Installatie
Configuratie
3.3
De batterijen gebruiken
3.3.1
WAARSCHUWING:
Explosiegevaar — Gebruik alleen AA-batterijen. Gebruik geen combinatie van verschillende
batterijtypen tegelijk. Gebruik bijvoorbeeld geen droge batterijen en nikkelmetaalhydridebatterijen
of lithium-ion-batterijen samen.
WAARSCHUWING:
Het bewakingssysteem niet gebruiken als het batterijdeksel openstaat of is verwijderd.
Het bewakingssysteem werkt op vier AA-batterijen.
Voordat u de batterijen gebruikt, moet u controleren of de apparatuur veilig is. Raadpleeg
veiligheidsinspecties, pagina 7-3.
Nieuwe lithiumbatterijen verschaffen 20 uur bewakingstijd onder de volgende omstandigheden:
Bewaken van de patiënt (SpO
•
Instelling voor pulstoon is 25%
•
Geen alarmsituatie gedetecteerd
•
Schermverlichting is ingesteld op 25% helderheid
•
Omgevingstemperatuur is 25 °C
•
Batterijspanning controleren
Schakel het bewakingssysteem in.
1.
Controleer of de toon van een geslaagde zelftest klinkt wanneer de zelftest voltooid is. Zie
2.
bewakingssysteem inschakelen
Verifieer of het batterijstatuspictogram de resterende batterijspanning aangeeft. Zie afb.
3.
pagina
2-3
Bij een alarmsignaal voor Batterij bijna leeg vervangt u de batterijen. Zie afb.
4.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat het bewakingssysteem niet werkt als de batterij praktisch leeg is.
OPMERKING:
Verwijder de batterijen als het bewakingssysteem gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
3-2
en PR meten met blip-balk en plethysmograafweergave)
2
op pagina
voor batterijstatuslampjes.
4-1
voor informatie over het zelftestproces.
Periodieke
Het
2-1
op
2-3
op pagina 2-7.
Gebruikershandleiding