Overzicht van het display
Het apparaat heeft een ¼ VGA LCD-kleurenscherm met 320 x 240 pixels voor de weergave van afdrukvoorbeelden van
de ECG-golfvorm, labels voor functietoetsen en andere parameters die hieronder worden beschreven. Tijdens de ECG-
opname verschijnen er ook meldingen op het display. (Zie hoofdstuk 3,
Afbeelding 1-6
Heart Rate (Hartslag) (HR):
Als een patiënt op de elektrocardiograaf is aangesloten, wordt zijn/haar hartslag rechtstreeks afgebeeld. De hartslag
is de gemiddelde ventriculaire hartslag gemeten over een gemiddelde van de laatste vijf slagen van de patiënt.
Speed (Snelheid):
Gebruik F3 (Speed) (Snelheid) om de weergavesnelheid of de ritmeafdruksnelheid te selecteren:
5 mm/s, 10 mm/s, 25 mm/s of 50 mm/s. De papiersnelheid wordt rechtsonder in de ECG-afdruk afgedrukt.
Gain (Versterking):
Gebruik F4 (Gain) (Versterking) om de amplitude van de golfvorm te selecteren voor weergave en afdruk:
5 mm/mV, 10 mm/mV of 20 mm/mV. De versterking wordt rechtsonder in de ECG-afdruk afgedrukt.
Filter:
Gebruik F5 (Filt) (Filter) om de opties voor het laagdoorlaatfilter te selecteren: 40 Hz, 150 Hz of 300 Hz voor
ECG-afdrukken. Het filter wordt rechtsonder in de ECG-afdruk afgedrukt.
WAARSCHUWING: wanneer het filter van 40 Hz wordt gebruikt, kan niet worden voldaan aan de vereiste
frequentierespons voor diagnostische ECG-apparatuur. Het filter van 40 Hz vermindert aanzienlijk
hoogfrequente componenten van de piekamplituden van de ECG en pacemaker en wordt alleen geadviseerd
als hoogfrequente
ruis niet kan worden verminderd aan de hand van de juiste procedures.
42
Het registreren, afdrukken en opslaan van een ECG.)
HOOFDSTUK 1