Inhoudsopgave
Advertenties
Access Point Password (Wachtwoord toegangspunt)
Het wachtwoord van het toegangspunt mag maximaal 120 tekens lang zijn.
Comm. Protocol
Selecteer UNIPRO of DICOM. DICOM is alleen beschikbaar als de DICOM-optie is geïnstalleerd.
OPMERKING: deze parameter moet worden ingevoerd onder toezicht van de IT-manager van de
locatie waar het apparaat is geïnstalleerd.
OPMERKING: eenheden worden standaard geleverd met Comm. Protocol (Communicatieprotocol)
ingesteld op UNIPRO of DICOM. De UNIPRO- of DICOM-instelling wordt niet ondersteund door E-Scribe-
of ELI Link-versies vóór V4.00. Neem voor vragen over de compatibiliteit van uw apparaat met ELI Link
en UNIPRO of DICOM contact op met de technische ondersteuning van Welch Allyn.
Sync Mode (Synchronisatiemodus)
Selecteer None (Geen), XMT of XMT+Orders (XMT+MWL als DICOM is ingeschakeld). Voor de optie None
(Geen) is het handmatig verzenden van rapporten vereist en vervolgens een tweede handmatig verzoek om
orders te ontvangen van het cardiologiebeheersysteem. XMT verzendt het rapport automatisch; XMT+Orders
verzendt het rapport en haalt de orders op.
Sync Date/Time (Datum/tijd synchroniseren)
Selecteer Yes (Ja) of No (Nee). Ja synchroniseert de datum/tijd met het goedgekeurde cardiologiebeheersysteem.
Met Nee wordt er geen synchronisatie van datum en tijd uitgevoerd. Synchronisatie van datum en tijd vindt plaats
via ELI Link V4.00 of hoger.
XMT Mandatory Fields (XMT verplichte velden)
Definieert velden die vereist zijn voor ECG-verzending naar het cardiologiebeheersysteem. Bij None (Geen) is
gegevensoverdracht zonder beperking mogelijk; bij Last Name (Achternaam) moet de technicus minimaal de
achternaam invoeren; bij ID moet de technicus minimaal de patiënt-ID invoeren; bij Tech ID moet de technicus
minimaal de initialen van de technicus invoeren. U kunt elk van deze opties ook onafhankelijk van elkaar
selecteren, zodat u meerdere vereiste selecties kunt maken.
Audittrails
Als u deze optie inschakelt, wordt er een auditlogboek gemaakt waarin gebruikersacties worden vastgelegd.
Het kan via USB worden geëxporteerd als TXT-bestand.
Auditlogbestanden beheren:
1.
Selecteer F6 (More) (Meer) in de realtime ECG-weergave.
•
(SHIFT) ingedrukt houdt, drukt u tegelijkertijd op ALT en D.
2.
Terwijl u
Selecteer F4 (USB) om het scherm Software Upload/Download (Software uploaden/downloaden) te
3.
openen, waar de audittrails worden beheerd.
Als u in dit scherm F4 selecteert, worden de audittrails naar een aangesloten USB-
•
opslagapparaat geëxporteerd.
Als u in dit scherm F5 selecteert, worden de audittrails die zijn opgeslagen op de ELI 150c,
•
verwijderd.
OPMERKING: Zodra de maximale opslaggrootte is bereikt, wordt het oudste audittrail-bestand
verwijderd en wordt er een nieuw bestand gemaakt om door te gaan met het registreren van
HOOFDSTUK 4
83
Advertenties
Inhoudsopgave
