
  • Pagina 123: 4-Wielaandrijving In- En Uitschakelen (Optioneel)

    Opbouw en functie 5.3.5 4-wielaandrijving in- en uitschakelen (optioneel)  De achterasaandrijving kan alleen bij stilstand worden ingeschakeld.  Bij een normale rit over de weg is het beter om de achterasaandrijving niet te gebruiken, omdat dit lawaai maakt en een verhoogde slijtage van de banden tot gevolg heeft.
  • Pagina 124: Besturing

    Opbouw en functie 5.3.7 Besturing De machine is standaard uitgerust met een besturing van de vooras. Een hydraulische besturing reduceert de kracht die nodig is om het stuur te bewegen als de machine stilstaat, bij het rangeren en bij lage rijsnelheden. De 4-wielaandrijving is een speciale uitvoering.
  • Pagina 125: Licht En Zicht

    Opbouw en functie Licht en zicht 5.4.1 Stand- of rijlicht in- en uitschakelen WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken op de weg door rijden met standlicht! Ga nooit rijden met standlicht. Het standlicht is niet fel genoeg om de weg voldoende te verlichten of om door andere verkeersdeelnemers gezien te worden.
  • Pagina 126: Knipperlicht, Groot Licht, Parkeerlicht En Lichtclaxon

    Opbouw en functie 5.4.2 Knipperlicht, groot licht, parkeerlicht en lichtclaxon Het knipperlicht, groot licht, parkeerlicht en de lichtclaxon worden via de combischakelaar ingeschakeld.  De knipperinstallatie werkt alleen als het contact ingeschakeld is.  Het groot licht laat zich alleen inschakelen, als het rijlicht ingeschakeld is. ...
  • Pagina 127: Waarschuwingsknipperlichten

    Opbouw en functie 5.4.3 Waarschuwingsknipperlichten De waarschuwingsknipperlichten dienen om in een gevaarlijke situatie andere verkeersdeelnemers op uw machine te attenderen. GEVAAR Grote kans op ongevallen door een machine die op een openbare weg stil staat! Waarschuwingsknipperlichten en waarschuwingsdriehoek altijd gebruiken om andere verkeersdeelnemers op de stilstaande machine te attenderen.
  • Pagina 128 Opbouw en functie Ruitenwissers van de voorruit De ruitenwisser en de automatische ruitensproeier van de voorruit worden via de draaischakelaar van de combischakelaar aan- of uitgezet. Interval-wissen Draai de draaischakelaar (1) in de pijlrichting (2). Wissen Draai de draaischakelaar (1) in de pijlrichting (3) tot tegen de vergrendeling.
  • Pagina 129: Spiegels

    Opbouw en functie 5.4.4.2 Spiegels De machine is aan de linker- en rechterkant van de machine voorzien van twee grote buitenspiegels. Bovendien bevindt zich aan beide zijden van de machine een trottoirspiegel en aan de rechter zijde een dodehoekspiegel. Alle spiegels zijn standaard verwarmd. De buitenspiegel aan de rechter zijde is optioneel ook elektrisch verstelbaar.
  • Pagina 130: Achteruitrijcamera

    Opbouw en functie Verwarming van de buitenspiegels inschakelen Duw de tuimelschakelaar "Spiegelverwarming" in stand "AAN" (1).  De spiegelverwarming is voor alle spiegels ingeschakeld en het controlelampje in de Afb. 5-113 tuimelschakelaar brandt. Verwarming van de buitenspiegels uitschakelen Duw de tuimelschakelaar "Spiegelverwarming" in stand "UIT"...
  • Pagina 131: Uitkuilarm

    Opbouw en functie Uitkuilarm 5.5.1 Uitkuilarm omhoog/omlaag bewegen  Haal de multifunctionele hendel uit de neutrale stand en houd deze zo lang vast totdat de uitkuilarm de gewenste hoogte heeft bereikt om de uitkuilarm omhoog en omlaag te bewegen. Bij het loslaten van de multifunctionele hendel keert deze automatisch terug naar de neutrale stand.
  • Pagina 132: Uitkuilarm In De Transportpositie Zetten

    Opbouw en functie 5.5.2 Uitkuilarm in de transportpositie zetten Om de bedrijfsmodus "Transport" te kiezen, moet de uitkuilarm eerst tot op de vereiste minimale hoogte omhoog of omlaag worden bewogen. Alleen als de uitkuilarm zich op de vereiste minimale hoogte bevindt: kan de bedrijfsmodus "Transport"...
  • Pagina 133: Structuurvijzel En Transportelevator

    Opbouw en functie Structuurvijzel en transportelevator Modus 1: Laden Modus 2: Voeren Modus 3: Transport 5.6.1 Structuurvijzel en transportelevator in- en uitschakelen (modus 1)  De aandrijvingen voor de structuurvijzel en de transportelevator zijn via de hydraulische besturing met elkaar verbonden. Bij het inschakelen van de structuurvijzel loopt de transportelevator automatisch.
  • Pagina 134: Aandrijftoerental Van De Structuurvijzel Instellen (Modus 1)

