M.
Gevaar voor kantelen
Gebruik de machine nooit op hellingen of in omstandigheden waarin de limieten m.b.t. veiligheid en stabiliteit
dreigen te worden overschreden. Bij overschrijding van deze limieten kan de machine kantelen of omslaan.
Neem de aanbevelingen uit deze handleiding in acht. Wees met name voorzichtig bij het afrijden van steile
hellingen met beladen machine.
Rijd niet met de machine op of in de buurt van de rand van greppels, kanalen, dijken of wallen, met grond die
zacht of ondergraven is door knaagdieren. De machine kan naar één kant zakken en kantelen.
Gebruik de machine niet op instabiele viaducten of bruggen en/of zachte of insolide ondergronden. Dergelijke
structuren kunnen instorten en de machine zo doen kantelen. Controleer altijd de toestand en het draagvermo-
gen van bruggen, viaducten of opritten alvorens erover te rijden.
Doe altijd de veiligheidsgordel om tijdens gebruik van de machine voor het verrichten van werkzaamheden waar-
bij een risico op kantelen aanwezig is. Cabines met een rolkooi (ROPS) bieden alleen afdoende bescherming
wanneer de bestuurder correct vastzit op zijn stoel.
Gebruik de machine niet buiten de limieten voor dynamische stabiliteit. Hoge snelheid, abrupte manoeuvres en
snel en scherp bochten nemen zullen het risico op kantelen verhogen.
Gebruik de machine niet voor trekwerk in gevallen waarin u niet weet of de lading zal meegeven, bijvoorbeeld
bij het trekken van boomstronken. Als de boomstronk niet meekomt, kan de machine naar achteren omslaan.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u met de machine op voedersilo's zonder betonnen zijwanden werkt. Om de
dwarsstabiliteit van de machine te verhogen, kunt u dubbele wielen aanbrengen of de spoorbreedte-instelling
vergroten.
Houd er rekening mee dat het zwaartepunt van de machine hoger kan komen te liggen wanneer lasten met de
frontlader worden geheven. Onder deze omstandigheden kan de machine onverwachts omslaan.
N.
Voorkom brandwonden
WAARSCHUWING
Mogelijk heet oppervlak!
Wacht tot alle onderdelen zijn afgekoeld voordat u enige werkzaamheden uitvoert.
Als u zich hier niet aan houdt, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
O.
Bescherming tegen vallende objecten (FOPS)
De machine is uitgerust met ROPS en FOPS met typegoedkeuring, in overeenstemming met Code 10 van de
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organisation for Economic Co-operation and
Development - OECD).
P.
Gevaarlijke stoffen
De cabine van de machine komt overeen met de categorie die vermeld is op het plaatje van de ROPS. Deze
categorie is aangegeven in EN 15695-1:2009 en definieert het beschermingsniveau voor de bestuurder tegen
mogelijk gevaarlijke stoffen, zoals kunstmest of verdelgingsmiddelen. Op machines zonder cabine, komt het
beschermingsniveau overeen met het niveau van categorie 1.
Q.
Bestuurdersbeschermingsconstructie (OPS)
De machine is niet uitgerust met een OPS met typegoedkeuring. Bescherming tegen binnendringende voorwer-
pen (OPS) kan alleen worden verkregen door een speciale kit te installeren. Neem contact op met uw dealer
om na te gaan of er een OPS-kit met typegoedkeuring voor de machine beschikbaar is, met name in het geval
van bosbouwtoepassingen.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-15
W0251A