Veiligheidsconstructie voor de bestuurder
Uw machine is uitgerust met een veiligheidsconstructie
voor de bestuurder, zoals: een rolkooi (ROPS: Roll
Over Protective Structure), een veiligheidsconstructie bij
vallende voorwerpen (FOPS: Falling Object Protective
Structure) of een cabine met ROPS. Een ROPS kan
bestaan uit een cabineframe of uit een constructie met
twee of vier stijlen die de bestuurder beschermen en
het risico van ernstig letsel zoveel mogelijk beperken.
De bevestigingsconstructie en de bevestigingsmiddelen
waarmee de ROPS op de machine is bevestigd, maken
deel uit van de ROPS.
De veiligheidsconstructie is een speciale veiligheidscom-
ponent van uw machine.
Trek NIETS door het aan de veiligheidsconstructie te be-
vestigen. Boor GEEN gaten in de veiligheidsconstructie.
De veiligheidsconstructie en de bevestigingsonderdelen
ervan zijn een gecertificeerd systeem. Elke beschadiging
door brand of corrosie en elke aanpassing van het sys-
teem zullen de constructie verzwakken en afbreuk doen
aan uw bescherming. Als hier sprake van is, MOET DE
VEILIGHEIDSCONSTRUCTIE WORDEN VERVANGEN,
zodat u altijd dezelfde bescherming geniet als bij een
nieuwe veiligheidsconstructie. Neem contact op met uw
dealer voor inspectie en vervanging van de veiligheids-
constructie.
Na een ongeval, brand, kantelen of omrollen MOET de
volgende procedure worden uitgevoerd door een erkend
Airconditioningssysteem
Het airconditioningsysteem staat onder hoge druk. Kop-
pel geen leidingen los. Het vrijkomen van hoge druk kan
leiden tot ernstig letsel.
Het airconditioningssysteem bevat gassen die schadelijk
zijn voor het milieu als zij vrijkomen in de atmosfeer. Pro-
Achteruitrijalarmsysteem
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's)
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's),
zoals een helm, oogbescherming, beschermingshand-
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
monteur voordat de machine weer mag worden gebruikt
voor werkzaamheden:
• De veiligheidsconstructie MOET WORDEN VERVAN-
GEN.
• De montage van de ophanging voor de veiligheidscon-
structie, de bestuurdersstoel en vering, veiligheidsgor-
dels en bevestigingscomponenten en bedrading in het
veiligheidssysteem voor de bestuurder MOETEN zorg-
vuldig worden gecontroleerd op beschadiging.
• Alle beschadigde onderdelen MOETEN WORDEN
VERVANGEN.
AAN DE VEILIGHEIDSCONSTRUCTIE MAG NIET
WORDEN GELAST, ER MOGEN GEEN GATEN IN
WORDEN GEBOORD EN HIJ MAG NIET WORDEN
RECHTGEBOGEN OF GEREPAREERD. ELKE AAN-
PASSING KAN DE INTEGRITEIT VAN DE CONSTRUC-
TIE VERMINDEREN, WAT DE DOOD OF ERNSTIG
LETSEL TOT GEVOLG KAN HEBBEN IN HET GEVAL
VAN BRAND, KANTELEN, OMSLAAN, EEN BOTSING
OF EEN ANDER ONGEVAL.
De veiligheidsgordels maken deel uit van uw veiligheids-
systeem en moeten te allen tijde worden gedragen. De
bestuurder moet op de stoel binnen het frame worden ge-
houden, anders heeft het veiligheidssysteem niet het be-
oogde effect.
beer geen service- of reparatiewerkzaamheden uit te voe-
ren aan het systeem.
Alleen erkende servicemonteurs mogen onderhouds-
werkzaamheden, reparaties of het opnieuw vullen van
het airconditioningsysteem uitvoeren.
schoenen, gehoorbescherming, beschermende kleding,
enz.
2-7