Belangrijke opmerking over WAM-connectiviteit
Een WAM versie 1 moet worden gebruikt met een UTK versie 1, en een WAM versie 2 moet worden gebruikt met
een UTK versie 2. Als de versie van WAM niet overeenkomt met de versie van UTK in de ELI-elektrocardiograaf,
wordt de WAM niet gekoppeld met de elektrocardiograaf en wordt het bericht "SEARCHING FOR WAM"
(Zoeken naar WAM) weergegeven. Wanneer u de WAM gebruikt, moet deze eerst aan de elektrocardiograaf
worden gekoppeld voordat u het apparaat gebruikt.
De WAM-vastleggingsmodule gebruiken
U kunt ECG-registraties en ritmestroken afdrukken met de ELI-elektrocardiograaf en met de WAM-
registratiemodule. Raadpleeg voor het gebruik van de WAM de gebruikershandleiding van de WAM.
OPMERKING: het apparaat moet in de fabriek zijn geconfigureerd voor gebruik met de WAM. Selecteer
F6 (More)
(Meer) gevolgd door
Not Available" (Draadloze registratiemodule niet beschikbaar) wordt weergegeven als het apparaat niet
is geconfigureerd voor gebruik met de WAM.
OPMERKING: de WAM moet vóór gebruik aan de elektrocardiograaf worden gekoppeld.
De AM12-vastleggingsmodule gebruiken
Met de AM12-vastleggingsmodule kunt u naast de ELI-elektrocardiograaf ECG-weergave en afdrukken
van ritmestroken uitvoeren nadat de patiënt is aangesloten. Raadpleeg het hoofdstuk "Een ECG opnemen"
om de patiënt voor te bereiden.
1.
Druk op
om een ECG met 12 afleidingen te registreren.
2.
Druk op
voor continu afdrukken van het ritme;
druk er nogmaals op om het afdrukken te stoppen.
De LED geeft de status van de aangesloten afleidingen aan:
•
Brandt niet = de elektrocardiograaf is uitgeschakeld of de AM12
is niet aangesloten.
•
Groen lampje = voeding is ingeschakeld en alle afleidingen
zijn aangesloten.
•
Geel lampje = afleiding is defect.
De WLAN-antenne installeren
Het apparaat met optionele WLAN-module wordt niet met de geïnstalleerde antenne geleverd:
de antenne bevindt zich in de accessoiredoos.
1.
Verwijder de antenne uit de accessoiredoos.
2.
Zoek de antenneaansluiting aan de achterkant van het apparaat.
3.
Monteer de antenne op de connector door de antenne rechtsom te draaien. De antenne moet handvast
aan de connector zitten.
4.
Zoek het ingebouwde scharnier en vouw de antenne om (deze bevindt zich nu in een hoek van 90°);
draai de antenne rechtsom totdat deze verticaal is geplaatst. Dit garandeert het beste signaal voor
de WLAN-module.
OPMERKING: raadpleeg bijlage A voor meer informatie over het gebruik van de WLAN-optie.
56
F6 (More)
om de instelling van het apparaat te bepalen. "WAM Option
HOOFDSTUK 2