Multifunctionele bedieningshendel
Richtingaanwijzer
Trek de hendel (1) naar u toe om aan te geven dat u naar
rechts (R) gaat.
Duw de hendel naar voren om aan te geven dat u naar
links (L) gaat.
De richtingaanwijzers werken alleen als de instrumenten
aanstaan.
Een waarschuwingslampje op het centrale dashboard
geeft activering van de richtingaanwijzers aan.
Knopfuncties
Met knop (2) aan het uiteinde van de hendel kunnen de
ruitenwissers aan de voorzijde worden ingeschakeld.
Met knop (3) aan het uiteinde van de hendel wordt de
claxon ingeschakeld.
De koplampen aanzetten
Door aan knop (1) te draaien, worden de koplampen in-
geschakeld.
Het symbool op knop (D) naast de pijl geeft aan dat de
lampen:
• (A) uit
• kenlicht (B)
• Dimlicht (C)
Het grootlicht (E) wordt kortstondig ingeschakeld door de
hendel omhoog te bewegen en continu ingeschakeld door
de hendel omlaag te zetten.
3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
1
LEIL14TLH0560BB
2
LEIL12TLH0143BA