Problemen oplossen
De opname is onscherp of wazig.
Stel [z: Scherpstelmodus] in op [AF] ( = 182).
z
Gebruikt u een lens met een scherpstelmodusknop, zet de knop dan op
z
<AF> ( = 55).
Druk voorzichtig op de ontspanknop om cameratrilling te voorkomen
z
( = 57).
Stel in [z: IS-instellingen] de optie [IS modus] in op [Aan] ( = 188).
z
Gebruikt u een lens met een beeldstabilisatieschakelaar, zet de
z
schakelaar dan op <1> ( = 188).
Bij weinig licht kan de sluitertijd toenemen. Gebruik een kortere sluitertijd
z
( = 106), stel een hogere ISO-snelheid in ( = 138), gebruik een flitser
( = 243) of gebruik een statief.
Zie "Onscherpe foto's voorkomen" op = 75.
z
Ik kan de scherpstelling niet vergrendelen en de compositie van
de opname niet opnieuw bepalen.
Stel de AF-werking in op 1-beeld AF. Opnamen maken met vergrendelde
z
scherpstelling is niet mogelijk met Servo AF ( = 76, = 167).
De continue opnamesnelheid is laag.
De continue opnamesnelheid voor continue opnamen kan afnemen,
z
afhankelijk van omstandigheden zoals: accuniveau, temperatuur, sluitertijd,
diafragma, onderwerpomstandigheden, helderheid, AF werking, type lens,
gebruik van flitser en opname-instellingen ( = 134).
De maximale opnamereeks is lager bij continue opnamen.
Als u opnamen maakt van een onderwerp met fijne details (bijvoorbeeld
z
een grasveld), is het bestand groter en de daadwerkelijke maximale
opnamereeks mogelijk kleiner dan wordt vermeld op = 495.
480