3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
De mogelijke bewegingen van de joystick zijn:
1A. Vooruit - neerlaten van de giek;
1B. Achteruit - giek heffen;
2A. Links - werktuig heffen;
2B. Rechts - werktuig omlaag brengen;
3A. Rol in vooruit - giek uitschuiven;
3B. Rol in achteruit - giek intrekken;
4A. Rol naar linker stand (werktuig) - oliestroom naar de
geselecteerde hydraulische poort;
4B. Rol naar rechter stand (werktuig) - oliestroom naar de
geselecteerde hydraulische poort;
5A. V-N-A-schakelaar in de stand voor vooruit - vooruit-
versnelling;
5B. V-N-A-schakelaar in de neutrale stand - de machine
is stationair;
5C. V-N-A-schakelaar in de stand voor achteruit - achter-
uitversnelling.
LET OP: Wanneer u de joystick bedient, is de beweging
van de machine proportioneel.
OPMERKING: Voor het inschakelen van de V-N-A-scha-
kelaar zet u de versnellingshendel in de stand "N". De
versnellingshendel heeft de prioriteit.
6
LEIL14TLH0323DB
3-21