DHCP
Bepaalt of het Dynamic Host Communication Protocol (DHCP) wordt gebruikt om een IP-adres te verkrijgen.
Als DHCP Yes (Ja) is, wijst het netwerk automatisch een dynamisch IP-adres toe. Als DHCP No (Nee) is, moet u het
IP-adres, de standaardgateway en het subnetmasker invoeren.
OPMERKING: alle parameters met betrekking tot de netwerkverbinding moeten worden ingevoerd
onder toezicht van de IT-manager van de locatie waar het apparaat is geïnstalleerd. Zie bijlage A voor
meer informatie over de connectiviteitsinstellingen van het apparaat.
OPMERKING: de netwerkinstellingen voor LAN (eerste pagina met instellingen) en voor WLAN of GPRS
(tweede pagina met instellingen) zijn onafhankelijk van elkaar.
IP Address (IP-adres)
Voer het vaste IP-adres voor netwerkverzending in (als DHCP niet is geselecteerd).
OPMERKING: voor zowel LAN- als WLAN-toepassingen is een IP-adres vereist.
Def Gateway (Standaardgateway)
Voer het adres van de standaardgateway in (als DHCP niet is geselecteerd).
Sub Net Mask (Subnetmasker)
Voer het subnetadres in (als DHCP niet is geselecteerd).
Host-IP
Voer het IP-adres van de hostserver in.
OPMERKING: adressen worden altijd ingevoerd als 4 sets van 3 cijfers; daarom moet een adres
zoals 192.168.0.7 worden ingevoerd als 192.168.000.007.
Poortnummer
Voer het poortnummer in dat door de hostserver wordt gebruikt.
LAN MAC
Toont het MAC-adres van het LAN.
Security (WEP) (Beveiliging; WEP)
Wired Equivalent Privacy (WEP) is een versleuteld beveiligingsprotocol (onderdeel van de 802.11-standaard).
Op toegangspunten kunnen meerdere WEP-sleutels worden opgeslagen. Elk van hen wordt geïdentificeerd
door een getal (bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4).
WEP-sleutel
Voer het WEP-sleutelnummer in.
WEP Key ID (WEP-sleutel-ID)
Voer de waarde van de 128-bits WEP-sleutel-ID in (26 cijfers in 13 sets van twee cijfers).
HOOFDSTUK 4
81