Inhoudsopgave
Advertenties
Quick Links
Advertenties
Inhoudsopgave
Gerelateerde Handleidingen voor BVL V-LOAD Cutter Master 130
Samenvatting van Inhoud voor BVL V-LOAD Cutter Master 130
- Pagina 1 Niederländisch Handleiding LOAD Cutter V-LOAD Cutter Master 130 / 185 Rev.4 / 11.19 Art.Nr. 98754 Printed in Germany - Original-Handleiding Deze gebruikershandleiding voor de eerste inbedrijfstelling lezen en in acht nemen! Bewaren voor toekomstig gebruik! www.bvl-group.de Betriebsanleitung...
- Pagina 2 Maschinenfabrik Wagner GmbH & Co. KG Bedrijf: Grenzstraße 16 • D-48488 Emsbüren Postadres: Postfach 1154 • D-48488 Emsbüren Tel.: +49 (0)5903 951-0 Fax: +49 (0)5903 951-34 (kantoor) +49 (0)5903 951-37 (onderdelenmagazijn / service) Internet: http://www.bvl-group.de info@bvl-group.de E-mail: kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master...
-
Pagina 3: Identificatiegegevens
Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel.: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 Internet: http://www.bvl-group.de E-mail: info@bvl-group.de Onderdelenbestelling / service Adres zie adresgegevens van de fabrikant Tel.: + 49 (0) 5903 951-48 Fax: + 49 (0) 5903 951-37... - Pagina 4 Stuurt u ons uw suggesties a.u.b. per fax. Bernard van Lengerich Maschinenfabrik Wagner GmbH & Co. KG Bedrijf: Grenzstraße 16 Postadres: Postfach 1154 D-48488 Emsbüren Tel.: + 49 (0) 5903 951-0 Fax: + 49 (0) 5903 951-34 E-mail: info@bvl-group.de kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master...
-
Pagina 5: Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Gebruikshandleiding ..................8 Doel van de handleiding ......................8 Bewaren van de handleiding....................8 Richtingaanwijzingen in de handleiding ................. 8 Gebruikte weergaven ......................9 Gebruikte begrippen ......................9 Veiligheidsrichtlijnen..................10 Handelingsgerelateerde veiligheidsrichtlijnen en belangrijke informatie ......10 2.1.1 Handelingsgerelateerde veiligheidsrichtlijnen ............10 2.1.2 Belangrijke informatie .................... - Pagina 6 Inhoudsopgave Snijmessen .......................... 46 Schuifapparaat – hydraulisch ....................46 Mast ............................. 46 Zijverschuiving ........................47 Inbedrijfstelling ....................48 Tractor tegen onbedoeld starten en verrijden beveiligen ............ 49 Werking van het aanbouwapparaat controleren ..............49 Aanbouwapparaat monteren/demonteren ............. 50 Aanbouwapparaat monteren ....................50 aanbouwapparaat demonteren ...................
- Pagina 7 Inhoudsopgave 14 Index ........................81 kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master...
-
Pagina 8: Gebruikshandleiding
Inhoudsopgave GEBRUIKSHANDLEIDING Het hoofdstuk gebruikersinstructies geeft u informatie over de omgang met de handleiding. 1.1 DOEL VAN DE HANDLEIDING Deze handleiding: beschrijft het bedienen, reinigen en onderhouden van het aanbouwapparaat; geeft belangrijke aanwijzingen voor een veilige en efficiënte omgang met het aanbouwapparaat. -
Pagina 9: Gebruikte Weergaven
1.4 GEBRUIKTE WEERGAVEN Handelingsinstructies en reacties Werkzaamheden die in een vaste volgorde moeten worden uitgevoerd, zijn als genummerde handelingsinstructies weergegeven. Deze volgorde moet per se worden aangehouden. In sommige gevallen is de reactie van het aanbouwapparaat op de betreffende handelingsinstructie door een pijl gemarkeerd. Voorbeeld: 1. -
Pagina 10: Veiligheidsrichtlijnen
Inhoudsopgave VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor de exploitant en de operator voor de veilige en storingsvrije werking van het aanbouwapparaat. Neem alle veiligheidsrichtlijnen uit deze handleiding in acht! De meeste ongevallen worden veroorzaakt, doordat de eenvoudigste veiligheidsregels niet worden nageleefd. Door het naleven van de veiligheidsrichtlijnen uit deze handleiding helpt u mee om ongevallen te voorkomen. -
Pagina 11: Belangrijke Informatie
VOORZICHTIG VOORZICHTIG duidt op mogelijk gevaar met een gering risico, dat licht of middelzwaar lichamelijk letsel of materiële schade tot gevolg kan hebben, wanneer het niet wordt vermeden. Het negeren van de met 'VOORZICHTIG' gekenmerkte veiligheidsrichtlijnen leidt mogelijk tot licht of middelzwaar lichamelijk letsel of materiële schade. -
Pagina 12: Veiligheidsbewust Werken
Inhoudsopgave 2.2 VEILIGHEIDSBEWUST WERKEN Het aanbouwapparaat is gebouwd volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen bij het gebruik van het aanbouwapparaat gevaren en schade ontstaan: voor lijf en leven van de operator of van derden; ... -
