OPMERKING: het algoritme voor detectie van verkeerd geplaatste elektroden is gebaseerd op een
normale fysiologie en normale volgorde van ECG-afleidingen en probeert de meest waarschijnlijke
verwisseling
te identificeren. Het is echter raadzaam om de andere elektrodeposities in dezelfde groep (lidmaat of
borst) te controleren.
•
WAM Low Battery (Batterij van WAM bijna leeg): wordt weergegeven wanneer er een signaal voor
bijna lege batterij van de WAM wordt gedetecteerd.
•
Searching for WAM (Zoeken naar WAM): wordt weergegeven wanneer de WAM niet wordt
gedetecteerd. Treedt meestal op wanneer de WAM buiten bereik is of niet is ingeschakeld.
Wanneer het probleem is verholpen, wacht het apparaat totdat het 10 seconden lang correcte gegevens heeft
verzameld voordat het ECG wordt geanalyseerd. Zie de onderstaande gids voor het oplossen van problemen
op basis van de driehoek van Einthoven:
Druk op knop ECG. De rechtstreekse weergave van het ECG wordt vervolgens vervangen door de weergave
van het geregistreerde ECG. De standaardweergave van het rechtstreekse ECG is niet beschikbaar voor
navigatiedoeleinden in de weergave van het geregistreerde ECG.
OPMERKING: er zijn nieuwe LCD-labelfuncties beschikbaar in de weergave van het geregistreerde ECG.
OPMERKING: tijdens de registratie zijn de functies niet beschikbaar.
OPMERKING: wijzig de afleidingen voor rechtstreekse weergave door
selecteren.
Als u een nood-ECG (STAT) of een niet-geïdentificeerd ECG voor een nieuwe patiënt wilt registreren, drukt
u twee keer op de knop ECG. "Collecting 10 seconds of data" (10 seconden aan gegevens verzamelen)
wordt bovenaan het LCD-scherm weergegeven en "captured, analyzed, formatted" (vastgelegd, geanalyseerd,
geformatteerd) wordt onderaan het LCD-scherm weergegeven. Om het vastgelegde ECG op te slaan selecteert
u F1 (ID) om de demografische patiëntgegevens in te voeren. Als "New Patient?" (Nieuwe patiënt) verschijnt,
selecteer u "No" (Nee). Het apparaat geeft het laatst ingevoerde patiëntrecord weer. (Als "Yes" (Ja) is
geselecteerd, wordt het ECG niet opgeslagen en keert de gebruiker terug naar de rechtstreekse ECG-weergave.)
Gebruik de bestaande informatie, voer nieuwe demografische gegevens in of zoek in de map. Als u klaar bent,
selecteert u F6 (Done) (Gereed). Selecteer F3 (Print) (Afdrukken) om af te drukken of F6 (Done) (Gereed)
om af te sluiten. Kies ervoor het ECG op te slaan of te verwijderen als "Save ECG?" (ECG opslaan?) verschijnt.
De beste 10 seconden selecteren
De ELI 150c/250c heeft een geheugenbuffer van vijf minuten voor het verzamelen van ECG-gegevens. Wanneer
de functie Best 10 (Beste 10) is ingeschakeld, selecteert het apparaat automatisch de beste 10 seconden van het
ECG uit de buffer van vijf minuten. De beste 10 seconden worden bepaald op basis van metingen van hoge
en lage frequentieruis in de segmenten van 10-seconden van het ECG. Als er sprake is van een storing in één
lidmaatafleiding of twee precordiale afleidingen, wordt de functie Best 10 (Beste 10) uitgeschakeld totdat de
storing in de afleiding van het lidmaat of de precordiale afleidingen is verholpen. Als de storing is verholpen,
is de functie Best 10 (Beste 10) weer beschikbaar en wordt de selectiebuffer vervolgd.
Gebruikers kunnen schakelen tussen BEST 10 (Beste 10) of LAST 10 (Laatste 10) door F5 (More) (Meer)
te selecteren, gevolgd door F5 (Last) (Laatste) of F5 (Best) (Beste) afhankelijk van de huidige weergave.
62
Artefact
Artefact afleiding II en III
Artefact afleiding I en II
Artefact afleiding I en III
V-afleidingen
Elektrode controleren
Storing LL elektrode of tremor linkerbeen
Storing RA elektrode of tremor rechterarm
Storing LA-elektrode of tremor linker arm
Locatie opnieuw voorbereiden
en elektrode vervangen
F2 (Leads)
(Afleidingen) te
HOOFDSTUK 3