kan handig zijn voor het volgen van een bodem met
minimale of minder grote dieptewijzigingen.
Als u het bereik handmatig aanpast, kunt u een
opgegeven bereik weergeven. Dit kan handig zijn voor
het volgen van een bodem met grote dieptewijzigingen,
zoals steile hellingen. De bodem wordt op het scherm
weergegeven zolang deze binnen het door u ingestelde
bereik blijft.
Beschikbaar in de sonarweergave Perspectief.
Zenden: Hiermee kunt u de actieve transducer laten
stoppen met uitzenden.
Echoloodinstelling: Hiermee kunt u de instelling van de
transducer en de presentatie van de sonarsignalen
aanpassen
(Sonar instellen voor LiveScope en
Perspectief, pagina
56).
Wijzig overlays: Hiermee wijzigt u welke gegevens
worden getoond op het scherm
aanpassen, pagina
7).
Sonar instellen voor LiveScope en Perspectief
Selecteer in de sonarweergave LiveScope of Perspectief
Opties > Echoloodinstelling.
Presentatie: Hiermee kunt u de presentatie van
het sonarscherm configureren
voor LiveScope en Perspectief, pagina
Lay-out: Hiermee kunt u de lay-out van het sonarscherm
configureren
(Lay-outinstellingen voor LiveScope en
Perspectief, pagina
56).
Ruisonderdrukking: Vermindert ruis en interferentie en
probeert signalen te verwijderen die niet afkomstig zijn
van doelen in het water.
Ghost afwijzen: Vermindert het aantal 'ghost-beelden'.
Dit zijn gedupliceerde of gereflecteerde beelden die niet
afkomstig zijn van doelen in het water. De instelling
Ghost afwijzen stuurt meer zendvermogen vooruit in
het water zodat u verder kunt kijken met minder ruis die
door de bodem wordt gegenereerd. Het aanpassen van
de instellingen Ghost afwijzen en Ruisonderdrukking is
de effectiefste manier om het aantal 'ghost-beelden' te
verminderen. Deze functie is alleen beschikbaar in de
LiveScope Vooruit oriëntatie.
TVG: Hiermee kunt u de versterking afgezet tegen de
tijd (Time-Varying Gain) aanpassen, waarmee u de
hoeveelheid ruis kunt verminderen.
Deze functie komt het best van pas in situaties waar
u de ruis nabij het wateroppervlak wilt regelen en
onderdrukken. Hiermee kunt u ook objecten nabij
het wateroppervlak weergeven die anders verborgen
zouden blijven door oppervlakteruis.
Overlaygegevens: Hiermee kunt u de gegevens instellen
die op het sonarscherm worden weergegeven.
Installatie: Hiermee kunt u de transducer configureren
(Installatie-instellingen voor LiveScope en Perspectief
transducer, pagina
56).
56
(De gegevensoverlays
(Presentatie-instellingen
56).
Presentatie-instellingen voor LiveScope en
Perspectief
Selecteer in de sonarweergave LiveScope of Perspectief
Opties > Echoloodinstelling > Presentatie.
Kleurenschema: Hiermee stelt u het kleurenpalet in.
Kleurversterking: Past het contrast van de kleuren op het
scherm aan.
U kunt een hogere waarde voor kleurversterking
selecteren om kleine verschillen in doelen met grote
kleurveranderingen te zien. U kunt een lagere waarde
voor kleurversterking selecteren om meer vergelijkbare
kleuren in dezelfde situatie te zien.
Sporen: Hiermee stelt u in hoe lang de sporen op het
scherm worden weergegeven. De sporen tonen de
beweging van het doel.
Bodem vullen: Kleurt de bodem bruin om deze te
onderscheiden van water. Niet beschikbaar in de
modus Perspectief.
Lay-outinstellingen voor LiveScope en Perspectief
Selecteer in de sonarweergave LiveScope of Perspectief
Opties > Echoloodinstelling > Lay-out.
Grid overlay: Geeft een raster van bereiklijnen weer. De
optie Grid geeft een vierkant raster weer. De optie
Radiaal geeft een rond raster met radiale hoeklijnen
weer.
Scroll-geschiedenis: Hiermee wordt de
sonargeschiedenis aan de zijkant van het scherm
weergegeven. Niet beschikbaar in de modus
Perspectief.
Bundelpictogram: Hiermee selecteert u het pictogram
dat wordt gebruikt om de richting van de
transducerbundel weer te geven.
Bundeloverlay: Maakt een omtrek mogelijk om aan te
geven waar de transducers ten opzichte van elkaar zijn
georiënteerd, wanneer er twee of meer gekalibreerde
Panoptix transducers zijn aangesloten.
Schermbediening: Hiermee toont u de schermknoppen.
Achteruitbereik: Hiermee past u het bereik van de
weergave achter de transducer aan.
Compressiebereik: Bij de weergave Vooruit wordt het
voorwaartse bereik verder van de boot gecomprimeerd
en het bereik dichter bij de boot vergroot. Hierdoor
kunt u objecten die dichterbij zijn duidelijker zien, maar
blijven objecten verder weg wel op het scherm staan.
Installatie-instellingen voor LiveScope en Perspectief
transducer
Selecteer in de sonarweergave LiveScope of Perspectief
Opties > Echoloodinstelling > Installatie.
Installatiediepte: Hiermee stelt u in hoe diep onder
de waterlijn de Panoptix transducer is gemonteerd.
Door de exacte diepte van de montageplaats van de
transducer in te voeren wordt de visuele weergave van
wat zich in het water bevindt verbeterd.
Gebruik AHRS: De interne sensoren van het Attitude
Heading & Reference System (AHRS) detecteren
Viszoeker met sonar