Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningselementen rechts
Keuzeschakelaar sturing
Met hendel (A) kan uit 3 besturingsmodi worden gekozen:
Normale besturing
1. Met dit besturingstype wordt alleen voorwielbesturing
geactiveerd. Zet de hendel (A) in stand (2), zoals
weergegeven op het label met de stuurfuncties, om
de voorwielbesturing te activeren.
Vierwielbesturing
2. Met dit besturingstype is maximaal naar links en rechts
sturen mogelijk.
Zet de hendel (A) in stand (1), zoals weergegeven op
het label met de stuurfuncties, om de vierwielbesturing
te activeren.
Krabbesturing
3. Dit besturingstype maakt krabbesturing mogelijk,
waarbij de voor- en achterwielen parallel staan (zij-
waartse beweging van de machine). Zet de hendel
(A) in stand (3), zoals weergegeven op het label met
de stuurfuncties, om de krabbesturing te activeren.
LET OP: De machine moet stilstaan om het besturings-
type te kiezen.
LET OP: Bij het rijden op de openbare weg is het verplicht
om de stuurbedieningshendel in stand (2) te hebben, ge-
blokkeerd met de specifieke vergrendeling (C) (normale
besturing).
LET OP: Voordat een nieuw besturingstype wordt geko-
zen, moeten de wielen volgens de onderstaande proce-
dure worden uitgelijnd. De machine moet stilstaan om de
wielen uit te lijnen.
Uitlijning (standaard)
1. Zet de schakelaar (A) op de stand die op label met de
stuurfuncties is gemarkeerd (1).
2. Draai het stuurwiel tot de achterwielen volledig recht-
staan.
3. Zet de schakelaar (A) op de stand die op label met de
stuurfuncties is gemarkeerd (2).
4. Draai het stuurwiel tot de voorwielen volledig recht-
staan.
5. Nu zijn de voor- en achterwielen uitgelijnd en kan het
gewenste besturingstype worden gekozen.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
1
LEIL12TLH0161BA
Advertenties
Inhoudsopgave
