Waarschuwing
Tijdens de verwerking worden meer monsters toegevoegd.
Beschadigde monsters.
• Hoe verder een programma is uitgevoerd voordat u meer monsters toevoegt, hoe slechter de
bewerkingskwaliteit voor deze monsters is. Voeg alleen monsters toe tijdens fixatiestappen of
tijdens de eerste dehydratatiestap.
Een retort openen terwijl het instrument in werking is:
1. Zet het instrument op pauze met een van de Pauze-knoppen op het scherm Status.
2. Druk op de juiste knop
3. Selecteer of u de retort wilt legen of niet in het dialoogvenster
op om te wachten bij het legen.
4. Wanneer het dialoogvenster
verwijderen en naar wens cassettes toevoegen of verwijderen.
5. Plaats de manden terug in de retort (indien nodig ID's scannen of invoeren) en tik op
dialoogvenster Retortmanden.
6. Tik op
Alles hervatten
5.6.1 Herstellen na een afgebroken run
1. Verzamel informatie
A. Controleer het rapport
B. Controleer de gebeurtenislogboeken
2. Beslis
A. Moet u, op basis van de informatie in het rapport en de logboeken, doorgaan met het verwerken
van weefsel op het instrument?
B. Als het instrument gefaald heeft, moet u het weefsel verwijderen en vervolgens het rapport
Rundetails
C. Als het instrument in orde is maar een reagens ontbreekt of het niveau ervan laag is, moet u
dit oplossen en vervolgens het rapport
u verder moet gaan.
3. Handel: Afhankelijk van uw oordeel, doet u een van de volgende dingen:
A. het weefsel uit het instrument verwijderen en de serviceafdeling bellen, of
B. doorgaan met de bewerking door een programma te laden en de functie
gebruiken om de juiste beginstap te selecteren
run
wijzigen).
5.7
Retortplanning
Het systeem biedt de mogelijkheid om programma's in beide retorten tegelijk uit te voeren. De automatische
planningsfunctie probeert reagensstations en starttijden zo toe te wijzen dat er geen conflicten optreden.
Mogelijk wordt uw gewenste eindtijd gewijzigd door het programma vroeg te beginnen of door een of meerdere
stappen te vertragen
Bij het starten van een tweede programma kan het voorkomen dat de reagensstations die zijn toegewezen
tijdens het laden van het programma veranderen. Dit gebeurt omdat de reagenseisen van het eerste
programma altijd voorrang krijgen.
HistoCore PEGASUS Plus
Retort openen
in het dialoogvenster
Retortmanden
in het dialoogvenster
Rundetails (Beheer
gebruiken om te bepalen vanaf welke stap u op een ander instrument verder moet gaan.
(→ p. 86 – 5.7.1 Vertraagde eindtijden en eerste
Instrument
De retort is niet
wordt geopend, kunt u de manden uit de retort
Instrument onderbroken
>
Rapporten
> Rundetails).
(Beheer
> Gebeurtenislogboeken).
Rundetails
gebruiken om te bepalen vanaf welke stap
(→ p. 80 – 5.5.2 De beginstap voor een enkele
vullingen).
Programma uitvoeren
onderbroken.
leeg. Volg de melding
OK
in het
om het programma te hervatten.
Stappen bewerken
5
1
85