3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Gebruikershandleiding
Pictogram batterijstatus
Toont de resterende batterijcapaciteit.
•
•
•
Datum/tijd
Geeft de huidige datum aan als dag/maand/jaar en de huidige tijd als
uur:minuut:seconde. De datumnotatie kan worden gewijzigd in het
Servicemenu (wachtwoord nodig).
SpO
boven- en
Dit zijn de boven- en ondergrenzen voor SpO
2
onderalarmgrenzen
saturatiewaarde van de patiënt deze alarmgrenzen overschrijdt, klinkt er
een alarm.
Polsdruk (blip-balk)
Toont de hartslag en de relatieve (niet-genormaliseerde) polsdruk.
Naarmate de gedetecteerde hartslag sterker wordt, lichten meer balkjes op
bij elke hartslag.
Bovenste en onderste
Dit zijn de boven- en onderalarmgrenzen voor hartslagalarmen. Elke keer
alarmgrenzen hartslag
dat de hartslag van de patiënt deze alarmgrenzen overschrijdt, klinkt er
(bpm)
een alarm.
Real-timewaarde
Toont de hartslag in slagen per minuut. De huidige boven- en ondergrens
hartslag
van de alarmen verschijnen als kleinere waarden rechts van de dynamische
hartslagwaarde.
Hartslagpictogram
Knippert om elke real-time hartslag aan te geven. (alleen Standaardmodus)
Hartslagpictogram
Toont het hartslaggebied van het scherm aan.
Plethysmografische
Deze niet-genormaliseerde curve maakt gebruik van sensorsignalen in real
(pleth) curve
time, die de relatieve pulssterkte van binnenkomende signalen weergeven.
SatSeconds™-pictogram
Met de SatSeconds™-functie kunt u de alarmen beheren voor lichte of
korte overschrijdingen van de SpO
SatSeconds™™ ingeschakeld is, wordt het SatSeconds™-pictogram
rechtsom gevuld naarmate het SatSeconds™-alarmbeheersysteem
metingen detecteert die buiten de instellingen van de SpO
liggen. Het SatSeconds™-pictogram wordt linksom leeggemaakt wanneer
de SpO
pictogram vol is, klinkt er een alarm met matige prioriteit. De
standaardinstelling voor volwassenen is 100. Zie
alarmbeheersysteem gebruiken
Batterij Goed — Batterijvermogen Goed. Als de batterij volledig is
opgeladen, worden vier groene balken weergegeven. Het aantal
groene balken wordt minder als het apparaat op de batterij werkt.
Batterij bijna leeg — Een alarm met lage prioriteit wordt actief
wanneer met de resterende batterijspanning niet langer dan 15 minuten
kan worden gewerkt. Het knipperende gele alarmbericht Batterij
bijna leeg wordt weergegeven. Gebruikers kunnen dit alarm niet
onderdrukken. Vervang de batterij om het alarm te stoppen.
Batterij bijna geheel leeg — Ongeveer 5 minuten voordat het
bewakingssysteem uitvalt, wordt een alarm met hoge prioriteit actief.
Het knipperende rode alarmbericht Batterij praktisch
leeg wordt weergegeven. Als de batterij leeg is, schakelt het
bewakingssysteem automatisch uit. Vervang de batterij.
2
-metingen binnen de grenzen liggen. Als het SatSeconds™-
2
op pagina 4-12.
Productweergave
-alarmen. Elke keer dat de
2
-grens. Wanneer de functie
-grenzen
2
Het SatSeconds™-
2-5