    Opbouw en functie 5.6.2 Aandrijftoerental van de structuurvijzel instellen (modus 1) Bij het opnemen van voercomponenten, waarbij veel stof kan vrijkomen, het aandrijftoerental van de structuurvijzel verlagen. Aandrijftoerental verhogen: Druk zo vaak op knop 5 op de info- en bedieningsterminal tot op het display (1) de waarde voor het gewenste aandrijftoerental (in %) verschijnt.
  • Pagina 135: Veiligheidsvoorziening Van De Structuurvijzel Openen/Sluiten (Modus 1)

    Opbouw en functie 5.6.4 Veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel openen/sluiten (modus 1) GEVAAR Gevaar voor personen en dieren door de scherpe randen van de structuurvijzel bij transportritten met een geopende veiligheidsvoorziening! Sluit de geopende veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel voordat u een transportrit start.
  • Pagina 136: Doseerschuif Voor Losopening Openen En Sluiten (Modus 2)

    Opbouw en functie 5.6.6 Doseerschuif voor losopening openen en sluiten (modus 2)  De doseerschuif wordt traploos geopend en gesloten met behulp van één van de bovenste knoppen (1), (2) en (3) en het duimwiel (8): Knop (1) = Doseerschuif aan de linkerkant van de machine (L), Knop (2) = Doseerschuif in het midden van de machine (M), Knop (3) = Doseerschuif aan de rechterkant van de machine (R).
  • Pagina 137: Dwarsafvoerband

    Opbouw en functie Dwarsafvoerband Modus 1: Laden Modus 2: Voeren Modus 3: Transport 5.7.1 Dwarsafvoerband in- en uitschakelen (modus 2) De dwarsafvoerband kan in twee aandrijfrichtingen aangedreven worden. Afhankelijk van de aandrijfrichting wordt het voer aan de rechterkant of aan de linkerkant van de machine gelost.
  • Pagina 138: Bandsnelheid Voor De Dwarsafvoerband Instellen (Modus 2)

    Opbouw en functie 5.7.1.1 Bandsnelheid voor de dwarsafvoerband instellen (modus 2)  De ingestelde snelheid van de band bepaalt de zijdelingse afstand (werpwijdte) waarop het voer naast de machine wordt gedeponeerd. Met de toenemende snelheid van de band wordt de zijdelingse afstand waarop het voer gelost wordt, groter. ...
  • Pagina 139: Dwarsafvoerband Verschuiven Naar Rechts (Of Links Optioneel) (Modus 2)

    Opbouw en functie 5.7.2 Dwarsafvoerband verschuiven naar rechts (of links optioneel) (modus 2) Via de hydraulische zijverstelling van de dwarsafvoerband kan deze 300 mm naar rechts of links worden verschoven. Dwarsafvoerband naar rechts verschuiven: Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de dwarsafvoerband.
  • Pagina 140: Mengvijzel

    Opbouw en functie Mengvijzel Modus 1: Laden Modus 2: Voeren Modus 3: Transport 5.8.1 Mengvijzels in- en uitschakelen (modus 1/2/3) Mengvijzels inschakelen: Druk op knop (1).  De mengvijzel is ingeschakeld en op het display wordt het veld "Mengvijzel 100%" (2) groen. Mengvijzels uitschakelen Druk op knop (1).
  • Pagina 141: Snelgang Voor De Mengvijzel In- En Uitschakelen (Modus 2)

    Opbouw en functie 5.8.3 Snelgang voor de mengvijzel in- en uitschakelen (modus 2) Om aan het eind van het voerproces de voerresten van de mengvijzel af te slingeren en de mengkuip volledig te ledigen, moet het aandrijftoerental van de mengvijzel in de bedrijfsmodus "Voeren"...
  • Pagina 142: Mineraalvoer Toevoeren (Stopwormschroef In-/Uitschakelen)

    Opbouw en functie Mineraalvoer toevoeren (stopwormschroef in-/uitschakelen) De stopwormschroef kan via de multifunctionele hendel of via het display worden ingeschakeld. Stopwormschroef via de multifunctionele hendel inschakelen: Druk op knop 3.  Knop 3 brandt rood.  De stopwormschroef is ingeschakeld. Stopwormschroef via de multifunctionele hendel uitschakelen: Druk op knop 3.
  • Pagina 143: Snijmessen Van De Mengvijzel

    Opbouw en functie Snijmessen van de mengvijzel 5.10 In de mengkuip worden de voercomponenten, die zich in de mengkuip bevinden, door de van snijmessen (1) voorziene, aangedreven mengvijzel (2) fijn gesneden en gemengd. Een afvoerarm (3) in het onderste deel van de mengvijzel zorgt ervoor dat de gemengde voercomponenten gelijkmatig afgevoerd worden.
  • Pagina 144: Tegenmes

