Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Xyleenvrije; Reagensselectiemethode; Typeselectie - Leica BIOSYSTEMS HistoCore PEGASUS Plus Gebruiksaanwijzing

Weefselprocessor
Inhoudsopgave

Advertenties

Xyleenvrije

reprocessing — om onvoldoende bewerkt weefsel in een instrument geconfigureerd voor
xyleenvrije bewerking te herstellen. Deze programma's starten met reinigingsreagentia voordat ze overgaan
op een xyleen-vrije weefselbewerkingssequentie.
Voor de iconen die worden gebruikt voor elk programmatype, zie
Let op de volgende punten:
• Xyleenvrije reagensselectie — xyleenvrije programma's gebruiken twee sets dehydratanten in plaats van een
dehydratant gevolgd door een ophelderingsmiddel, zoals gebruikt in standaardprogramma's.
• Xyleenvrije manden — gebruik altijd cassettemanden met veren voor xyleenvrije programma's.
• Carryover reprocessing — tijdens reprocessingprogramma's is er een substantiële reagenscarryover volgend
op het gebruik van reinigingsmiddelen. Na het uitvoeren van een reprocessingprogramma dienen de eerste
drie bewerkingsreagentia die na het laatste reinigingsreagens worden gebruikt, vervangen te worden.

6.1.2 Reagensselectiemethode

Alle programma's gebruiken een van twee methoden om het reagens te selecteren: type of station. Wanneer
een programma eenmaal aangemaakt is, kan de reagensselectiemethode niet worden gewijzigd.
De reagensselectiemethode van een programma bepaalt de manier waarop het systeem reagensstations
selecteert tijdens het uitvoeren van het programma. Bij stationselectie bepaalt u precies welk station voor
iedere stap gebruikt wordt, dus het systeem maakt geen keuzes. Bij typeselectie selecteert het systeem het
beste station uit de beschikbare stations

Typeselectie

— het systeem selecteert uit alle stations met reagens van het voor de programmastap
gedefinieerde type. Voor de selectie worden reagensnamen van een station (oftewel typen) en concentratie
gebruikt. U hebt bijvoorbeeld twee flessen met reagenstypen ethanol 70% in het instrument. Als de eerste
dehydratatiestap in het programma ethanol 70% aangeeft, dan wordt de fles ethanol 70% met de lagere
concentratie gebruikt.
• Stationselectie — het systeem gebruikt de stations gedefinieerd in het programma. (Normaal gesproken
definieert u de flessen op volgorde: fles 1 eerst, dan fles 2, 3, enz.). Stations worden op nummer
gedefinieerd, dus noch de naam van het reagens in een station (type), noch de reagensgroep worden
voor selectie gebruikt. Gebruikmakend van het bovenstaande voorbeeld: indien er twee flessen ethanol
70% in het instrument zitten en de eerste dehydratatiestap van het programma de eerste van de twee
flessen specificeert, zal die fles worden gebruikt ongeacht de reagensconcentratie in de andere fles.
Voorschriften stationselectie
Het systeem gebruikt de volgende voorschriften om stations te selecteren voor programma's met
reagensselectie op type. Met 'sequentie', zoals hieronder gebruikt, wordt een serie programmastappen
bedoeld die hetzelfde reagenstype gebruiken.
HistoCore PEGASUS Plus
(→ p. 94 – 6.2.1
(→ p. 89 – Voorschriften
Programmaconfiguratie
Programmaselectiescherm).
stationselectie). Samengevat:
6
89

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Histocore pegasus14 0488 80109

Inhoudsopgave