Reinigen van de machine
Ga als volgt te werk voor een correct reinigingsproces:
Schakel de motor uit, haal de sleutel uit het contactslot en
wacht tot de verschillende onderdelen zijn afgekoeld.
Draag geschikte beschermende kleding (handschoenen,
maskers, werkoverall, etc.).
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen, zuren of produc-
ten die de machine-onderdelen chemisch kunnen aantas-
ten.
Reinig geen bewegende delen of oververhitte elementen,
laat de onderdelen afkoelen want een temperatuurver-
schil zou tot beschadigingen kunnen leiden.
Voor de reiniging van de buitenkant van de machine
en het motorcompartiment, is het aan te bevelen een
hydro-wasmachine te gebruiken en daarbij het volgende
in acht te nemen:
• Zorg ervoor dat alle vuldoppen correct zijn afgesloten
(radiateur, olietank, brandstoftank, enz.).
• Bescherm de bedieningseenheden en de connectoren
naar behoren tegen binnendringen van water.
• Gebruik geen waterdruk of temperatuur hoger dan, res-
pectievelijk 100 bar en 80 °C.
• Houd de punt van de waterspuit op een afstand van niet
minder dan 40 cm van het relevante oppervlak.
• Focus de straal niet op één punt, maar was met brede
slagen.
• De binnenkant van de machine is delicaat en mag nooit
met een hydro-wasmachine worden gereinigd.
Water dat per ongeluk in het elektrisch systeem terecht-
komt, kan problemen met de werking van de machine ver-
oorzaken. Gebruik geen water of stoom om het elektrisch
systeem, de sensoren en de connectoren te wassen.
Vraag de dealer voor de reparatie van kleine defecten in
de carrosserie om blikken retoucheerverf. Controleer of
alle stickers aanwezig zijn; vervang stickers die tijdens de
reiniging zijn weggeraakt of verwijderd.
7 - ONDERHOUD
7-7
1
LEIL12TLH0032AA