    Opbouw en functie 5.11 Tegenmes Afhankelijk van de structuur van de voercomponenten kan er 1 tegenmes (1) in verschillende posities de mengkuip in gezwenkt worden. Afb. 5-137 Afb. 5-138 5.12 Overloopring De overloopring voorkomt dat structuurrijk voer tijdens het mengproces over de rand van de mengkuip heen geworpen wordt.
  • Pagina 145: Weeginrichting

    USB-stick en PC-interface. Afb. 5-141  BvL Dairy Feeder met PDA en internetverbinding Neem de meegeleverde gebruikershandleiding van de weeginstallatie in acht. Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 146: Inbedrijfstelling En Wettelijke Verkeersvoorschriften

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften Dit hoofdstuk bevat informatie over de inbedrijfstelling van de machine.  Voordat de machine in gebruik wordt genomen, moet de operator de gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen.  Iedere keer voordat de operator de machine in gebruik neemt, moet hij de machine op verkeersveiligheid en bedrijfsveiligheid controleren.
  • Pagina 147: Wettelijke Verkeersvoorschriften Voor Duitsland

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften 6.1.1 Wettelijke verkeersvoorschriften voor Duitsland Uittreksel uit het Duitse wegenverkeersreglement § 18 StVZO – Toelatingsverplichting (1) Motorvoertuigen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 6 km/uur en hun aanhangers (achter motorvoertuigen meegevoerde voertuigen met uitzondering van onbruikbare voertuigen, die worden weggesleept, en van wegsleepassen) mogen op de openbare weg alleen in bedrijf worden gesteld als deze door het verlenen van een vergunning of een EG-typegoedkeuring en door toekenning van een kenteken...
  • Pagina 148: Functie Van De Machine Controleren

    Inbedrijfstelling en wettelijke verkeersvoorschriften Functie van de machine controleren Controleer de functie van de machine vóór de eerste inbedrijfstelling en tevens elke keer voordat u met de machine gaat werken: Motorfuncties. Smeer de voermengwagen helemaal door (zie hoofdstuk "Smeren", pagina 165). Controleer het oliepeil van de haakse overbrenging in het expansiereservoir voor de transmissieolie.
  • Pagina 149: Gebruik Van De Machine

    Gebruik van de machine Gebruik van de machine Bij het gebruik van de machine moeten bovendien de aanwijzingen van de volgende hoofdstukken in acht genomen worden:  "Verplichting van de operator", op pag. 13,  "Kwalificatie van de personen", op pag. 14, ...
  • Pagina 150: Voermengwagen Vullen

    Gebruik van de machine Voermengwagen vullen WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen, gestoten, vastgegrepen en naar binnen getrokken worden, als de mengkuip ondeskundig gevuld wordt en dit onbedoeld contact met de draaiende mengvijzel tot gevolg heeft! ...
  • Pagina 151 Gebruik van de machine  Vul de mengkuip met behulp van het weegsysteem nauwkeurig. Het materiaal wordt in de mengbak gewogen. Als de vulhoeveelheid van een voercomponent is bereikt, kan de opgenomen voercomponent weer uit het gebied van de structuurvijzel en de transportelevator worden getransporteerd (zie hoofdst.
  • Pagina 152: Aanbevolen Volgorde Bij Het Vullen

    Gebruik van de machine 7.1.1 Aanbevolen volgorde bij het vullen Neem structuurrijke voercomponenten Neem grassilage op. (hooi, stro, enz.) op terwijl de mengvijzels Neem maïssilage, graansilage op. draaien. Neem voercomponenten met een hoog Laat de mengvijzel eventjes mengen watergehalte op, bv. bierdraf, aardappelpulp voordat u de volgende voercomponent of bietenpulp.
  • Pagina 153: Kuilvoer Uit De Berijdbare Silo Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.2 Kuilvoer uit de berijdbare silo opnemen  Neem silage van boven naar beneden uit de kuilvoervoorraad van een berijdbare silo.  Zet de handgashendel op vollast, zodat de dieselmotor met nominaal toerental wordt aangedreven.  Bij een nominaal toerental van de dieselmotor (2000 min-1) wordt het hoogste aandrijfvermogen voor de structuurvijzel bereikt.
  • Pagina 154 Gebruik van de machine Bedrijfsmodus "Uitkuilen" kiezen (zie hoofdst. "Bedrijfsmodus "Laden"", pagina 76). Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de structuurvijzel. Open de veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel (zie hoofdst. "Veiligheidsvoorziening van de structuurvijzel openen/sluiten", pagina 135). Zet de structuurvijzel zo tegen de kuilvoervoorraad (Afb.
  • Pagina 155: Ronde Balen Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.3 Ronde balen opnemen  De ronde balen moeten op de vlakke voorkant liggen.  Verwijder de banden/netten/folie van de ronde balen.  Neem ronde balen van boven naar beneden op.  Stel bij het oppakken van hooi- of strobalen de handgashendel zo in dat de dieselmotor met een motortoerental van 1800 - 1900 min-1 wordt aangedreven.
  • Pagina 156: Vierkante Balen Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.4 Vierkante balen opnemen  Verwijder de banden/netten/folie aan de vierkante balen.  Neem vierkanten balen dwars op de persrichting op.  Stel bij het oppakken van hooi- of strobalen de handgashendel zo in dat de dieselmotor met een motortoerental van 1800 - 1900 min-1 wordt aangedreven.
  • Pagina 157: Gemalen Tarwe, Krachtvoer, Draft Enz. Opnemen

