Instellingsitems voor persoonlijke voorkeuze
C.Fn II: Overig
C.Fn-3 Sluiter/AE-vergrendelknop
0: AF/AE-vergrendeling
1: AE-vergrendeling/AF
Dit is handig als u afzonderlijk wilt scherpstellen en meten. Druk op de
knop <A> om automatisch scherp te stellen en druk de ontspanknop
half in om AE-vergrendeling toe te passen.
2: AF/AF-vergrendeling, geen AE-vergrendeling
Tijdens Servo AF kunt u op de knop <A> drukken om de AF-functie
tijdelijk te onderbreken. Dit voorkomt dat de AF onnauwkeurig wordt
door obstakels tussen de camera en het onderwerp. De belichting wordt
ingesteld op het moment dat de opname wordt gemaakt.
3: AE/AF, geen AE-vergrendeling
Dit is handig voor onderwerpen die herhaaldelijk blijven bewegen en
stoppen. Tijdens Servo AF kunt u op de knop <A> drukken om de
Servo AF-functie te starten of te stoppen. De belichting wordt ingesteld
op het moment dat de opname wordt gemaakt. Zo kunt u uw camera
instellen om altijd de optimale scherpstelling en belichting te behouden
en op het beslissende moment wachten.
Druk bij instelling 1 of 3 tijdens filmopnamen op de knop <A> om 1-beeld AF
z
te starten.
C.Fn-4 zFunctie van filmopnameknop
U kunt de functie van de <o> filmopnameknop tijdens foto-opnamen
wijzigen.
0: Filmopname starten/stoppen
1: Scherptedieptecontrole
Verklein het diafragma van de lens tot de opgegeven diafragmawaarde,
zodat u het scherpstelbereik (scherptediepte) kunt controleren.
2: Uitschakelen
Schakelt de knop <o> uit, zodat er niets gebeurt als de knop wordt
ingedrukt.
460