•
Om verspreiding van ziekten of infecties te voorkomen mogen onderdelen voor eenmalig gebruik
(zoals elektroden) niet opnieuw worden gebruikt. Ten behoeve van de veiligheid en effectiviteit mogen
elektroden na hun vervaldatum niet meer worden gebruikt.
•
Er bestaat een risico op explosie. Het apparaat mag niet worden gebruikt in aanwezigheid van ontvlambare
anesthesiemengsels.
•
Als de externe beschermende aardverbinding niet betrouwbaar is, dient men de interne stroomvoeding
van het apparaat te gebruiken.
•
Medische apparaten zijn ontworpen met een hogere beschermingsgraad tegen elektrische schokken
dan bijvoorbeeld informatietechnologieapparatuur, omdat patiënten vaak op meerdere apparaten zijn
aangesloten en ook gevoeliger zijn voor het nadelige effect van elektrische stroom dan gezonde personen.
Alle apparatuur die is aangesloten op de patiënt, die kan worden aangeraakt door de patiënt of kan worden
aangeraakt door een andere persoon terwijl die persoon tegelijkertijd de patiënt aanraakt, moet dezelfde
beschermingsgraad tegen elektrische schokken hebben als medische apparatuur. De ELI 150c/ELI 250c is een
medisch apparaat dat is ontworpen om te worden aangesloten op andere apparaten voor het ontvangen en
verzenden van gegevens. Er moeten bepaalde maatregelen worden genomen om te voorkomen dat er te veel
elektrische stroom door de gebruiker of patiënt stroomt wanneer het apparaat is aangesloten:
•
Alle elektrische apparatuur die geen medische elektrische apparatuur is, moet buiten de
"patiëntomgeving" worden geplaatst. Dit is in de toepasselijke veiligheidsnormen gedefinieerd
als op ten minste 1,5 meter afstand van de patiënt. Als alternatief kan niet-medische apparatuur
worden voorzien van extra bescherming, zoals een aanvullende beschermende aarding.
•
Alle medische elektrische apparatuur die fysiek verbonden is met de ELI 150c/ELI 250c
of de patiënt, of die zich in de patiëntomgeving bevindt, moet voldoen aan de toepasselijke
veiligheidsnormen voor medische elektrische apparaten.
•
Alle elektrische apparatuur die geen medische elektrische apparatuur is en fysiek verbonden is
met de ELI 150c/ELI 250c, moet voldoen aan de geldende veiligheidsnormen, zoals IEC 60950 voor
apparatuur voor informatietechniek. Dit geldt ook voor informatienetwerkapparatuur die via
de LAN-connector is aangesloten.
•
Geleidende (metalen) onderdelen die tijdens normaal gebruik door de gebruiker kunnen worden
aangeraakt en die zijn aangesloten op niet-medische apparatuur , mogen niet in de patiëntomgeving
worden gebracht. Voorbeelden zijn connectoren voor afgeschermde Ethernet- of USB-kabels.
•
Als meerdere apparaten op elkaar of op de patiënt zijn aangesloten, kan de lekstroom via de
apparaatbehuizing en via de patiënt toenemen. Meet of deze in overeenstemming is met de
geldende normen voor medische elektrische systemen.
•
Vermijd het gebruik van draagbare stekkerdozen. Indien een stekkerdoos wordt gebruikt en deze
niet voldoet aan de normen voor medische elektrische apparatuur, is een extra aarding vereist.
•
Na een defibrillatiepuls heeft de elektrocardiograaf een maximale hersteltijd van 5 seconden.
•
Om te voorkomen dat elektrische schokken optreden als gevolg van een ongelijk aardpotentiaal
tussen punten in een gedistribueerde netwerkomgeving of storingscondities in apparatuur
aangesloten op een extern netwerk, moet een afgeschermde netwerkkabel (indien gebruikt)
worden aangesloten op een geschikte aarding voor de omgeving waar het apparaat wordt gebruikt.
•
Het apparaat is niet ontworpen voor gebruik met chirurgische instrumenten met hoge frequentie (HF)
en biedt de patiënt geen bescherming tegen gevaar dat hierdoor kan ontstaan.
10
VEILIGHEIDSINFORMATIE VOOR GEBRUIKERS