    Gebruik van de machine 7.1.5 Gemalen tarwe, krachtvoer, draft enz. opnemen  Verlaag bij het opnemen van voercomponenten, waarbij stof vrij kan komen (bv. gemalen tarwe) het aandrijftoerental van de structuurvijzel en de bandsnelheid van de transportelevator. Bedrijfsmodus "Uitkuilen" kiezen (zie Let op het display van de weeginrichting, hoofdst.
  • Pagina 158: Voercomponenten Mengen

    Gebruik van de machine Voercomponenten mengen  De mengduur is afhankelijk van het soort en de structuur van de gebruikte voercomponenten en van de gewenste snijlengte van het voermengsel. Als structuurrijke voercomponenten gesneden moeten worden, wordt de mengduur langer.  Afhankelijk van de structuur van de voercomponenten kan er 1 tegenmes in verschillende posities de mengkuip in gezwenkt worden.
  • Pagina 159: Voer Lossen

    Gebruik van de machine Voer lossen WAARSCHUWING Gevaren voor personen of dieren ontstaan, als er tijdens het lossen van het voer voorwerpen uit de losopening of van de dwars-transportband af worden geslingerd! Stuur personen of dieren uit de gevarenzone voordat u de losopening opent of de dwarsafvoerband inschakelt.
  • Pagina 160 Gebruik van de machine Bedrijfsmodus "Voeren " kiezen (zie Corrigeer eventueel de bandsnelheid voor hoofdst. "Bedrijfsmodus "Voeren"", de dwarsafvoerband (zie hoofdst. pagina 77). "Bandsnelheid voor de dwarsafvoerband instellen", pagina 138). Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van de dwarsafvoerband. 10.
  • Pagina 161: Verstoppingen Verwijderen

    Gebruik van de machine 7.3.1 Verstoppingen verwijderen WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als:  omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine onbedoeld omlaag komen of worden gebracht, bv.
  • Pagina 162: Transportritten

    Transportritten Transportritten Een transportrit is een rit vanaf of naar de plaats van gebruik van de machine in beladen of onbeladen toestand.  Neem bij transportritten bovendien het hoofdstuk "Fundamentele veiligheidsinstructies" in acht, vanaf pagina 16.  Gebruik bij een normale rit over de weg niet de achterasaandrijving - dit leidt tot onaangenaam geluid en verhoogde slijtage van de banden.
  • Pagina 163 Transportritten WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, snijwonden oplopen en naar binnen getrokken worden als de mengvijzel tijdens ritten draait!  Tijdens ritten op de openbare weg moet de structuurvijzel zijn uitgeschakeld. WAARSCHUWING Door onjuist gebruik van de machine kan gevaar ontstaan als daardoor storingen of breuk van onderdelen, ontoereikende stabiliteit en ontoereikende stuur- en remcapaciteit optreden! Neem de maximale voertuigbelasting en de toegestane aslasten in acht.
  • Pagina 164: Reiniging, Onderhoud En Reparatie

    Reiniging, onderhoud en reparatie Reiniging, onderhoud en reparatie Neem bij het reinigen, onderhoud en reparatie van de machine bovendien de aanwijzingen van de volgende hoofdstukken in acht:  "Verplichting van de operator", op pag. 13,  "Kwalificatie van de personen", op pag. 14, ...
  • Pagina 165: Reinigen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Reinigen  Controleer dagelijks de vervuiling aan de machine, voornamelijk aan koeler, motor en motorkap.  Verwijder eventuele voerresten en stofafzettingen van de koeler, motor en de motorkap (brandgevaar).  Reinig de vervuilde machine grondig. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming. ...
  • Pagina 166: Smeerschema

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.1 Smeerschema Pos. Component Activiteit Aantal Interval Opnamecilinder aan de uitkuilarm Smeernippel/smeren 50 uur Voortrein inclusief aandrijving Smeernippel/smeren 50 uur Scharnierpunt fusee (2x links/2x rechts) Chassis Smeernippel/smeren 50 uur Scharnierpunt slingergewicht Uitkuilarm Keerrol elevatorband (2x boven/2x beneden) Smeernippel/smeren 50 uur Scharnierpunt beschermkap structuurvijzel...
  • Pagina 167: Smeerpunten

