Installatie van apparatuur
Algemene waarschuwingen voor gebruik van werktuigen
LET OP: Het is verboden de structuur van de werktuigen
of de regeling van de veiligheidsinrichtingen van de ver-
schillende onderdelen te wijzigen.
LET OP: Op NEW HOLLAND-voertuigen mogen alleen
gecertificeerde en daarvoor beoogde werktuigen worden
gebruikt. De fabrikant is niet aansprakelijk in geval van
wijzigingen, oneigenlijk gebruik of gebruik van werktuigen
die niet zijn gecertificeerd.
LET OP: Het werktuig dat op het voertuig is gemonteerd,
mag alleen op een harde en vlakke ondergrond worden
gebruikt, met een maximaal toelaatbare hellingsgraad
van het voertuig van 2 °.
LET OP: Het werktuig dat op het voertuig is gemonteerd,
mag uitsluitend door deskundig en bevoegd personeel
worden gebruikt, dat deze handleiding moet hebben ge-
lezen. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onder-
houd van dit voertuig, als over de weg moet worden ge-
reden, en verzeker u ervan dat de bestuurder in het bezit
is van een geldig rijbewijs dat voldoet aan de in het land
van gebruik geldende normen (B of hoger voor Italië) en
dat de giek van het voertuig volledig is ingeschoven.
LET OP: Voordat het voertuig en het desbetreffende
werktuig worden gebruikt of voordat bijzonder ingewik-
kelde en gevaarlijke handelingen worden verricht, moet
met het voertuig worden geoefend in een werkgebied dat
vrij is van obstakels.
LET OP: Het voertuig waar het werktuig op is gemon-
teerd, mag alleen op een stevige ondergrond worden stil-
gezet en gestabiliseerd.
LET OP: Wijs in omgevingen met slecht zicht een per-
soon op de grond aan die de te verrichten bewegingen
en manoeuvres kan coördineren, de omgeving kan con-
troleren en iedereen weg kan houden. Voordat enige ma-
noeuvres worden verricht, moet de persoon op de grond
op een veilige afstand van het bewegende voertuig staan
en personeel in de directe omgeving waarschuwen.
LET OP: Om schade aan de hydraulische koppelingen tij-
dens het vervangen van het werktuig te voorkomen, stopt
u de motor en wacht u één minuut totdat alle druk uit het
circuit is afgelaten. Reinig de koppelingen altijd voordat
ze worden aangebracht.
LET OP: Controleer iedere dag of de snelkoppelingen
van de circuits van het werktuig en op de giekkop schoon
en beschermd zijn, en in goede staat verkeren.
LET OP: Kom nooit met het werktuig in de buurt van open
vuur.
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-3
LET OP: Controleer voor ieder gebruik:
• of het werktuig naar behoren op de drager is gemon-
teerd en vergrendeld;
• of de veiligheidsinrichting van de cabine in overeen-
stemming is met het gemonteerde werktuig;
• of het specifieke diagram met het draagvermogen van
het voertuig en het gemonteerde werktuig op het voer-
tuig aanwezig is.
LET OP: Houd u tijdens gebruik van het voertuig strikt
aan de vermogensdiagrammen.
LET OP: Het is verboden te werken zonder de vermo-
gensdiagrammen met betrekking tot het type voertuig en
het gemonteerde werktuig.
LET OP: De met het kantelbeveiligingssysteem van het
voertuig meegeleverde indicaties zijn geldig voor stan-
daard werkomstandigheden, op een vlakke, stevige on-
dergrond en met correct functionerende en gekalibreerde
instrumenten. De waarden in de vermogendiagrammen
moeten te allen tijde in acht worden genomen en mogen
onder geen beding worden overschreden.
LET OP: Het is bij ieder gebruik van het werktuig verplicht
de afschuifpennen aan te brengen om het werktuig op de
werktuigdrager te bevestigen.