Pagina 13: Organisatorische Maatregelen
2.3 ORGANISATORISCHE MAATREGELEN De handleiding: altijd op de plek van gebruik van het aanbouwapparaat bewaren; moet te allen tijde voor operators en onderhoudspersoneel toegankelijk zijn. 2.3.1 VERPLICHTING VAN DE EXPLOITANT De exploitant is verplicht: de nationale, algemeen geldende regelingen met betrekking tot arbeidsbescherming, ongevallenpreventie en milieubescherming na te leven;... -
Pagina 14: Verplichting Van De Operator
Inhoudsopgave 2.3.2 VERPLICHTING VAN DE OPERATOR Alle personen die met werkzaamheden met/aan het aanbouwapparaat belast zijn, verplichten zich vóór werkbegin om: de nationale, algemeen geldende regelingen met betrekking tot arbeidsbescherming, ongevallenpreventie en milieubescherming na te leven; het hoofdstuk 'Veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 10 uit deze handleiding te lezen en na te leven;... - Pagina 15 Personen Voor het werk Geïnstrueerde Personen met speciaal opgeleide persoon vakspecifieke Werk persoon opleiding (professionele werkplaats) Verladen/transport Inbedrijfstelling Inrichten, uitrusten Bedrijf Reinigen en onderhouden Opsporen en verhelpen van storingen Afvalverwijdering -- niet Legende: X toegestaan toegestaan Een persoon die een specifieke taak op zich kan nemen en dit voor een specifiek gekwalificeerde firma mag uitvoeren.
-
Pagina 16: Doelmatig Gebruik
Inhoudsopgave 2.3.4 DOELMATIG GEBRUIK De kuilbloksnijders uit de V-LOAD Cutter Master serie: zijn uitsluitend bedoeld voor het snijden/uitnemen van kuilblokken uit platte voederkuilen, het transport en het plaatsen van kuilblokken van allerlei silages en in de veehouderij gebruikelijke voersoorten, als de substantie droge stoffen van het totale mengsel meer dan 30% bedraagt. -
Pagina 17: Productveiligheid
2.5 PRODUCTVEILIGHEID 2.5.1 VEILIG BEDIENEN VAN HET AANBOUWAPPARAAT Het mag alléén door één enkele persoon vanaf de bestuurdersplek van de tractor worden bediend, wanneer zich geen personen in het werkgedeelte van het aanbouwapparaat ophouden. Lees hiervoor ook hoofdstuk 'Gevarenzone / werkgedeelte en gevaarlijke punten' op pagina 20. -
Pagina 18: Bouwtechnische Veranderingen
Inhoudsopgave 2.5.3 BOUWTECHNISCHE VERANDERINGEN Voertuigen met een door de verantwoordelijke autoriteiten verstrekte bedrijfsvergunning of met een voertuig verbonden installaties en uitrustingen met een geldige bedrijfsvergunning of toestemming voor het wegverkeer volgens verkeersrechtelijke voorschriften, moeten zich in de door de goedkeuring of vergunning bepaalde toestand bevinden. -
Pagina 19: Reserve- En Slijtagedelen Evenals Hulpstoffen
2.5.4 RESERVE- EN SLIJTAGEDELEN EVENALS HULPSTOFFEN Aanbouwapparaatonderdelen die niet in onberispelijke toestand verkeren, moeten onmiddellijk vervangen worden. Gebruik hiervoor de originele onderdelen van de fabrikant of door de fabrikant vrijgegeven onderdelen, zodat de bedrijfsvergunning volgens nationale en internationale voorschriften haar geldigheid behoudt. Bij gebruik van reserve- en slijtagedelen van andere fabrikanten is niet gewaarborgd dat deze geconstrueerd en geproduceerd zijn volgens de gestelde eisen voor belasting en veiligheid. -
Pagina 20: Fundamentele Veiligheidsrichtlijnen
Inhoudsopgave 2.6 FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN Fundamentele veiligheidsrichtlijnen gelden principe voor veilige werking aanbouwapparaat; zijn in de volgende paragrafen samengevat. 2.6.1 GEVARENZONE / WERKGEDEELTE EN GEVAARLIJKE PUNTEN De gevarenzone is het gebied binnen en/of in de omgeving van het aanbouwapparaat, waarin gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van een persoon kunnen ontstaan. -
Pagina 21: Algemene Veiligheids- En Ongevallenpreventierichtlijnen
2.6.2 ALGEMENE VEILIGHEIDS- EN ONGEVALLENPREVENTIERICHTLIJNEN Naast de veiligheidsrichtlijnen uit dit hoofdstuk ook de algemeen geldende nationale veiligheids- en ongevallenpreventie- voorschriften in acht nemen! Bij werkzaamheden met/aan het aanbouwapparaat de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrusting dragen! De aan het aanbouwapparaat aangebrachte waarschuwingen en instructies in acht nemen. - Pagina 22 Inhoudsopgave Montage / demontage van het aanbouwapparaat Het aanbouwapparaat uitsluitend aan geschikte tractoren monteren! Het aanbouwapparaat volgens de voorschriften aan de voorgeschreven inrichtingen monteren! Door het monteren van het aanbouwapparaat in de front- en/of achteraanbouw van een tractor mogen de volgende waarden niet worden overschreden: ...