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.2.2 Smeerpunten Afb. 9-1: Gehele machine Afb. 9-2: Gehele machine Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 168 Reiniging, onderhoud en reparatie Afb. 9-3: Uitkuilarm Afb. 9-4: Dwarsafvoerband Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 169 Reiniging, onderhoud en reparatie Afb. 9-5: Zijwaartse transportband Afb. 9-6: 4-wielaandrijving Zelfrijdende voermengwagen Vertaling van de originele gebruikershandleiding...
  • Pagina 170 Reiniging, onderhoud en reparatie Afb. 9-7: Achteras Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 171: Overzicht Onderhoudsschema

    Reiniging, onderhoud en reparatie Overzicht onderhoudsschema  Neem het onderhoudsboekje in acht (hierin worden de onderhoudswerkzaamheden uitgebreider en preciezer vermeld).  Voer de onderhoudswerkzaamheden altijd op tijd uit.  De aangegeven periodes, levensduur, kilometerstand of service-intervallen van de eventueel meegeleverde documentatie van derden hebben voorrang. Machineonderdeel Uit te voeren werkzaamheden om de 10 bedrijfsuren...
  • Pagina 172 Reiniging, onderhoud en reparatie Machineonderdeel Uit te voeren werkzaamheden om de 200 bedrijfsuren Assen Oliepeilcontrole planetair tandwielstelsel maandelijks Assen Oliepeilcontrole differentieel eenmalig na 100 bedrijfsuren Drijfas Eerste olieverversing vooras (differentieel, planetair tandwielstelsel) Pompverdeleraandrijving Eerste olieverversing pompverdeleraandrijving om de 500 bedrijfsuren Dieselmotor Olieverversing dieselmotor, filter vervangen Brandstofvoorfilter vervangen...
  • Pagina 173 Reiniging, onderhoud en reparatie Machineonderdeel Uit te voeren werkzaamheden om de 2000 bedrijfsuren 500 bedrijfsuren-onderhoud compleet en 1000 bedrijfsuren-onderhoud compleet Pompverdeleraandrijving Olieverversing pompverdeleraandrijving Hydraulisch systeem Hydraulische olie controleren en evt. verversen (analyse opvragen!) Dieselmotor Koelmiddel vervangen om de 12000 bedrijfsuren Dieselmotor Algehele revisie: alleen door vakpersoneel! Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 174: Controleren En Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Controleren en bijvullen Neem de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor met betrekking tot de bedrijfsvloeistoffen in acht. LET OP Ernstige functiegebreken en schade aan de dieselmotor of aan de hydraulische componenten als bedrijfsvloeistoffen verwisseld worden! Bij het bijvullen van bedrijfsvloeistoffen erop letten dat de vloeistoffen absoluut niet worden verwisseld.
  • Pagina 175: Werkzaamheden In De Motorruimte

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.2 Werkzaamheden in de motorruimte GEVAAR Gevaar door beweeglijke of hete motordelen in de motorruimte! Bij alle werkzaamheden aan de dieselmotor of in de motorruimte, bv. controleren en bijvullen van bedrijfsvloeistoffen, kunnen letsel, brandwonden, ongeval- en brandgevaren ontstaan! ...
  • Pagina 176: Klep Van De Motorruimte Openen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.2.1 Klep van de motorruimte openen GEVAAR Brandwonden door hete koelmiddelen! Open nooit de klep van de motorruimte als er stoom of koelmiddel uittreedt. Verbrandingsgevaar! Wacht totdat er geen stoom of koelmiddel meer uittreedt en laat de dieselmotor afkoelen voordat u de klep van de motorruimte opent.
  • Pagina 177: Klep Van De Motorruimte Sluiten

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.2.2 Klep van de motorruimte sluiten WAARSCHUWING Gevaar voor ongevallen als een niet op de juiste wijze gesloten Klep van de motorruimte tijdens het rijden plotseling open gaat!  Controleer na het sluiten van de klep van de motorruimte altijd of de vergrendeling goed heeft ingehaakt.
  • Pagina 178: Motoroliepeil Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.1 Motoroliepeil controleren Het is normaal dat de dieselmotor motorolie verbruikt. Afhankelijk van de belasting van de dieselmotor kan het olieverbruik verschillend zijn.  Controleer het motoroliepeil dagelijks of aan het begin van elke werkdag  Wacht bij een warme dieselmotor 5 minuten, zodat de motorolie in de oliekuip terug kan stromen, en controleer daarna pas het oliepeil.
  • Pagina 179: Motorolie Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.2 Motorolie bijvullen Vul de motorolie alleen in kleine hoeveelheden bij. Het motoroliepeil mag in geen geval boven de bovenste markering liggen. Anders kan de motorolie via de ontluchting van het carter aangezogen worden en door de uitlaatgasinstallatie in de atmosfeer terechtkomen.
  • Pagina 180: Motorolie Verversen En Filter Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.3.3 Motorolie verversen en filter vervangen  Neem het hoofdstuk "Smeersysteem" van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor in acht.  Verwijder afgewerkte olie en filters volgens de voorschriften als afval. Neem bij problemen met de afvalverwijdering contact op met de olieleverancier. GEVAAR Gevaar door bewegende of hete motordelen bij alle werkzaamheden aan de dieselmotor of in de motorruimte!
  • Pagina 181: Koelmiddel

