Inhoudsopgave
Advertenties
8
Ondersteunende instellingen en bewerkingen
Een scala aan andere configuratie-instellingen kan worden bekeken maar niet worden veranderd. Neem contact
op met uw contactpersoon van de klantenservice om deze instellingen te wijzigen. Het scherm geeft ook de
status van elke retort en het laatste reagens in elke retort weer.
Hieronder worden besturingselementen op het scherm
per paragraaf.
Algemeen
•
Conc.
Beheer: de methode die het systeem gebruikt om concentratiewaarden aan reagensflessen toe te
wijzen
(→ p. 103 – 7.1.2
•
Vraag om aantal
run het aantal cassettes in te voeren. Indien deze functie uitgeschakeld is, gaat het systeem ervan uit dat
steeds het standaardaantal cassettes wordt verwerkt.
•
Standaardaantal cassettes
om aantal cassettes
cassettes getoond wordt. U kunt het aantal accepteren of wijzigen. Indien
uitgeschakeld is, gebruikt het systeem het hier ingevoerde aantal cassettes voor alle verwerkingsruns.
In dit geval moet u ervoor zorgen dat u een correcte gemiddelde waarde invoert. Het aantal dat u invoert,
wordt door het reagensmanagementsysteem gebruikt om reagensconcentraties te berekenen.
•
Standaard carryover
(→ p. 91 – 6.1.5
Reagensdrempelcontrole
De vier knoppen in het onderdeel
weer welke typen reagensdrempels het systeem gebruikt
vier de drempeltypen ingeschakeld. Neem contact op met uw contactpersoon van de klantenservice om deze
instellingen te wijzigen.
•
Per cassette
— het systeem houdt het aantal cassettes bij dat door het reagens in elk station wordt
verwerkt. Als voor het reagenstype een cassettedrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station
die drempel overschrijdt.
•
Per cyclus
— het systeem houdt het aantal door het reagens in elk station uitgevoerde bewerkingsruns bij.
Als voor het reagenstype een cyclusdrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station die drempel
overschrijdt.
Per dag
•
— het systeem houdt het aantal dagen bij dat het reagens in elk station geladen is. Als voor het
reagenstype een dagdrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station die drempel overschrijdt.
•
Per conc.
— het systeem houdt de reagensconcentratie in elk station bij. Als voor het reagenstype een
concentratiedrempel is ingesteld, gaat er een alarm af als het station die drempel overschrijdt.
Retorten
Het onderdeel
Retorten
voor elke retort gebruikte reagens weer. Ook wordt de lege toegangstemperatuur (de maximale temperatuur
waarbij het veilig is om lege retorten te openen) weergegeven. Als u met een handeling begint waarvoor u
een retort moet openen waarvan de temperatuur deze waarde overschrijdt, krijgt u een waarschuwing van
het systeem.
140
Concentratiemanagement).
cassettes: bij de standaardinstelling (Ingeschakeld) vraagt het systeem u om voor elke
— stel het standaardaantal cassettes voor elke verwerkingsrun in. Als
ingeschakeld is, wordt voor elke run een dialoogvenster geopend waarin dit aantal
— de standaardoverdrachtinstelling die wordt gebruikt voor nieuwe programma's
Carryoverinstelling).
Reagensdrempelcontrole
van het scherm
Verwerkingsinstellingen
Verwerkingsinstellingen
beschreven, gegroepeerd
Vraag om aantal cassettes
Verwerkingsinstellingen
op het scherm
(→ p. 104 – 7.1.3
Drempels). Standaard zijn alle
geeft de status van elke retort en het laatste
Vraag
geven
Versie 1,2, Revisie D
Advertenties
Inhoudsopgave
Gerelateerde Handleidingen voor Leica BIOSYSTEMS HistoCore PEGASUS Plus
Gerelateerde Producten voor Leica BIOSYSTEMS HistoCore PEGASUS Plus
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore AUTOCUT R
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore Water Bath
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore MULTICUT
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore SPECTRA Workstation
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore Arcadia H
- Leica BIOSYSTEMS HistoCore Arcadia Embedding Center
- Leica BIOSYSTEMS 14 0477 80109
- Leica BIOSYSTEMS 14 0517 80109