Als Continue gegevens worden weergegeven, past u het interval van de weergegeven metingen aan
5.
door op OK te drukken om elke 1, 5, 100 of 500 gegevenspunten weer te geven. Het standaard interval
is 100 seconden.
De kolom Status van de historietabel is leeg als er geen fouten waren op het moment dat het
gegevenspunt werd geregistreerd. Statuscodes zijn vermeld in
Gebruikershandleiding
Afb. 5-3. Scherm Continue gegevens (interval 100) en schuifbalk
Tabel 5-1. Statuscodes bewaken
Statuscode
LM
Geen pulswaarde, patiëntbeweging
LP
Geen pulswaarde
CB
Batterij bijna geheel leeg
LB
Batterij bijna leeg
SO
Sensor uit
SD
Sensorverbinding verbroken
AO
Alarm uit
AS
Alarm onderdrukt
MO
Signaalstoring, patiëntbeweging
PS
Pulswaarde zoeken
Tabel 5-1.
Beschrijving
Bewakingshistorie
5-3