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4 Koelmiddel Het koelsysteem is met een speciaal koelmiddel gevuld en biedt het hele jaar door bescherming tegen corrosie en schade aan de cilinderbussen. Het biedt antivriesbescherming tot -35°C. Neem de verschillende informatie over het thema koelmiddel (koelvloeistof) in acht die in de betreffende hoofdstukken van de meegeleverde gebruikershandleiding van de dieselmotor staat.
  • Pagina 182: Koelmiddelpeil Controleren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4.1 Koelmiddelpeil controleren Controleer dagelijks het koelmiddelpeil bij koude of afgekoelde dieselmotor. Het juiste koelmiddelpeil is belangrijk voor de optimale functie van het motorkoelingssysteem. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Open de klep aan de zijkant (1). Lees het koelmiddelpeil bij koude of afgekoelde dieselmotor af op het peilglas (2).
  • Pagina 183: Koelmiddel Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.4.2 Koelmiddel bijvullen GEVAAR Verbrandingen door onder druk explosief uittredende hete koelmiddelen! Open het deksel van het expansiereservoir voor het koelmiddel niet als de dieselmotor warm of heet is. Bij een warme of hete dieselmotor staat het koelsysteem onder druk. Open het deksel pas als de dieselmotor of het deksel is afgekoeld.
  • Pagina 184: Hydraulische Olie

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5 Hydraulische olie WAARSCHUWING Kans op uitglijden van personen als er olie uitstroomt tijdens het bijvullen of verversen van de olie! Verwijder verse olievlekken onmiddellijk met bindmiddelen. De tank voor de hydraulische olie (1) bevindt zich aan de linkerkant van de machine, direct voor de mengkuip en is gevuld met 275 liter hydraulische olie.
  • Pagina 185: Hydraulische Olie Bijvullen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5.2 Hydraulische olie bijvullen De eerste vulling van de hydraulische olietank vindt plaats met de hydraulische olie "Equivis ZS 46": Een aanwijzing over de hydraulische olie, waarmee de tank gevuld is, vindt u op de sticker naast de vulopening.
  • Pagina 186: Hydraulische Olie Verversen En Filter Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5.3 Hydraulische olie verversen en filter vervangen  Onderhoud conform het onderhoudsboekje.  Verwijder afgewerkte olie en filter conform de voorschriften als afval. Neem bij problemen met de afvalverwijdering contact op met de olieleverancier!  Ververs de hydraulische olie bij een bedrijfstemperatuur van 40°C. GEVAAR Gevaar door contact met hydraulische olie! ...
  • Pagina 187 Reiniging, onderhoud en reparatie Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Laat de dieselmotor zolang draaien tot de hydraulische olie een temperatuur heeft bereikt van ca. 40°C. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Vervang de filterelementen (filterpatroon) in het drukfilter (zie hoofdst.
  • Pagina 188: Filterelementen Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.5.4 Filterelementen vervangen Controleer dagelijks het peil van de hydraulische olie bij koude of afgekoelde motor. Vervang de filterelementen van het drukfilter en van het lucht-retourfilter elke keer als de hydraulische olie wordt ververst of om de 1000 bedrijfsuren. Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen.
  • Pagina 189 Reiniging, onderhoud en reparatie Draai het filterhuis (4) van de drukfilters eruit door aan de sleutelopname (5) te draaien. Verwijder het filterelement. 10. Vang evt. lekkages op! 11. Reinig het filterhuis en plaats een nieuw filter. 12. Draai het filterhuis (4) weer erin door aan de sleutelopname (5) te draaien.
  • Pagina 190: Ventilatieomkering (Optioneel)

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.6 Ventilatieomkering (optioneel) Druk de schakelaar (1) in en houd deze ingedrukt.  Het waaierblad van de ventilator wordt versteld en blaast zodoende de lucht in plaats van deze aan te zuigen. Hierdoor worden de lamellen en het ventilatierooster schoon geblazen.
  • Pagina 191: Ruitensproeier En Ruitenwissers