- Pagina 23 Gebruik van het Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden. Voor aanvang van de werkzaamheden met alle inrichtingen en WAARSCHUWING bedieningselementen van het aanbouwapparaat evenals met diens functies vertrouwd maken! Tijdens het gebruik is het hiervoor te laat. Het aanbouwapparaat alleen in gebruik nemen als alle veiligheidsvoorzieningen functioneren en in hun beschermende positie zijn aangebracht! ...
- Pagina 24 Inhoudsopgave Transporteren van het aanbouwapparaat (voorschriften voor de tractor) Tijdens transporten op openbare wegen de desbetreffende nationale verkeersrechtelijke voorschriften naleven! Voor transporten controleren: De correcte aansluiting van de toevoerleidingen. Het aanbrengen en aansluiten van een reglementaire lampenbalk als de lichtinstallatie van de tractor door het gemonteerde aanbouwapparaat wordt afgedekt.
-
Pagina 25: Hydraulische Installatie
2.6.3 HYDRAULISCHE INSTALLATIE Het maximale pompvermogen van de hydraulische pomp van de WAARSCHUWING tractor in elk geval op 80 l/min. begrenzen. Anders kunnen er gevaren door functiestoringen, verbrandingen en onder hoge druk ontsnappende hydrauliekolie ontstaan. Voor een optimale werking zou het pompvermogen van de hydraulische pomp van de tractor op ca. -
Pagina 26: Elektrische Installatie
Inhoudsopgave niet overschrijden, inclusief een eventuele opslagperiode van ten hoogste twee jaar! Ook bij deskundige opslag en een toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan een natuurlijke veroudering. Hierdoor is hun opslagtijd en gebruiksduur begrensd. Voor slangen en slangleidingen van thermoplasten kunnen andere richtwaarden maatgevend zijn. -
Pagina 27: Reinigen En Onderhouden
2.6.6 REINIGEN EN ONDERHOUDEN De tractor beveiligen tegen onbedoeld starten en verrijden, WAARSCHUWING voordat het aanbouwapparaat gereinigd, onderhouden of gerepareerd wordt! Afwachten tot alle onderdelen van het aanbouwapparaat alsook diens extra uitrustingen tot stilstand zijn gekomen! Aanwezige mechanische of hydraulische restenergieën kunnen voor oncontroleerbare bewegingen van het aanbouwapparaat zorgen! Let bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op of er... -
Pagina 28: Waarschuwingen En Instructies
Inhoudsopgave 2.7 WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES Op het aanbouwapparaat zijn de volgende instructies aangebracht: Waarschuwingen markeren gevaarlijke punten op het aanbouwapparaat en waarschuwen voor gevaren die in een bepaalde situatie of als gevolg van bepaald gedrag kunnen optreden. Instructies bevatten informatie over een verantwoorde omgang met het aanbouwapparaat. - Pagina 29 Bestelnummers en uitleg Waarschuwingsinstructie 0072720 De handleiding en de veiligheidsrichtlijnen lezen en in acht nemen, voordat het aanbouwapparaat in bedrijf wordt genomen! Pos 1 0072740 Gevaar bij ingrepen aan het aanbouwapparaat, zoals montage- en instelwerkzaamheden, het verhelpen van storingen, reinigen en onderhouden, veroorzaakt door onbedoeld starten en verrijden van de tractor! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met mogelijk...
- Pagina 30 Inhoudsopgave 0072723 Voldoende afstand tot elektrische hoogspanningsleidingen aanhouden! Bij werking van het aanbouwapparaat in elk geval de minimale afstanden tot de blootliggende leidingen aanhouden. minimumafstand Nominale spanning (KV) meer dan 1 - 110 meer dan 110 - 220 Pos 4 meer dan 220 - 380 Onbekende spanning 0072737...
- Pagina 31 0072739 Gevaar door vallende onderdelen! Het oponthoud onder de opgetilde, onbeveiligde snijbeugel is verboden! Pos 8 0072745 Het oponthoud in de gevarenzone is alleen toegestaan bij geplaatste veiligheidssteun! Dit gevaar kan zeer ernstig letsel met verlies van lichaamsdelen veroorzaken. Voor onderhouds-/ reparatiewerkzaamheden aan de opgetilde snijbeugel moet een veiligheidssteun...
