Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Leica BIOSYSTEMS HistoCore PEGASUS Plus Gebruiksaanwijzing pagina 102

Weefselprocessor
Inhoudsopgave

Advertenties

7
Reagens instellen
Reagenstypen hebben de volgende kenmerken:
• Unieke naam
• Standaardconcentratie: de concentratie van het reagens in verse toestand.
• Zuiverheidsdrempels: om ervoor te zorgen dat u gedegradeerd reagens vervangt.
Drempels).
• Temperatuurdrempels: om de proceskwaliteit en veilig gebruik van het reagens te garanderen
7.1.3
Drempels).
Het systeem omvat een aantal voorgedefinieerde reagenstypen. Deze zijn geschikt voor de meeste laboratoria.
U kunt echter indien nodig uw eigen reagenstypen aanmaken. Tik op
reagenstypen te definiëren en te bewerken (→ p. 110 – 7.2 Beheren van
Belangrijk
• Namen van reagenstypen beïnvloeden de reagensconcentratie niet. Als u bijvoorbeeld een reagenstype
genaamd 'ethanol 70%' toewijst aan een station, zal de eerste concentratiewaarde de standaardwaarde
van het type zijn (waarschijnlijk 70%), maar u kunt de eerste concentratie instellen op elke waarde
tussen 0 en 100%.
Stations
Het systeem heeft 21 reagensstations: de 17 reagensflessen en de 4 paraffinebaden.
Elk station heeft de volgende kenmerken:
• Het reagenstype dat het station bevat
• De concentratie van het reagens in het station, zoals berekend door het reagensmanagementsysteem
• De gebruiksgeschiedenis van het station, namelijk:
A. Het aantal doorgevoerde cassettes met het reagens in het station
B. Het aantal uitgevoerde runs (cycli) met het reagens in het station
C. Het aantal dagen dat het reagens in het station zit
• De status van het station, namelijk:
A. Droog: het station werd volledig geleegd en er is slechts een beetje residu achtergebleven.
Het kan met ieder compatibel reagens worden gevuld.
B. Leeg: reagens werd verwijderd uit het station om een retort te vullen. Extra reagens dat niet
benodigd wordt om de retort te vullen, blijft in het station.
C.
In
gebruik: een reagensoverdracht is bezig of werd afgebroken.
D. Vol: het station bevat voldoende reagens om een retort te vullen.
E.
Niet
gesmolten: alleen voor paraffinekamers, de status om in te stellen bij het toevoegen van
vaste paraffine (→ p. 126 – 7.4.5 Paraffine vervangen).
• Alleen voor paraffinebaden, de huidige temperatuur van de paraffinebaden.
Ga naar
Reagentia
te volgen
(→ p. 115 – 7.3 Reagensstations
102
> Stations om reagensstations te definiëren en hun gebruiksgeschiedenis en concentratie
beheren).
(→ p. 104 – 7.1.3
Reagentia
>
Reagenstypen
reagenstypen).
Versie 1,2, Revisie D
(→ p. 104 –
om

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Histocore pegasus14 0488 80109

Inhoudsopgave