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.7 Ruitensproeier en ruitenwissers 9.4.7.1 Water voor de ruitensproeier bijvullen  Meng de ruitensproeiervloeistof altijd met een ruitschoonmaakmiddel. Helder water is niet voldoende om de ruiten intensief te reinigen.  Controleer het peil van de ruitensproeiervloeistof bij elke tankbeurt. LET OP Functiestoringen van de ruitensproeier! ...
  • Pagina 192 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.7.2 Ruitenwisserbladen vervangen  Controleer regelmatig de toestand van de ruitenwisselbladen en vervang deze, indien nodig.  Als de ruitenwissers over de ruit schrapen, moeten deze worden vervangen als ze beschadigd zijn of worden gereinigd als deze vuil zijn. WAARSCHUWING Versleten of vuile ruitenwissers veroorzaken slecht zicht en verminderen de rijveiligheid!
  • Pagina 193: Luchtfilter

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.8 Luchtfilter Het luchtfilter haalt stof, vuil en roetpartikels uit de aanzuiglucht van de dieselmotor en voorkomt een verhoogde slijtage van de dieselmotor. Als het luchtfilter verstopt is, wordt het motorvermogen lager en de motorslijtage hoger. WAARSCHUWING Gevaar doordat iemand tijdens het vervangen van het luchtfilterelement uitglijdt, struikelt of valt!
  • Pagina 194 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.4.9 Verse luchtfilter Het verse luchtfilter reinigt de vuile buitenlucht voordat de lucht de bestuurderscabine in wordt geblazen. Als het verse-luchtfilter in orde is, kan tot 150 liter lucht per minuut gereinigd worden. Als het filter verstopt is, wordt de hoeveelheid gereinigde lucht duidelijk minder en de luchtkwaliteit in de cabine wordt slechter.
  • Pagina 195: Steun Voor Uitkuilarm Aanbrengen/Verwijderen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Steun voor uitkuilarm aanbrengen/verwijderen  Werkzaamheden onder de uitkuilarm mogen alleen bij aangebrachte steun uitgevoerd worden. Beweeg de uitkuilarm omhoog (Afb. 9-34) (zie hoofdst. 5.5.1 "Uitkuilarm omhoog/omlaag bewegen" pag. 131). Plaats de steun op de cilinder (Afb. 9-35). Borg de steun met de borgveer (1) zodat deze niet omlaag kan vallen.
  • Pagina 196 Reiniging, onderhoud en reparatie Structuurvijzel LET OP Trillingen van de structuurvijzel kunnen schade aan bepaalde componenten van de machine veroorzaken. Trillingen van de structuurvijzel zijn een teken voor onbalans door beschadigde, versleten of ontbrekende segmenten van de structuurvijzel.  Controleer de segmenten van de structuurvijzel dagelijks op zichtbare gebreken. ...
  • Pagina 197 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.6.1 Segmenten van de structuurvijzel bijslijpen WAARSCHUWING Gevaar door weggeslingerde slijppartikels tijdens het bijslijpen van de structuurvijzel! Dit gevaar veroorzaakt zeer ernstige verwondingen, vooral aan de ogen. Draag bij het naslijpen van de segmenten van de structuurvijzel altijd een veiligheidsbril. ...
  • Pagina 198 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.6.2 Segmenten van de structuurvijzel vervangen Om de segmenten van de structuurvijzel te vervangen, heeft u het volgende nodig:  twee sleutels (sleutelmaat 17).  De segmenten van de structuurvijzel zijn bevestigd met zelfborgende schroeven van de sterkteklasse 8.8.
  • Pagina 199: Toegang Tot De Mengkuip

    Reiniging, onderhoud en reparatie Toegang tot de mengkuip Om onderhoud aan de snijmessen van de mengvijzel te kunnen uitvoeren, moet de mengkuip betreden worden. WAARSCHUWING Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als: ...
  • Pagina 200: Snijmessen Slijpen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Snijmessen van de mengvijzel  Slijp de snijmessen van de mengvijzel regelmatig. Door botte snijmessen is er een hoger aandrijfvermogen van de mengvijzel noodzakelijk en daardoor wordt ook het brandstofverbruik van de machine hoger.  Controleer de snijmessen dagelijks vanaf het bordes op zichtbare gebreken. Vervang beschadigde of versleten snijmessen op tijd.
  • Pagina 201 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.8.2 Snijmessen verdraaien/vervangen WAARSCHUWING Bij montagewerkzaamheden aan scherpe snijmessen bestaat kans op snijwonden! Deze gevaarlijke situatie kan ernstige snijwonden aan vingers of handen veroorzaken. Bij alle werkzaamheden aan de snijmessen snijvaste veiligheidshandschoenen dragen. Om de snijmessen te verdraaien/vervangen is het volgende nodig: ...
  • Pagina 202: Riemverbinding

    Reiniging, onderhoud en reparatie Afvoerband  Controleer de spanning van de betreffende afvoerband vóór elke inbedrijfstelling. Een verkeerde spanning kan schade aan de afvoerband veroorzaken. Een correct gespannen afvoerband buigt in het midden 3 tot 5 cm door. Let hierbij op de omgevingstemperatuur.
  • Pagina 203: Parkeerrem Handmatig Deactiveren