- Pagina 32 Inhoudsopgave 0072735 Gevaar door snijden of afsnijden van armen, handen of vingers, veroorzaakt door aangedreven werktuigen! Gevaar door scherpe/bewegende snijmessen. Ook in stilstand bestaat gevaar voor letsel. Pos 12 0098327 Gevaar door lekkende vloeistoffen Toelaatbare druk van de hydrauliekolie mag niet meer dan 250 bar bedragen.
-
Pagina 33: Instructies
2.7.2 INSTRUCTIES Een instructie bestaat uit één pictogram: (1) Pictogram met informatie over een verantwoorde omgang met het aanbouwapparaat. Het pictogram bevat informatie in beeldende of beschrijvende vorm of in tabelvorm. Bestelnummers en uitleg Instructie 0085203 Aanslagpunt Dit pictogram duidt op bevestigingspunten voor het bevestigen van aanslagmiddelen voor het ver- en uitladen van het aanbouwapparaat met een lastdrager. - Pagina 34 Inhoudsopgave Bestelnummers en uitleg Instructie 98755 Opgelet! Bedieningsinstructies Samenvatting van belangrijke instructies m.b.t. de werking van de kuilbloksnijder. In transportstand de snijbeugel in de onderste stand sturen. Voor elke inbedrijfstelling van het apparaat moeten de stelelementen voor de hefinstallatie van de tractor worden gereset. toegestane bedrijfsdruk hydraulische installatie bedraagt 250 bar...
-
Pagina 35: Plaatsing Van De Waarschuwingen En Instructies
2.7.3 PLAATSING VAN DE WAARSCHUWINGEN EN INSTRUCTIES De volgende afbeeldingen tonen de posities van de waarschuwingen en instructies op het aanbouwapparaat en de optioneel verkrijgbare silotransportwagen. De waarschuwingen die zich aan een kant van het aanbouwapparaat bevinden, zijn op dezelfde plekken ook aan de andere kant aangebracht. -
Pagina 36: Gevaren Bij Negeren Van De Veiligheidsrichtlijnen En Waarschuwingen
Inhoudsopgave 2.8 GEVAREN BIJ NEGEREN VAN DE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN EN WAARSCHUWINGEN Het negeren van de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen kan: gevaren voor personen, milieu en het aanbouwapparaat veroorzaken, bijv.: gevaar voor personen door onbeveiligde werkgedeelten; falen van essentiële functies van het aanbouwapparaat; ... -
Pagina 37: Ver- En Uitladen
VER- EN UITLADEN Ver- en uitladen met hijswerktuigen WAARSCHUWING Gevaren door bekneld raken of stoten voor personen kunnen ontstaan, wanneer het opgetilde aanbouwapparaat per ongeluk valt! In elk geval de gekenmerkte bevestigingspunten voor het bevestigen van aanslagmiddelen voor het ver- en uitladen van het aanbouwapparaat met een hefwerktuig gebruiken. -
Pagina 38: Productbeschrijving
Inhoudsopgave PRODUCTBESCHRIJVING Dit hoofdstuk bevat: uitgebreide informatie over de opbouw van het aanbouwapparaat; de omschrijvingen van de afzonderlijke modules en stelelementen. Dit hoofdstuk liefst direct bij het aanbouwapparaat lezen. Hierdoor kan de operator zich het best vertrouwd maken met het aanbouwapparaat. De kuilbloksnijder Cutter V-LOAD Cutter Master bestaat hoofdzakelijk uit een frame, vorktanden voor het dragen van het kuilblok, een met hydraulisch aangedreven snijmessen uitgeruste snijbeugel voor het... -
Pagina 39: Veiligheids- En Beschermingsinrichtingen
4.2 VEILIGHEIDS- EN BESCHERMINGSINRICHTINGEN Dit hoofdstuk bevat de groepering van de correct gemonteerde en in beschermende positie gebrachte bescherminrichtingen. WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken en naar binnen trekken voor personen kunnen ontstaan, als tijdens de werking van het aanbouwapparaat bewegende delen ervan onbeveiligd zijn! ... -
Pagina 40: Toevoerleidingen Tussen Tractor En Aanbouwapparaat
Inhoudsopgave 4.4 TOEVOERLEIDINGEN TUSSEN TRACTOR EN AANBOUWAPPARAAT (1) Hydraulische aansluiting A: Snijbeugel neerlaten, schuifapparaat inschuiven (rood) (2) Hydraulische aansluiting B: Snijbeugel heffen, schuifapparaat uitschuiven (blauw) (3) Verlichtingsaansluiting 7-polig (optionele lampenbalk) Afb. 4.4-1 4.5 TYPEPLAATJE EN CE-MARKERING De volgende afbeeldingen tonen de positie van typeplaatje, aanbouwapparaatnummer en CE-markering. -
Pagina 41: Technische Gegevens
80 liter/min olievolumestroom benodigde 1x dubbel werkend bedieningsapparaat hydraulische aansluitingen Continue geluidsniveau lage 70 dB(A) Bedrijfsmiddelen: hydrauliekolie ISO VG 46, HLP, DIN 51524 T2 smeervet BvL Farmgrease, art. 97905 Standaarduitrusting Grondbedieningsapparaat dubbel werkend Aansluitslanglengte 1,30 m... -
