Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Livevü En Frontvü Weergave-Instellingen; Livevü En Frontvü Lay-Outinstellingen; Realvü Weergave-Instellingen; Panoptix Instellingen Voor Installatie Van Transducer - Volvo Penta Glass Cockpit Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Glass Cockpit:
Inhoudsopgave

Advertenties

VOORZICHTIG
De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om
alarmen te laten horen
(Scherm- en geluidsinstellingen,
pagina
97). Het niet instellen van akoestische alarmen
kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen.
OPMERKING: Dit alarm is alleen beschikbaar met
Panoptix FrontVü transducers.
U kunt een alarm laten afgaan als de diepte afneemt tot
onder een ingestelde waarde. Voor de beste resultaten
stelt u de boegcorrectie in bij het gebruik van het
aanvaringsalarm
(De boegcorrectie instellen, pagina
1 Selecteer in de FrontVü sonarweergave Opties >
FrontVü alarm.
2 Selecteer Aan.
3 Voer de diepte in waarbij het alarm moet afgaan en
selecteer OK.
Een dieptelijn op het FrontVü scherm laat de diepte zien
waarop het alarm is ingesteld. De lijn is groen als u op
een veilige diepte vaart. De lijn wordt geel als u sneller
voorwaarts gaat dan het voorwaartse sonarbereik u tijd
geeft om te reageren (10 seconden). De lijn wordt rood en
klinkt een alarm als het systeem een obstructie detecteert
of als de diepte minder is dan de ingevoerde waarde.
LiveVü en FrontVü weergave-instellingen
Selecteer in een LiveVü of FrontVü Panoptix
sonarweergave Opties > Echoloodinstelling >
Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenpalet in.
Kleurversterking: Past de intensiteit van de kleuren op
het scherm aan.
U kunt hogere kleurversterkingswaarden selecteren
om doelen hoger in de waterkolom te zien. Een
hogere kleurversterkingswaarde zorgt er ook voor
dat u echoreflecties met lage intensiteit hoger in de
waterkolom kunt onderscheiden, maar dit gaat ten
koste van het onderscheid tussen bodemreflecties. U
kunt een lagere kleurversterkingswaarde selecteren
voor doelen die zich dichter bij de bodem bevinden,
zodat u kunt onderscheiden tussen doelen en signalen
met hoge intensiteit zoals zand, rotsen en modder.
Sporen: Hiermee stelt u in hoe lang de sporen op het
scherm worden weergegeven. De sporen tonen de
beweging van het doel.
Bodem vullen: Kleurt de bodem bruin om deze te
onderscheiden van water.
LiveVü en FrontVü lay-outinstellingen
Selecteer in een LiveVü of FrontVü Panoptix
sonarweergave Opties > Echoloodinstelling > Lay-out.
Grid overlay: Geeft een raster van bereiklijnen weer.
Scroll-geschiedenis: Hiermee wordt de
sonargeschiedenis aan de zijkant van het scherm
weergegeven.
Bundelpictogram: Hiermee selecteert u het pictogram
dat wordt gebruikt om de richting van de
transducerbundel weer te geven.
54
Schermbediening: Hiermee toont u de schermknoppen.
Compressiebereik: Bij de weergave Vooruit wordt het
voorwaartse bereik verder van de boot gecomprimeerd
en het bereik dichter bij de boot vergroot. Hierdoor
kunt u objecten die dichterbij zijn duidelijker zien, maar
blijven objecten verder weg wel op het scherm staan.
RealVü Weergave-instellingen
Selecteer in een RealVü sonarweergave Opties >
Echoloodinstelling > Presentatie.
Puntkleuren: Hiermee kunt u een ander kleurenschema
instellen voor de sonarweerkaatsingspunten.
55).
Bodemkleuren: Hiermee stelt u het kleurenschema voor
de bodem in.
Bodemstijl: Hiermee kunt u de stijl voor de bodem
instellen. In diep water selecteert u de Punten optie
om handmatig het bereik naar een ondiepere waarde te
zetten.
Kleurlegenda: Kleurlegenda met bijbehorende diepten.
Schermbediening: Hiermee toont of verbergt u de
schermknoppen.

Panoptix Instellingen voor installatie van transducer

Selecteer in een Panoptix sonarweergave Opties >
Echoloodinstelling > Installatie.
Installatiediepte: Hiermee stelt u in hoe diep onder
de waterlijn de Panoptix transducer is gemonteerd.
Door de exacte diepte van de montageplaats van de
transducer in te voeren wordt de visuele weergave van
wat zich in het water bevindt verbeterd.
Boegcorrectie: Stel de afstand in van de boeg tot
de installatielocatie van de Forward ViewPanoptix
transducer . Zo kunt u de voorwaartse afstand tot
de boeg zien in plaats van tot de locatie van de
transducer.
Dit geldt voor Panoptix transducers in de
sonarweergaven FrontVü, LiveVü Forward, en RealVü
3D Forward.
Straalbreedte: Hiermee stelt u de breedte van de omlaag
gerichte Panoptix transducerstraal in. Met een smalle
straalbreedte kunt u dieper en verder kijken. Met
bredere straalbreedten kunt u meer dekkingsgebieden
zien.
Dit geldt voor Panoptix transducers in de
sonarweergaven FrontVü, LiveVü Down, en LiveVü
Forward.
Gebruik AHRS: De interne sensoren van het Attitude
Heading & Reference System (AHRS) detecteren
automatisch de installatiehoek van de Panoptix
transducer. Als deze instelling is uitgeschakeld, kunt
u de specifieke installatiehoek voor de transducer
opgeven via de instelling Pitch-hoek. Veel naar voren
gerichte transducers worden geïnstalleerd onder een
hoek van 45 graden en omlaag gerichte transducers
worden geïnstalleerd onder een hoek van nul graden.
Gespiegeld: Hiermee stelt u de oriëntatie van de Panoptix
sonarweergave in als de Down View transducer is
Viszoeker met sonar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave