Om de kwaliteit van de gegevens te beoordelen, werd een terugtrekking onderverdeeld
in aangrenzende 2mm blokken en werd elk van deze blokken op spectrale geschiktheid
beoordeeld. Een blok werd als spectraal geschikt beschouwd als meer dan 75% van de
spectra binnen het blok geschikt waren. Een terugtrekking werd als spectraal geschikt
beschouwd als meer dan 75% van de blokken binnen de terugtrekking geschikt waren.
Spectrale vergelijkbaarheid
Er werden twee multivariate metrieken gebruikt voor de evaluatie van de
vergelijkbaarheid tussen een spectrum en die in de modelkalibratieset: de mahalanobis-
afstand (MD) en de spectrale
F-verhouding (SFR). De eerste is een maat voor de covariantiegewogen afstand tussen
een punt en het massamiddelpunt van een set punten in een multidimensionale ruimte.
Voor een voorspellingsspectrum x en het gemiddelde spectrum y van de kalibratieset
wordt de MD-metriek bepaald door (in kwadraateenheden)
-1
waarbij S
het omgekeerde van de covariantiematrix van de trainingsset is. Omdat de
gegevens in de systeemtoepassing bimodaal zijn (positief of negatief voor LCP),
werden aparte MD's berekend voor elke klasse. D.w.z. één MD werd berekend voor de
subset van kalibratiespectra met positieve LCP-referentie (MD+) en de andere werd
berekend voor de subset van kalibratiespectra met negatieve LCP-referentie (MD-). Een
bepaald validatiespectrum werd toegekend aan de kleinste van de twee afstanden
(MD+ of MD-).
De SFR is een meting van de som van kwadraatresiduen van het validatiespectrum ten
opzichte van de gemiddelde som van kwadraatresiduen van de kalibratieset. Het
spectrale residu is het verschil tussen het geschatte spectrum dat in een lager
dimensionaal projectvlak is gemaakt en door het model wordt omspannen, en het
werkelijk gemeten spectrum. Voor de spectrale residuen e
met de validatie- resp. kalibratiespectra, wordt de SFR bepaald door
voor m kalibratiespectra en n golflengtes in een spectrum.
Een terugtrekking werd als vergelijkbaar beschouwd als ten minste 80% van de
geschikte spectra in de terugtrekking onder de drempelwaarden voor zowel de MD- als
SFR-metriek lagen. De MD- en SFR-drempelwaarden werden bij de ex-vivokalibratie
als onderdeel van de algoritmeparameters vastgesteld.
Testen van de hypothese
De te testen nulhypothese was:
IFU0163rJ.nl (2021-05-05)
Makoto Intravascular Imaging System
Gebruikershandleiding
H0: p <= 0,67
TM
(1)
en e
die overeenkomen
val
kal
(2)
17-13