Pagina 42: Gegevens Over Geluidsniveau
Inhoudsopgave 4.6.2 GEGEVENS OVER GELUIDSNIVEAU De werkplaatsspecifieke emissiewaarde (geluidsdrukniveau) is lager dan 70 dB(A), gemeten in de bedrijfstoestand bij gesloten cabine aan het oor van de tractorbestuurder. De hoogte van het geluidsdrukniveau hangt hoofdzakelijk af van de gebruikte tractor. 4.7 CONFORMITEIT De fabrikant bevestigt dat het aanbouwapparaat aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen voldoet: ... -
Pagina 43: Vereiste Uitrusting Van De Tractor
4.8 VEREISTE UITRUSTING VAN DE TRACTOR Voor doelmatig gebruik van het aanbouwapparaat moet de gebruikte tractor aan de volgende voorwaarden voldoen: Motorvermogen van de tractor Voor de vereiste vermogensbehoefte zie hoofdstuk 'Technische gegevens' vanaf pagina 41. Hydraulische eenheid Controleer de geschiktheid van de hydrauliekolies, voordat het aanbouwapparaat aan de hydraulische installatie van de tractor wordt aangesloten. - Pagina 44 Inhoudsopgave Zorg ervoor dat de lampenbalk op de voorgeschreven hoogte is aangebracht, evt. moet het aanbouwapparaat met gemonteerde lampenbalk hoger worden gehangen. kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master...
-
Pagina 45: Opbouw En Werking
OPBOUW EN WERKING Het volgende hoofdstuk bevat informatie over de opbouw van het aanbouwapparaat en de werking van de afzonderlijke componenten. De aanbouwapparaten zijn deels afgebeeld met speciale uitrustingen. Speciale uitrustingen (opties) zijn in deze handleiding gekenmerkt en tegen meerprijs leverbaar. 5.1 HYDRAULISCHE INSTALLATIE Voor de toevoer van hydrauliekolie worden de hydrauliekolieslangen van het aanbouwapparaat aan de hydraulische installatie van de... -
Pagina 46: Vorktanden
Inhoudsopgave VORKTANDEN Voor het insteken in de voederkuil en het uitnemen van het kuilblok is het aanbouwapparaat met 11 afzonderlijk vervangbare vorktanden uitgerust, die in koppelbussen onder aan het frame zijn gemonteerd. De vorktanden voor gebruik controleren. Niet met verbogen/losse vorktanden werken. -
Pagina 47: Zijverschuiving
5.7 ZIJVERSCHUIVING Optioneel kan het aanbouwapparaat met een hydraulische zijverschuiving zijn uitgerust. De zijverschuiving maakt eenvoudiger en nauwkeuriger uitnemen van de kuilblokken mogelijk. De operator hoeft niet precies tegen de voederkuilrand te rijden, maar legt de exacte uitneempositie van het kuilblok door zijwaarts verschuiven van het aanbouwapparaat naar de rechter of linker machinezijde vast. -
Pagina 48: Inbedrijfstelling
Inhoudsopgave INBEDRIJFSTELLING Dit hoofdstuk bevat informatie over: hoe het aanbouwapparaat in gebruik wordt genomen; de controle of het aanbouwapparaat aan de tractor kan worden gemonteerd. Voor de inbedrijfstelling van het aanbouwapparaat moet de operator de handleiding gelezen en begrepen hebben. ... -
Pagina 49: Tractor Tegen Onbedoeld Starten En Verrijden Beveiligen
6.1 TRACTOR TEGEN ONBEDOELD STARTEN EN VERRIJDEN BEVEILIGEN Het aanbouwapparaat, met zijn optionele extra uitrustingen, is aan een tractor gemonteerd en wordt via diens hydraulische installatie aangedreven. Daarom moet de tractor, voor alle werkzaamheden aan het gemonteerde aanbouwapparaat of diens extra uitrustingen, tegen onbedoeld starten en verrijden worden beveiligd. -
Pagina 50: Aanbouwapparaat Monteren/Demonteren
Inhoudsopgave AANBOUWAPPARAAT MONTEREN/DEMONTEREN Bij de montage/demontage van het aanbouwapparaat tevens het hoofdstuk 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' op pagina 20 in acht nemen. Het aanbouwapparaat bij elke montage/demontage op zichtbare gebreken controleren! Hierbij het hoofdstuk 'Verplichting van de operator' op pagina 14 in acht nemen. Gevaren door bekneld raken kunnen voor personen ontstaan, als WAARSCHUWING bij de montage/demontage van het aanbouwapparaat de tractor... - Pagina 51 Er kunnen voor personen gevaren ontstaan, als de WAARSCHUWING energievoorziening tussen tractor en aanbouwapparaat door beschadigde toevoerleidingen uitvalt! Bij het koppelen van de toevoerleidingen het verloop ervan controleren. De toevoerleidingen: moeten tijdens het rijden door bochten zonder spanning, knikken of wrijving licht meegeven bij alle bewegingen;...
