Als uw draadloze beveiligingsomgeving LEAP is, moet u het volgende
invoeren: Beveiliging: WPA-LEAP
LEAP User Name (LEAP-gebruikersnaam)
LEAP Password (LEAP-wachtwoord)
OPMERKING: de LEAP-gebruikersnaam en het LEAP-wachtwoord mogen maximaal 32 tekens lang zijn.
Als uw draadloze beveiligingsomgeving PEAP is, moet u het volgende invoeren:
Beveiliging:
WPA2-PEAP
PEAP User Name (PEAP-gebruikersnaam)
PEAP Password (PEAP-wachtwoord)
OPMERKING: de PEAP-gebruikersnaam en het PEAP-wachtwoord mogen maximaal 63 tekens lang zijn.
OPMERKING: bij het opslaan van de WLAN-configuratie kan het enkele seconden duren voordat
de opslagprocedure is voltooid.
Mobiele GPRS-verzending
LET OP: de benodigde tijd voor het maken van een mobiele GPRS-verbinding is afhankelijk
van
de locatie. Het kan tussen de 5 en 60 seconden duren voordat een communicatieverbinding tot
stand
is gebracht. Signaalverlies bij het begin van of tijdens het verzenden kan optreden als gevolg van
omgevingsvariabelen.
OPMERKING: de locatie voor de antenne voor GPRS en WLAN is uitwisselbaar.
De GPRS-optie is alleen van toepassing op de ELI 150c.
GSM (Global System for Mobile communications) is een wereldwijde standaard voor digitale mobiele communicatie.
GPRS (General Packet Radio Service) is de digitale datatransmissiestandaard voor het GSM-netwerk. Net als bij
mobiele telefoons is voor de optionele mobiele connectiviteit van de ELI 150c een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module) vereist. Een SIM bestaat uit een microcontroller, ROM voor programma's en EPROM voor informatie.
De informatie die op de SIM wordt opgeslagen omvat het IMSI (International Mobile Subscriber Identity) van de
abonnee, dit is een uniek identificatienummer, plus diverse netwerk-specifieke gebruikers- en veiligheidsgegevens.
SIM-kaarten en data-abonnementen worden niet door Welch Allyn verkocht en moeten afzonderlijk bij uw
lokale provider worden aangeschaft. De optionele mobiele GPRS-connectiviteit van de ELI 150c is in de fabriek
geïnstalleerd.
Houd
gegevensmogelijkheden moeten zijn ingeschakeld.
Voor mobiele GPRS-verzending stelt u in de configuratie Sync media (Synchronisatiemedium) in op GPRS.
Kies de radiofrequentieband die geschikt is voor uw locatie: 900/1800 MHz worden in de meeste gebieden
ter wereld gebruikt: Europa, Azië, Australië, Midden-Oosten en Afrika. 850/1900 MHz worden gebruikt in
de Verenigde Staten, Canada, Mexico en de meeste Zuid-Amerikaanse landen.
De volgende parameters voor het draadloze netwerk moeten worden verstrekt door de IT-manager van
de faciliteit waar het ontvangende station (bijv. E-Scribe) zich bevindt:
Host-IP
Poortnummer
OPMERKING: het IP-adres van het ontvangende station moet zichtbaar zijn op het openbare
netwerk (internet).
De volgende parameters moeten worden opgegeven door de netwerkserviceprovider van de SIM-kaart:
Access Point Name (Naam toegangspunt)
Access Point User Name (Gebruikersnaam toegangspunt)
Access Point Password (Wachtwoord toegangspunt)
De naam van het toegangspunt (APN, ook wel WAP genoemd) is een tekenreeks met de structuur
98
er
rekening
mee
dat
voor
mobiele
GPRS-verzending
BIJLAGE A
op
de
SIM-kaart