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.10 Parkeerrem handmatig deactiveren WAARSCHUWING Er bestaat gevaar dat personen bekneld raken of gestoten worden als de machine onbedoeld wegrolt. Beveilig de machine met de wiggen tegen wegrollen voordat u de parkeerrem loshaalt. Beveilig de machine met wiggen tegen wegrollen. Schroef de schroeven schoon.
  • Pagina 204: Machine Wegslepen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Machine wegslepen 9.12  Sleep het voertuig alleen in geval van nood weg.  Sleep het voertuig alleen uit een gevaarlijke situatie weg (korte afstand).  De motor kan niet in gang worden getrokken (hydrostatische rijaandrijving). ...
  • Pagina 205: Noodmodus Activeren

    Reiniging, onderhoud en reparatie Bedrijfsmodi in de noodmodus selecteren als een sensor defect is 9.13 U kunt de afzonderlijke bedrijfsmodi (Uitkuilen, Ontladen, Transport) alleen selecteren als de machine voldoet aan de voorwaarden die voor de betreffende bedrijfsmodus gelden. Hiervoor worden de noodzakelijke voorwaarden via verschillende sensoren opgevraagd. Als de machine niet aan een voorwaarde voldoet, verschijnt een desbetreffende waarschuwing op de info- en bedieningsterminal.
  • Pagina 206 Reiniging, onderhoud en reparatie 9.13.2 Structuurvijzel inschakelen Druk twee keer op knop 1 terwijl u knop 6 ingedrukt houdt. Afb. 9-48: Structuurvijzel inschakelen Vertaling van de originele gebruikershandleiding Zelfrijdende voermengwagen...
  • Pagina 207: Banden Vervangen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Banden 9.14  Bandendruk wekelijks controleren. Als de band tijdens het rijden te weinig lucht heeft, kunnen wij geen garantie verlenen.  Controleer om de 50 bedrijfsuren of de wielmoeren nog goed vastzitten en haal deze indien nodig aan.
  • Pagina 208 Reiniging, onderhoud en reparatie Beveilig de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen (zie pagina 147). Plaats de krik (1) op de aangegeven punten (2). Houd bij het los- en vastdraaien van de wielmoeren de in Afb. 9-50 getoonde volgorde aan. Draai de wielmoeren met het vereiste draaimoment vast: M 18x1,5 –...
  • Pagina 209: Kenmerk Op Hydraulische Slangleidingen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Hydraulische installatie 9.15 WAARSCHUWING Gevaar door infecties van personen kan ontstaan als hydraulische olie onder hoge druk uittreedt en in het lichaam dringt!  Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen uitsluitend door een vakgarage uitgevoerd worden. ...
  • Pagina 210: Onderhoudsintervallen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.15.2 Onderhoudsintervallen  Neem de gegevens in het onderhoudsboekje in acht. Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren: Controleer alle componenten van de hydraulische installatie op dichtheid. Draai de schroefverbindingen indien nodig aan. Vóór elke inbedrijfstelling: Controleer de hydraulische slangleidingen op zichtbare gebreken.
  • Pagina 211: Montage En Demontage Van Hydraulische Slangleidingen

    Reiniging, onderhoud en reparatie 9.15.4 Montage en demontage van hydraulische slangleidingen Neem bij de montage en demontage van hydraulische slangleidingen absoluut de volgende aanwijzingen in acht:  Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangleidingen van de fabrikant.  Let erop dat de slangleidingen schoon blijven. ...
  • Pagina 212: Aandraaimomenten Voor Schroefverbindingen

    Reiniging, onderhoud en reparatie Aandraaimomenten voor schroefverbindingen 9.16 Aandraaimomenten [Nm] Sleutelwijdte afhankelijk van de kwaliteitsklasse van de schroeven/moeren Schroefdraad [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18...
  • Pagina 213 Storingen Storingen Er kan gevaar ontstaan doordat personen bekneld raken, schuur- of snijwonden WAARSCHUWING oplopen, gestoten, naar binnen getrokken of vastgegrepen worden, als:  omhoog geheven, onbeveiligde delen van de machine onbedoeld omlaag komen of worden gebracht, bv. een geopende doseerschuif, Beveilig omhoog geheven delen tegen onbedoeld omlaag bewegen voordat u in het werken van deze delen gaat werken.
  • Pagina 214 Index Index Afvoerband - Onderhoud........202 Machine beveiligen..........147 Mengkuip - Toegang..........199 Bandendruk............207 Reiniging, onderhoud en reparatie......164 Doseerschuif............136 Reserve- en slijtdelen..........15 Dwarsafvoerband Bandsnelheid instellen........138 Smeren..............165 Snijmes.

Inhoudsopgave