-
Pagina 52: Aanbouwapparaat Demonteren
Inhoudsopgave 7.2 AANBOUWAPPARAAT DEMONTEREN Gevaren door bekneld of gevangen raken, snijden en WAARSCHUWING stoten kunnen voor personen ontstaan, als gevolg van onvoldoende stabiliteit van het gedemonteerde aanbouwapparaat! Het lege aanbouwapparaat met volledig neergelaten snijbeugel op een vlak, horizontaal oppervlak met een vaste ondergrond neerzetten. -
Pagina 53: Hydraulische Slangen Aankoppelen
7.3 HYDRAULISCHE SLANGEN AANKOPPELEN WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken, snijden en stoten kunnen voor personen ontstaan, als er storingen optreden als gevolg van onjuist aangesloten hydraulische slangen! Bij het aankoppelen van de hydraulische slangen op de kleurmarkeringen aan de hydraulische stekers letten. ... -
Pagina 54: Hydraulische Slangen Afkoppelen
Inhoudsopgave 1. De bedieningshendel/schakelaar op het bedieningsapparaat op de tractor in statio- nair (neutrale stand) zetten. 2. Stofkappen van de hydraulische stekers en hydraulische bussen verwijderen. 3. Indien noodzakelijk de hydraulische stekers van de hydraulische slangen en de hydraulische bussen reinigen, voordat deze aan elkaar worden gekoppeld. -
Pagina 55: Transporten
TRANSPORTEN Een transport is een rit van of naar de gebruiksplek in beladen of onbeladen toestand. Bij transporten tevens het hoofdstuk 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20 in acht nemen. Let tijdens het transport op dat de lading niet wordt verloren. WAARSCHUWING Gevaren door bekneld of gevangen raken en stoten kunnen voor personen ontstaan, als tractor en aanbouwapparaat door... - Pagina 56 Inhoudsopgave 1. Het aanbouwapparaat niet meer dan nodig heffen. Bij gebruik van een telescooplader moet de telescooparm ook volledig worden ingeschoven. 2. De hydraulische mast (optie) neerlaten. 3. De hydraulische zijverschuiving (optie) in de middelste stand zetten. 4. Bij ritten zonder lading de snijbeugel in de onderste positie sturen om de vorktanden af te dekken.
-
Pagina 57: Gebruik Van Het Aanbouwapparaat
GEBRUIK VAN HET AANBOUWAPPARAAT Bij het gebruik van het aanbouwapparaat tevens de aanwijzingen uit de volgende hoofdstukken in acht nemen: 'Verplichting van de operator' op pagina 14; • 'Kwalificatie van personen' op pagina 14; • 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20; •... -
Pagina 58: Kuilblok Snijden En Transporteren
Inhoudsopgave 9.1.1 KUILBLOK SNIJDEN EN TRANSPORTEREN 1. De snijbeugel in de bovenste positie sturen. In het eerste moment van het neerlaten schuift het schuifapparaat in. 2. Voor het binnenrijden van de kuil of het hydraulische schuifapparaat volledig is ingeschoven. 3. Met de hydraulische zijverschuiving (optie) en de mast (optie) kan de uitneempositie exact worden vastgelegd. -
Pagina 59: Reinigen En Onderhouden
REINIGEN EN ONDERHOUDEN Bij het reinigen en onderhouden tevens de aanwijzingen uit de volgende hoofdstukken in acht nemen: 'Verplichting van de operator' op pagina 14; • 'Kwalificatie van personen' op pagina 14; • 'Fundamentele veiligheidsrichtlijnen' vanaf pagina 20; • 'Waarschuwingen en instructies' vanaf pagina 28. -
Pagina 60: Reinigen
Inhoudsopgave 10.1 REINIGEN Het aanbouwapparaat regelmatig en grondig reinigen. Vuil trekt vocht aan en leidt tot roestvorming. Het aanbouwapparaat na elke reiniging smeren, vooral na reiniging met een hogedrukreiniger, stoomreiniger of vetoplossende reinigingsmiddelen. De wettelijke voorschriften m.b.t de omgang en de verwijdering van reinigingsmiddelen naleven. -
Pagina 61: Smeren
10.2 SMEREN Alle lager- en smeerpunten volgens het smeerschema smeren. Voor het smeren de smeernippels reinigen, zodat er geen vuil in het smeersysteem komt. Milieuvriendelijke, levensmiddelenconforme oliën en vetten gebruiken als er smeermiddelen in het voer resp. de grond terecht kunnen komen! Vraag hierover informatie bij uw vakbedrijf voor landbouwmachines. -
Pagina 62: Onderhoudsschema - Overzicht
Inhoudsopgave 10.3 ONDERHOUDSSCHEMA – OVERZICHT Onderhoudsintervallen na de eerst bereikte termijn uitvoeren. Prioriteit hebben die periodes, loopprestaties of onderhoudsintervallen uit de mogelijk bijgeleverde documentatie van externe apparatuur. 10.4 SNIJMESSEN VAN DE SNIJBEUGEL De snijmessen voor elk werkbegin controleren. Beschadigde of versleten snijmessen tijdig vervangen. -
