Trillingsniveaus van het voertuig
Neem de volgende aanbevelingen in acht om de
bestuurder aan minder trillingen bloot te stellen:
• Gebruik altijd uitrustingen die geschikt zijn voor het
soort uit te voeren werk.
• De bestuurdersstoel moet correct zijn afgesteld op de
persoonlijke vereisten. Controleer en repareer, indien
nodig, de stoelvering en de verstelmechanismen.
• Zorg ervoor dat de machine efficiënt blijft werken; voer
het onderhoud op de machine uit zoals beschreven in
deze handleiding.
• Stuur, geef gas, rem, schakel en beweeg het werktuig
geleidelijk.
• Stel tijdens het rijden de snelheid van de machine zoda-
nig in dat de trillingen tot een minimum beperkt blijven.
Verlaag de snelheid om schudden te voorkomen. Ver-
voer de machine als de afstand tussen werkterreinen
groot is.
• Houd het werkterrein in goede staat; verwijder stenen
en obstakels, vul greppels en kuilen, enz.
• Gebruik de machine, om rugproblemen te voorkomen,
alleen als u in goede gezondheid verkeert. Las pauzes
in om te voorkomen dat u te lang in dezelfde positie zit.
Spring niet uit de cabine of van de machine. Vermijd
herhaaldelijk optillen en verplaatsen van lasten.
Trillingsemissiewaarde (in overeenstemming met EN
13059):
• trilling stoel: 1.7 - 3.3 m/s² (5.58 - 10.8 ft/s²);
• trilling stuur: 0.6 - 1.8 m/s² (2.0 - 5.9 ft/s²).
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-52