Inhoudsopgave
Advertenties
Als de sluitertijd "30"" knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het
z
instelwiel <6> om een groter diafragma (lager f-getal) in te stellen totdat het
knipperen van de sluitertijd stopt of stel een hogere ISO-snelheid in.
Als de sluitertijd "1/4000" knippert, is sprake van overbelichting. Draai aan het
z
instelwiel <6> om een kleiner diafragma (hoger f-getal) in te stellen totdat het
knipperen van de sluitertijd stopt of stel een lagere ISO-snelheid in.
Weergave van de diafragmawaarde
Hoe hoger het f-getal, hoe kleiner de diafragmaopening. Het weergegeven
z
f-getal kan variëren. Dit is afhankelijk van de lens. Als er geen lens op de
camera is bevestigd, wordt "F00" als diafragmawaarde weergegeven.
Het gebied controleren waarop is scherpgesteldM
Door de filmopnameknop toe te wijzen aan [1: Breedte-/dieptecontrole]
(met behulp van [zFunctie movie-opnameknop] in [ 5 : Persoonlijke
voorkeuze(C.Fn)] ( = 460)), kunt u op de filmopnameknop drukken om
het diafragma van de lens te verkleinen tot de huidige diafragma-instelling
en het gebied te controleren waarop is scherpgesteld (scherptediepte).
Hoe groter de diafragmawaarde is, des te dieper het scherpstelgebied is vanaf
z
de voorgrond tot de achtergrond.
De resulterende scherptediepte is duidelijk te zien wanneer u de diafragmawaarde
z
wijzigt terwijl u de knop voor scherptedieptecontrole ingedrukt houdt.
De belichting wordt vergrendeld (AE-vergrendeling) als u de knop indrukt die
z
aan de scherptedieptecontrole is toegewezen.
Modus AE met diafragmavoorkeur (Av)
4
Bekijk de weergave en maak een
opname.
Zolang de sluitertijd niet knippert, wordt
z
de standaardbelichting verkregen.
109
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
