Opbouw en functie
5.3.1
Vooruit rijden
Functie "Vooruit rijden" inschakelen:
1.
Schakel de parkeerrem uit.
2.
Duw de FNR-schakelaar (7) omhoog.
De functie "Vooruit rijden" is geactiveerd. Op het
dashboard brandt het controlelampje "Rijrichting
vooruit" (Afb. 5-90/2).
3.
Controleer de gevarenzone van de machine.
4.
Stuur personen of dieren uit de gevarenzone van
de machine voordat u vooruit gaat rijden.
5.
Versnel of vertraag de machine via het rijpedaal.
Hoe dieper u het rijpedaal intrapt, hoe hoger de
rijsnelheid wordt.
De snelheidsmeter (Afb. 5-91) geeft de huidige
rijsnelheid aan.
6.
Stop de rijaandrijving zodra personen of dieren de
gevarenzone van de machine betreden.
Functie "Vooruit rijden" uitschakelen:
1.
Duw de FNR-schakelaar (7) naar het midden.
De functie "Vooruit rijden" is gedeactiveerd. Op het
dashboard dooft het controlelampje "Rijrichting
vooruit" (2).
Zelfrijdende voermengwagen
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
7
Afb. 5-89
2
3
Afb. 5-90
Afb. 5-91
119