Cabine
Alle machines zijn uitgerust met een bestuurderscabine
die tevens dienstdoet als veiligheidscel voor de bestuur-
der.
LET OP: De cabine is een veiligheidselement en moet
daarom altijd in de juiste gebruiksomstandigheden verke-
ren.
LET OP: HET IS TEN STRENGSTE VERBODEN de
structuur van de cabine op enigerlei wijze te veranderen,
perforeren of aan te passen. De fabrikant is niet aan-
sprakelijk als er met de cabine is geknoeid.
• HET IS VERBODEN delen aan het chassisframe van
de cabine te lassen of mechanisch te monteren.
• Gebruik tijdens het vervangen van de bevestigingsbou-
ten uitsluitend onderdelen met dezelfde weerstands-
klasse.
• Bevestig geen kettingen of touwen aan de cabine om
te trekken.
• Als de machine kantelt, tracht dan niet de cabine te
verlaten tijdens het ongeluk.
LET OP: Met uw veiligheidsgordel om in de cabine blijven,
is de beste bescherming.
ROPS-FOPS-cabine
ROPS: rolkooi
FOPS: beveiligingsinrichting tegen vallende voorwerpen
De machine is uitgerust met een cabine met ROPS en
FOPS met typegoedkeuring. De bestuurder is daardoor
beschermd tegen kantelen en vallende objecten, zoals
voorgeschreven voor grondverzetmachines. Om te voor-
komen dat de bestuurder tegen de interne structuren van
de cabine botst, is het verplicht om tijdens gebruik de vei-
ligheidsgordel te gebruiken. De achterruit kan worden ge-
bruikt als nooduitgang.
HET IS VERBODEN de ruit tijdens gebruik van de ma-
chine volledig te openen in verband met een schaarwer-
king tussen de giek en het chassisframe.
LET OP: Als de cabine zichtbaar is beschadigd moet
deze worden vervangen, waarvoor contact moet worden
opgenomen met een bevoegd Support Centre of repara-
tiewerkplaats.
2 - VEILIGHEIDSINFORMATIE
2-50
11
LEIL14TLH0309AA