REINIGING EN OPSLAG VAN DIESEL-
BRANDSTOF
Het is van essentieel belang om de brandstof schoon te
houden.
Het advies dat hier wordt gegeven, zal helpen de eigen-
schappen onveranderd te houden.
1. Gebruik nooit gegalvaniseerde containers.
2. Reinig nooit de binnenkant van de containers of de
onderdelen van het brandstofsysteem met doeken die
bezinksel achterlaten.
3. De inhoud van de tank moet dusdanig zijn dat de tus-
senperiodes tussen het vullen van de tank niet te lang
zijn. Een inhoud van 3000 l (792.5 US gal) is vol-
doende voor een middelgroot bedrijf.
4. De opslagtank (afbeelding hieronder) moet worden af-
gedekt en op een drager staan die hoog genoeg is
om de tank van de machine bij te vullen door zwaar-
tekracht; onder de tank moet een houder staan om
eventuele gemorste brandstof op te vangen. Boven-
dien moet de opslagtank zijn uitgerust met een man-
gat, waardoor de tank kan worden betreden voor rei-
niging.
5. De toevoerkraan moet zich boven de bodem bevin-
den, zodat bezinksel in de tank achterblijft; bovendien
moet die worden uitgerust met een vervangbaar filter.
De tank moet 40 mm (1.5 in) per meter aflopen in de
richting van de dop voor de afvoer van bezinksel.
6. De brandstofvaten (afbeelding hieronder) moeten on-
der een afdekking worden opgeslagen om binnendrin-
gen van water te voorkomen. Bovendien moeten ze
enigszins aflopen om water door de bovenlip naar bui-
ten te laten lopen. De brandstofvaten mogen niet te
lang vóór gebruik in opslag zijn gehouden.
7. De doppen op vaten die buiten worden bewaard, moe-
ten stevig dichtgedraaid zitten om binnendringen van
water te voorkomen.
8. Na het vullen van opslagtanks of -vaten met brandstof,
wordt aanbevolen de brandstof ten minste twee uur te
laten rusten om water en vuil te laten bezinken, voor-
dat brandstof wordt getankt.
1 - ALGEMENE INFORMATIE
1-16
3
LEIL12TLH0044AA
4
LEIL12TLH0045AA