WLAN MAC
Toont het MAC-adres van de draadloze module van het apparaat voor het configureren van toegangspunten.
SSID
Service Set Identifier (SSID) is de naam van het draadloze netwerk. Alle ELI 150c-elektrocardiografen die
naar hetzelfde netwerk verzenden, moeten dezelfde SSID-naam hebben. Dit veld is hoofdlettergevoelig.
WPA-PSK/WPA2-PSK
Maakt implementatie van de "persoonlijke modus" van WPA mogelijk. Deze encryptiemodus maakt gebruik van
het Temporal Key Integrity Protocol (TKIP), dat de sleutels dynamisch wijzigt terwijl het systeem wordt gebruikt.
PSK-wachtwoordzin
De wachtwoordzin kan uit acht tot 63 ASCII-tekens bestaan of uit 64 hexadecimale cijfers (256 bits).
WPA-LEAP
Cisco
LEAP (Light Extensible Authorization Protocol) maakt het mogelijk het apparaat te gebruiken
®
met draadloze netwerken die het LEAP-encryptieprotocol toepassen.
LEAP User Name (LEAP-gebruikersnaam)
De gebruikersnaam mag maximaal 32 tekens lang
LEAP Password (LEAP-wachtwoord)
Het LEAP-wachtwoord mag maximaal 32 tekens bevatten.
WPA2-PEAP
Hiermee kunt u het apparaat gebruiken met draadloze netwerken die het PEAP-encryptieprotocol toepassen.
PEAP User Name (PEAP-gebruikersnaam)
De gebruikersnaam mag maximaal 63 tekens lang
PEAP Password (PEAP-wachtwoord)
Het wachtwoord mag maximaal 63 tekens bevatten.
Access Point Name (Naam toegangspunt)
De naam van het toegangspunt mag maximaal 120 tekens lang
Access Point User Name (Gebruikersnaam toegangspunt)
De gebruikersnaam van het toegangspunt mag maximaal 120 tekens lang zijn.
82
zijn.
zijn.
zijn.
HOOFDSTUK 4