Pagina 63: Snijmessen Vervangen
10.4.1 SNIJMESSEN VERVANGEN WAARSCHUWING Gevaren door snijden bestaan bij montagewerkzaamheden aan scherpe snijmessen! Deze gevaren kunnen zware snijwonden, vooral aan vingers en handen, veroorzaken. Draag snijvaste veiligheidshandschoenen bij alle werkzaamheden aan de snijmessen. Als er werkzaamheden aan de snij-installatie gepland staan, zou deze liefst op een ergonomisch gunstige werkhoogte worden moeten worden gezet. - Pagina 64 Inhoudsopgave De messen van de snij-installatie zouden regelmatig gereinigd en gecontroleerd moeten worden. Botte messen in een professionele werkplaats laten slijpen. De punten van de beweegbare messen zouden minimaal zo lang moeten zijn als de vaste messen. Messen met kortere punten zijn versleten waardoor het aanbouwapparaat niet meer optimaal werkt.
-
Pagina 65: Kabels Naspannen - Snijbeugel
10.5 KABELS NASPANNEN - SNIJBEUGEL De spanning van de kabels moet om de 100 bedrijfsuren worden gecontroleerd. De kabels zijn correct gespannen, als zij in de laagste positie van de snijbeugel ca. 2-3 cm zijwaarts bewogen kunnen worden. De kabels moeten altijd even strak gespannen zijn. -
Pagina 66: Hydraulische Installatie
Inhoudsopgave 10.6 HYDRAULISCHE INSTALLATIE WAARSCHUWING Gevaren door infecties kunnen voor personen ontstaan, als er onder hoge druk hydrauliekolie ontsnapt en het lichaam binnendringt! Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen uitsluitend door een professionele werkplaats worden uitgevoerd. Voor werkzaamheden aan de hydraulische installatie het aanbouwapparaat demonteren of de tractor uitschakelen en tegen onverwacht starten en verrijden beveiligen. -
Pagina 67: Kenmerking Van Hydraulische Slangen
10.6.1 KENMERKING VAN HYDRAULISCHE SLANGEN De kenmerking op de armatuur verschaft de volgende informatie: (1) kenteken van de fabrikant van de hydraulische slang (A1HF) (2) productiedatum van de hydraulische slang (07 / 10 = jaar/maand = oktober 2007) (3) kenmerking hydraulische slang (slangtype, nominale wijdte, normaanduiding en max. -
Pagina 68: Onderhoudsintervallen
Inhoudsopgave 10.6.2 ONDERHOUDSINTERVALLEN Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren: 1. alle componenten van de hydraulische installatie op dichtheid controleren; 2. indien nodig schroefverbindingen vastdraaien. Voor elke ingebruikname: 1. hydraulische slangen op zichtbare gebreken controleren; 2. hydrauliekoliepeil van de tractor controleren, evt. hydrauliekolie bijvullen;... -
Pagina 69: In- En Uitbouw Van Hydraulische Slangen
10.6.4 IN- EN UITBOUW VAN HYDRAULISCHE SLANGEN Bij in- en uitbouwen van hydraulische slangen in elk geval de volgende instructies in acht nemen: Voor werkzaamheden aan de hydraulische installatie waarborgen dat de hydraulische installatie drukloos is. Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangen van de fabrikant. -
Pagina 70: Bij Langer Niet-Gebruik
Inhoudsopgave 10.7 BIJ LANGER NIET-GEBRUIK Bij langer niet-gebruik van het aanbouwapparaat op de volgende punten letten: Het aanbouwapparaat reinigen. Lakschade bijwerken. Het aanbouwapparaat conform het smeerschema smeren, de zuigerstangen van de hydraulische cilinders smeren. Roestbeschermingsmaatregelen nemen, bijv. het aanbouwapparaat met roestbeschermingsolie inoliën. -
Pagina 71: Aanhaalmomenten Voor Schroefverbindingen
10.8 AANHAALMOMENTEN VOOR SCHROEFVERBINDINGEN Aanhaalmomenten [Nm] in relatie tot de kwaliteitsklasse van de Sleutelwijdte Schroefdraad schroeven/moeren [mm] 10.9 12.9 M 8x1 M 10 16 (17) M 10x1 M 12 18 (19) M 12x1,5 M 14 M 14x1,5 M 16 M 16x1,5 M 18 M 18x1,5 M 20... -
Pagina 72: Storingen
Snijbeugel stuurt omlaag - Te geringe oliestroom Tractorvermogen verhogen. mes loopt niet Ten minste 25 l/min Hydraulische regelkring van de Contact opnemen met BvL- messenaandrijving is klantenservice. belemmerd/verstopt Regelklep schakelt niet Contact opnemen met BvL- klantenservice. Mes loopt -... - Pagina 73 Liefst de volledige blokdiepte uitnemen. Voor het insteken van de tanden moet de snijbeugel oven de bovenste voederkuilrand staan. Aanzetbeweging van de Contact opnemen met BvL- snijbeugel te hoog ingesteld klantenservice.
