Het kompas van de trollingmotor kalibreren
U moet het kompas in de trollingmotor kalibreren voordat
u gebruik kunt maken van de stuurautomaatfuncties.
1 Vaar met de boot naar een open stuk kalm water.
2 Selecteer vanaf de trollingmotorbalk
Kompaskalibratie.
3 Volg de instructies op het scherm.
De boegcorrectie instellen
Het kan zijn dat de trollingmotor niet is uitgelijnd met
de middenlijn van uw boot, dit is afhankelijk van de
installatiehoek. Voor de beste resultaten stelt u dan de
boegcorrectie in.
1 Pas de hoek van de trollingmotor
uitgelijnd met de middenlijn van uw boot
2 Selecteer vanuit de trollingmotorbalk
Boegcorrectie.
Digital Selective Calling (DSC)
Netwerkkaartplotter en marifoonfunctionali-
teit
Als u een compatibele VHF-radio aansluit op uw
kaartplotter, worden deze functies ingeschakeld.
• De kaartplotter kan uw GPS-positie doorsturen naar uw
marifoon. De GPS-positie-informatie wordt tegelijk met
de DSC-oproepen verzonden als uw marifoon daartoe
ondersteuning biedt.
• De kaartplotter kan DSC (Digital Selective Calling)-
noodoproepen en positiegegevens ontvangen van de
marifoon.
• De kaartplotter kan de posities bijhouden van schepen
die positierapporten verzenden.
Als een Garmin NMEA 2000 VHF radio is aangesloten op
uw kaartplotter, zijn deze functies ook ingeschakeld.
• Met de kaartplotter kunt u snel informatie over
persoonlijke standaardoproepen instellen en verzenden
naar uw Garmin VHF radio.
• Wanneer u een noodoproep voor een man-over-boord
initieert vanaf uw marifoon, wordt op de kaartplotter
het scherm Man-over-boord weergegeven en wordt u
70
gevraagd naar de positie te navigeren waar de persoon
van boord is gevallen.
• Wanneer u een noodoproep vanwege een man-over-
boord initieert vanaf uw kaartplotter, geeft de marifoon
de pagina Noodoproep weer om een noodoproep voor
> Kalibreer >
een man-over-boord uit te voeren.
• U kunt andere SOS-oproepen op de kaartplotter starten
en verzenden via de radio.
Raadpleeg de installatie-instructies van de VHF radio voor
informatie over het installeren en aansluiten van een VHF
radio.
DSC inschakelen
zodat deze is
Selecteer Instellingen > Overige schepen > DSC.
.
DSC-lijst
De DSC-lijst is een overzicht van de meest recente DSC-
oproepen en andere DSC-contactpersonen die u hebt
ingevoerd. De DSC-lijst kan maximaal 100 vermeldingen
bevatten. De DSC-lijst geeft de meest recente oproepen
weer die vanaf een boot zijn gemaakt. Wanneer een
tweede oproep van dezelfde boot wordt ontvangen,
vervangt deze de eerste oproep van deze boot in de lijst.
De DSC-lijst weergeven
U kunt de DSC-lijst alleen weergeven als de kaartplotter is
aangesloten op een marifoon die ondersteuning biedt voor
DSC.
Selecteer Info > Overige schepen > DSC-lijst.
Een DSC-contactpersoon toevoegen
> Kalibreer >
U kunt een schip toevoegen aan uw DSC-lijst. U kunt
oproepen naar een DSC-contactpersoon uitvoeren vanaf
de kaartplotter.
1 Selecteer Info > Overige schepen > DSC-lijst > Voeg
contactpersoon toe.
2 Voer het MMSI-nummer (Maritime Mobile Service
Identity) van het schip in.
3 Voer de naam van het schip in.
Inkomende noodoproepen
Als uw compatibele kaartplotter en marifoon via NMEA
0183 of NMEA 2000 zijn verbonden, ontvangt u een
waarschuwing van de kaartplotter wanneer er een DSC-
noodoproep over de marifoon wordt ontvangen. Als er
positiegegevens zijn verzonden bij de noodoproep, wordt
die informatie tegelijk met de oproep opgenomen en
beschikbaar gesteld.
verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en
markeert de positie van het schip op de navigatiekaart op
het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.
Naar een schip in nood navigeren
verwijst naar een noodoproep in de DSC-lijst en
markeert op de navigatiekaart de positie van een schip
op het moment dat de DSC-noodoproep werd verzonden.
1 Selecteer Info > Overige schepen > DSC-lijst.
2 Selecteer een oproep met een positiemelding.
Digital Selective Calling (DSC)