3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
Voorconsole
Versnellingspook vooruit/achteruit
Met deze hendel (1) kan van rijrichting worden veran-
derd en kan de claxon worden gebruikt. De waarschu-
wingslampjes op het dashboard gaan branden om de rij-
richting van de machine aan te geven. Als de waarschu-
wingslampjes uitstaan, staat de machine in de neutrale
stand en wordt op het LCD-display de letter (N) weerge-
geven. Als de hendel in de middelste stand staat blijft de
transmissie in neutraal staan.
LET OP: De VOORUIT-/ACHTERUITVERSNELLINGEN
worden ingeschakeld als de hendel omhoog wordt bewo-
gen. Deze beweging beschermt de hendel tegen onbe-
doelde werking.
Door de hendel in richting (F) te bewegen, worden de
VOORUITVERSNELLINGEN ingeschakeld en gaat het
indicatielampje (F) branden.
Door de hendel in richting (R) te bewegen, worden de
achteruitversnellingen ingeschakeld en gaat het indicatie-
lampje (R) branden. Als de achteruitversnelling is inge-
schakeld, wordt een geluidssignaal afgegeven.
Door op het uiteinde van de hendel te drukken, bedient u
de claxon.
De hendelbewegingen zijn niet geactiveerd als:
1
LEIL14TLH0557BA
• De handrem is ingeschakeld.
• De bestuurder niet naar behoren in de bestuurdersstoel
zit.
LET OP: De versnelling wordt automatisch uitgeschakeld
als de bestuurder niet naar behoren op de stoel zit. Om
weer verder te rijden moet de bestuurder op de stoel gaan
zitten en de keuzehendel voor de rijrichting terug zetten
in de stand "N".
LET OP: Als de rijrichting is geselecteerd, gaat het voer-
tuig in de gekozen richting rijden. Controleer, voordat de
rijrichting wordt gekozen, of er niemand in de buurt is.
LET OP: De motor van het voertuig kan niet worden ge-
start als de keuzehendel voor de rijrichting in een andere
stand staat dan "N".
LET OP: Breng, voordat van rijrichting wordt veranderd,
het motortoerental terug tot een minimum en selecteer
een nieuwe richting.
LET OP: Het is gevaarlijk om met een hoog motortoeren-
tal of een snelheid hoger dan 2 km/u (1,2 mph) de keu-
zehendel voor de rijrichting te bedienen. Het voertuig zou
kunnen omkantelen of de mechanische onderdelen zou-
den ernstige schade op kunnen lopen.
3-12