-
Pagina 74: Bijlage
Inhoudsopgave BIJLAGE 12.1 HYDRAULIEKSCHEMA kuilbloksnijder V-LOAD Cutter Master Cutter V-LOAD Cutter Master... -
Pagina 75: Belangrijke Informatie (Nl)
Belangrijke informatie (NL) DE INGEBRUIKNAME van aanbouwapparatuur aan voor- en achterzijde mag niet leiden tot overschrijding van het toelaatbare totaalgewicht, de toelaatbare asbelastingen en de draagkracht van de banden van de tractor. De vooras moet altijd belast zijn met tenminste 20% van het leeggewicht van de tractor. -
Pagina 76: Berekenen Van De Werkelijke Waarden
Inhoudsopgave 13.2 BEREKENEN VAN DE WERKELIJKE WAARDEN Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor zoals aangegeven in de handleiding / op het kentekenbewijs moet groter zijn dan de som van: Leeggewicht van de tractor, Ballastmassa, Draagvermogen door de gekoppelde machine. 13.2.1 VEREISTE GEGEVENS Afb. -
Pagina 77: Minimumballast Van De Tractor
13.2.2 MINIMUMBALLAST VAN DE TRACTOR Om een toereikende bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen moet de tractor minimaal beschikken over de volgende voorballast: Vul in de tabel (hoofdstuk 1.2.7) de waarde van de minimumballast V min 13.2.3 WERKELIJKE BELASTING VAN DE VOORAS VAN DE TRACTOR... -
Pagina 78: Tabel
Inhoudsopgave 13.2.7 TABEL WAARSCHUWING Als de stabiliteit of de bestuurbaarheid/remvertraging van de tractor ontoereikend zijn, kunnen risico's ontstaan op beknelling, snijwonden, stoten, of gegrepen en naar binnen getrokken worden van personen! U mag de machine alleen aan de tractor koppelen, indien: ... -
Pagina 79: Voorwaarden Voor Het Gebruik Van Tractoren Met Gekoppelde
13.3 VOORWAARDEN VOOR HET GEBRUIK VAN TRACTOREN MET GEKOPPELDE MACHINES WAARSCHUWING Storingen of breuk van onderdelen bij afbreken van de koppelinrichtingen door onbeoogd gebruik van de tractor kunnen leiden tot risico op persoonlijk letsel! Let erop: dat de koppelinrichting van de tractor voldoende toelaatbaar draagvermogen heeft voor de werkelijk te dragen last, ... -
Pagina 80: Werkelijke D -Waarde Berekenen Voor De Te Koppelen Combinatie
Belangrijke informatie (NL) 13.3.2 WERKELIJKE D -WAARDE BEREKENEN VOOR DE TE KOPPELEN COMBINATIE WAARSCHUWING Storingen of breuk van onderdelen bij afbreken van de koppelinrichtingen door onbeoogd gebruik van de tractor kunnen leiden tot risico op persoonlijk letsel! Bereken de werkelijke D -waarde van uw combinatie, bestaande uit tractor en machine, om te controleren of de koppelinrichting van uw tractor de vereiste D... - Pagina 81 Index INDEX Schuifapparaat – hydraulisch ....... 45 Smeren ............60 Snijbeugel ............. 45 Aangebouwde aanbouwapparaten ....25 Snijmessen ..........45, 60 Aanslagmiddelen ........... 36 Spiegels ............42 Bedieningsapparaten ........42 toevoerleidingen..........39 Bouwtechnische veranderingen ....17 Transporten ........... 54 Transporteren van het aanbouwapparaat ..23 Elektrische installatie ........