5
6
7
8
Zet de camera aan ( = 50).
Zet de opnamemodusschake-
laar op < A > ( = 72).
Alle noodzakelijke camera-
z
instellingen worden automatisch
ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp
( = 57).
Op elk gedetecteerd gezicht
z
verschijnt [p] (een AF-punt).
Druk de ontspanknop half in;
z
de camera stelt vervolgens
scherp op het onderwerp.
Maak de opname ( = 57).
Druk de ontspanknop helemaal in
z
om de opname te maken.
Verkorte handleiding
7